Zwolsche Boys

Oprichting arbeidersvereniging Zwolsche Boys.

27 november 1920: 3e klasse NVB.

In een vergadering in ‘Ons Tehuis’ aan de Voorstraat dopen de aanwezigen de verenigingsnaam Juliana om in Zwolsche Boys. De reden daarvoor is praktisch: in de Noord-Centrale Voetbal Bond speelt al een Prinses Juliana (uit Heino). De clubnaam en het spelen van aan een bond gelieerde wedstrijden vinden dus hun oorsprong op 1 mei 1918. En het clubje voetballers dat ten grondslag ligt aan de vereniging, is dan al een tijdje bij elkaar. Mogelijk zelfs al sinds 1916. Na ZAC en PEC kreeg Zwolle daarmee zijn derde voetbalclub. In het seizoen 1919/1920 promoveerde de ploeg naar de 2e klasse bij de regionale bond en werd Jan Mooy, later overgestapt naar ZAC, topscorer met 39 goals. Dat clubrecord staat tot op de dag van vandaag. De Zwolsche Boys sloten zich aan bij de Noord-Centrale Voetbal Bond en werden opnieuw kampioen en promoveerden naar de 3e klasse van de NVB.

Seizoen 1918/1919. Zwolsche Boys kampioen. Staand: A. Doorn, E. Gieliam, J. Kamphuis, J. Mooy, L. van de Bend, Ter Horst, H. ter Zweege en J. de Vries. Midden: G. de Weerd, H. Ester en J. van de Gronde. Vooraan: F. ten Brakel, De Weerdt en G. Kuper.

De club bleef grote stappen maken maar heeft daar wel de protestcommissie voor nodig. Protest na protest werd bij de bond ingediend waardoor het eindresultaat in 1921/1922 lang onduidelijk bleef. Pas in augustus werd besloten naast kampioen KHC uit Kampen ook de Zwolsche Boys te laten promoveren naar de 2e klasse. De bond werd door 2e klasse verenigingen verweten, haar eigen regels tijdens de competitie te hebben veranderd en besloten een eigen overlegorgaan te starten. Tot begin november duurde de impasse en pas op 6 november worden de Boys ingepast.

4 november 1922: Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant

Zij openen het seizoen 1922/1923 met een 4-1 thuis overwinning op P.W. uit Enschede en eindigen het turbulente eerst 2e klasse jaar in de middenmoot. Ruim vijf en twintig jaar lang zou de 2e klasse voor de vereniging het eindstation blijven.

1924: Zwolsche rivaliteit

Aan het einde van het seizoen 1923/1924 stond de gehele Zwolse voetballerij werkelijk op zijn kop door de ‘transfer van de eeuw’. Als een donderslag bij heldere hemel kwam het bericht dat de gehele middenlinie van Zwolsche Boys, de spelers Lourens van de Bend, Jan van der Gronde en Hendrik Jan ‘Rover’ Jansen, door PEC was overgenomen. Deze overgang heeft de rivaliteit, die toch al groot was, tussen beide clubs opnieuw geweldig opgevoerd. Waar Hendrik Jan ’Rover’ Jansen na enkele jaren terugkeerde, bleven de neven Lourens van de Bend en Jan van der Gronde (die samen een slagerij hadden op de Pierik in Assendorp) bij PEC. Men fluisterde alom, dat er met geld en cadeaus werd gegoocheld. Een paar antieke vazen in huize Jansen, een mooie nieuwe kinderwagen in de Pierik, spullen kon men goed gebruiken. Inmiddels zijn deze beweringen achterhaald en waren het de geliefden die een grote rol speelde.

1925: Zwolsche Boys is de verrassing in het NVB bekertoernooi.

In het bekertoernooi van 1924/1925 reikte Zwolsche Boys tot aan de kwartfinale. De loting in de 1e ronde bracht derde klasser Simson als opponent die thuis met 6-0 aan de kant werd gezet. Hierna volgde een tussenronde, uit tegen Hengelo met 3-3, wat genoeg was voor de 2e ronde. Daarin werd Robur et Velocitas uit de derde klasse gekoppeld. Met een 0-0 in Apeldoorn mochten de Boys door. In Zwolle trof de club op Sportpark de Wipstrikkerallee het ‘Gezelschap’ genaamd de Corinthians. De Corinthians ijverden voor een afzonderlijke competitie voor eliteclubs met behoud van de voor hen belangrijke ‘Heren’ elementen in het voetbal. Het werd een 3-2 overwinning en de vierde ronde is een feit. 

22 maart 1925. Rechterkant Zwolsche Boys.

Terzijde: De betekenis van Corinthians.

De beker is een gift van Zwolsche Boys aan de Corinthians. In 2015 werd de beker ter veiling aangeboden en wist de club voor 125 euro het weer in eigendom te krijgen.

Om de ontwikkelingen van verruwing en professionalisering een halt toe te roepen, werd op 12 november 1922 door enkele bestuurders van de oude eliteclubs de vereniging De Nederlandse Corinthians opgericht. Dit naar analogie van de Britse Corinthians, een vereniging van amateurs die zich ten doel hadden gesteld de voetbalsport te propageren. Een van de ideeën die tijdens een van de eerste bestuursvergaderingen op 17 februari 1923 werd geopperd, was toelating tot de eerste klasse voor alleen ‘nette’ clubs. De Corinthians vormden zo een arrogante, elitaire club en werden in het algemeen door de sporters weinig sympathiek gevonden.  De in 1937 stilletjes opgeheven Nederlandse Corinthians hebben dan ook nooit een gezaghebbende positie verworven, ook al hadden de voetbalbondsbestuurders, die uit dezelfde maatschappelijke klasse kwamen, wel sympathie voor hun opvattingen van sportiviteit, amateurisme en leiderschap.

1925: De kwartfinale in de bekercompetitie lonkt.

Als bij loting DFC de volgende tegenstander is, dan ontmoet men een geduchte opponent. De Dordtse 1e klasser heeft een belangrijk thuisvoordeel dus kan de Zwolsche aan de bak. Het werd een spannende strijd met 1-1 als uit resultaat en dat weegt zwaar. Zwolsche Boys gaat door naar de kwartfinale

1930/1931 Zwolsche Boys Oostelijke 2e Klasse.
Staand: G. v.d. Ziel, C. Meekers, S. Scheffer, M. Gieliam, W. v.d. Weiden, B. Oldenhof en H. Drost. Zittend: C. Oordijk. M. v.d. Tweel, J. Moog en J. v.d. Dijk.

10 mei 1925: Gastheer voor Xerxes.

1928: G.J. Mooy in ZAC tenue

Aan een mooie serie wedstrijden komt in de kwartfinale een eind. De selectie heeft laten zien, potentie te hebben voor de 1e klasse. In de eerste helft scoorde de Zwolsche reeds na 35 minuten. Uit een aanval van het drietal Gilliam, Bronius en Rigter, gaf de laatste het beslissende tikje. In de tweede helft zijn het de Rotterdammers die veel in de aanval waren en het wachten was dan ook op de gelijkmaker. Na hachelijke momenten in de verdediging is het de aalvlugge aanvaller Van Zeijl die gelijk maakt. Zwolsche Boys moest komen want een gelijkspel betekende uitschakeling maar ondanks de inzet en kleine kansjes bleef het echter 1-1. De Provinciale Zwolsche courant vindt dat enige positieve woorden aan de Zwolsche vereniging op zijn plaats is:

Vanaf 1930, toen PEC zich op eersteklas niveau met ZAC kon meten, en Zwolsche Boys zich met de 2e klasse rol tevreden moest stellen, is de rivaliteit goed op gang gekomen. PEC vertegenwoordigd, min of meer de middenklasse, Z.A.C. de elite en Zwolsche Boys de arbeiders klasse. Deze stammenstrijd speelt overigens door de hele samenleving een grote rol.

1940/1945: Voetballen tijdens de oorlog.

Doelman Leo Halle met op de achtergrond Bertus Caldenhove. Nederland – België 4-2op 31 maart 1935

Tijdens het seizoen 1938-1939 werd de 32 jarige doelman Leo Halle aangetrokken als trainer. Leo was keeper van Go-Ahead en het Nederlands elftal en bekleedde de trainersfunctie belangeloos. Hij volgde oud-international en voormalig teamgenoot Wim Roetert op. Zwolsche Boys eindigde in het trainersdebuutseizoen van Halle op een keurige 3e plaats. Het seizoen erop besloot Halle zijn keepers carrière te beëindigen om zo een betaalde functie te kunnen aannemen bij Zwolsche Boys. Vanwege het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd er in het seizoen 1939/1940 een noodcompetitie opgezet zonder promotie of degradatie. Zwolsche Boys werd kampioen en pakte de eerste titel onder trainer Leo Halle. Halle bleef in de bezettingsjaren vier seizoenen trainer en alle in de 2e klasse.

De KNVB, die de K niet meer van de bezetter mocht gebruiken, werd verplicht om de voetbalcompetitie te herorganiseren. Alle regiobonden met of zonder geloofsovertuiging moesten worden opgenomen binnen de NVB. Voetbal bleek in Nederland tijdens de bezetting niet alleen geliefd, het werd zelfs nog veel populairder dan voorheen. Vreemd wellicht maar het bijwonen van een wedstrijd zorgde voor ontspanning en sociaal contact met dorpsgenoten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verdubbelde het bezoek aan voetbalwedstrijden, hoewel verzetsbladen soms tot een boycot opriepen. Op 2e pinksterdag 1944 bijvoorbeeld, was er een stormloop op 30.000 kaartjes voor de wedstrijd om het Nederlands kampioenschap tussen De Volewijckers en Heerenveen.

Verboden voor Joden (verzetsmuseum.org)

Op last van de Duitse bezetter royeren vrijwel alle Nederlandse voetbalclubs hun Joodse leden. Clubs die NSB’ers weigeren als lid aan te nemen werden door de Duitsers ontbonden. In Nederland zijn dit PEC Zwolle en Unitas uit Gorinchem. Zij durven zich openlijk te verzetten tegen dergelijke bevelen. Van beide clubs werden prominente leden op transport gesteld naar een concentratiekamp. Clubsecretaris Peters van PEC Zwolle gaat naar Kamp Vught, terwijl Huub Sterkenburg van Unitas in een buitenlands concentratiekamp de dood vindt. Sporthistoricus Jurryt van Vooren heeft onder meer onderzoek gedaan naar clubleden van de KNVB die tijdens de oorlog zijn overleden. Op Voetbalmonument.nl zijn de oorlogsslachtoffers te herleiden naar de vereniging waar zij lid van zijn.

Na de oorlog: 1e klasse en de kwartfinale KNVB beker.

De vereniging kende vooral ook in de naoorlogse jaren een bloeiperiode op het hoogste niveau. In het voorjaar van 1947 volgt er eindelijk een stap voorwaarts en volgt promotie naar de hoogste klasse der amateurs. 

7 juni 1948: Overijsselsch dagblad

In 1946/1947 zaten de drie Zwolsche clubs in de tweede klasse en juist toen werd Zwolsche Boys kampioen. Gezien de onderlinge rivaliteit was dit voor alles en iedereen met een Groen-Wit hart een heerlijk gevoel. Topscorer van de club werd Jan Wigbers met 17 goals. Ook in de KNVB bekercompetitie van 1947/1948 weten de Boys ver te reiken. Na een reeks van kleinere verenigingen werd er geloot tegen de latere bekerwinnaar Wageningen. Zwolsche Boys kan in dit duel dan niet haar gebruikelijk niveau halen, tot de kwartfinale komen is een prachtige prestatie. Over de kwartfinale is het Overijsselsch dagblad echter hard in het commentaar. In 1952/1953 speelt Zwolsche Boys nog steeds op het allerhoogste niveau en de ontmoetingen tegen GVAV, RCH en Ajax levert veel aandacht op van de media.

1951/1952. Zwolsche Boys 1e klasse. Staand: H.J. Jansen, A.J. Meekers, G. Dijkslag, Joh. Duim, A. Gerrits aanvoerder, G. Tardy, W. v/d Weg en Th. Heidenrijk. Zittend: D.L. van Heerde, T. Borgmeier en J. Duim.

Toch zal al spelenderwijs, de conclusie zijn dat de kwaliteit van de selectie te mager is om een rol van belang te spelen. Wil men aanhaken en de volgende stap maken dan is versterking zeer gewenst zijn. Men eindigde dat seizoen op de voorlaatste plaats.

22 februari 1953: Het Overijsselsch Dagblad.

1954: Betaald voetbal in Nederland

Diverse journalisten hebben in het begin van de jaren vijftig vlammende stukken geschreven over de staat van het Nederlandse voetbal. Men verwees naar de afgang van Oranje en de ergernis rondom de kwaliteit in de hoogste klassen. Ook het feit dat er allang onder de tafel werd betaald en je met straffen alleen geen beleid kunt maken kreeg veel kritiek. Het roer moet om volgens de pers en zal professioneler aangepakt moeten worden. De pers wees naar de ons omringende landen waar betaald voetbal allang gewoon is en de kwaliteit op een hoger peil is gekomen. Als vervolgens een ‘wilde’ Nederlandse Betaald Voetbal Bond wordt opgericht en een profcompetitie wordt gestart, komt ook de KNVB in beweging. Onder druk gaat Zeist akkoord en neemt de NBVB op in haar organisatie. Vele verenigingen doen een aanvraag voor een proflicentie en 82 verenigingen voldoen aan de gestelde voorwaarden. In 1954 gaat de eerste Nederlandse betaaldvoetbal competitie van start met o.a. Zwolsche Boys.

Het semi-profvoetbal is een ongewis avontuur.

19 december 1954: BVC Amsterdam- Zwolsche Boys 1-2 Olympisch Stadion.

Op 28 november speelt Zwolsche Boys thuis de eerste wedstrijd tegen het Haagse Holland Sport. Het werd een oor wassing voor de ogen van ongeveer 9000 aanwezige toeschouwers. Legendarische spelers als Mick Clavan en en Bertus de Harder zorgden voor een 0-5 nederlaag. Toen ook de tweede wedstrijd uit in Tilburg tegen LONGA met de kapitale cijfers van 7-2 verloren ging zat de schrik er goed in. In de loop van het seizoen 1954/1955 krabbelde de Groen-Witte selectie enigszins op maar de uiteindelijk derde plek van onderen is teleurstellend. De navolgende vijftien seizoenen, werd er gespeeld in de kantlijn van het betaald voetbal en leverden de Boys geen meldenswaardige resultaten op. In de periode 1954-1969 was de kelder van de tweede divisie doorgaans de vaste pleisterplaats. Soms vertoevend in de middenmoot in goede gezelschap van rivaal PEC, wat voor vele Zwolsche Boys een schrale troost was.

In de loop van de jaren ’60 ging het verder bergafwaarts met de club. Zoals het seizoen 1964-1965 waarin het onderaan eindigde met slechts dertien punten. Tijdens een Zwolsche reünie met de spelers Gait Rigter, Folly van Dam, Gerard Schuurman, Herman La Faille en Hans Jansen werd er terug geblikt op een cruciale 2-3 zege bij de latere kampioen Cambuur. Rechterspits Jansen dist zelfs nog het originele programma met de opstellingen uit zijn broekzak. De genoemde Henny Hendriksen werd in dat seizoen topscorer met 15 doelpunten en zorgde voor bijna de helft van het totaal voor Zwolsche Boys. Het zijn deze momenten in het voetballeven van de voornoemde spelers die veel plezier geeft.

De mannen van toen gniffelen nog steeds bij de herinnering. “Bij Cambuur stond de legendarische Frans de Munck in de goal. Maar hij moest wel drie keer vissen na twee goals van Henny Hendriksen en de Duitser Hannes Pfeiffer. Het was een complete sensatie.”

9 september 1956. Tijdens Zwolsche Boys – Oosterparkers 3-4. Hansje 4 jaar aan de hand van de veldwachter op zoek naar zijn papa.

Icoon Folly van Dam: Gevierd en beschimpt.

26 maart 1961. NEC- Zwolsche Boys 0-1

Voormalig profvoetballer Folkert van Dam is geboren op 22 april 1945 in  Zwolle. Op achtjarige leeftijd begon Folly aan zijn voetbalcarrière bij Zwolsche Boys: Hij doorliep alle selecties en in 1961 maakte hij op zestienjarige leeftijd zijn debuut in het eerste elftal. In 1963 ontving hij een semi-profcontract van de club. Dit hield in dat er overdag gewerkt moest worden en ’s avonds getraind. Na een aantal jaren vroeg Folly verhoging van zijn contract: ,,Ik verdiende in die tijd 1.500 gulden op jaarbasis, dit was echt te weinig gelet op het feit dat er ieder jaar weer spelers uit de omgeving van Utrecht werden gehaald die vele malen meer verdienden dan de eigen (club)spelers. Ik vroeg een verhoging tot 2.000 gulden, maar de club ging hier niet mee akkoord. In mijn contract stond echter dat wanneer Zwolsche Boys drie achtereenvolgende maanden geen salaris uitbetaalde ik transfervrij kon vertrekken.’’ Vanwege de financiële problemen waar de club mee te maken had gebeurde dit, waarna Folly zijn contract bij Zwolsche Boys inleverde.

1963. Vlnr: Haaie de Hoop, aanvoerder Henk Overmars, Hans Pfeiffer, Gerard Lippold, Koen van Vilsteren, Richard Jongman, Rein van Veen, Henny Hendriksen (vooraan), Karel van der Woude, Herman la Faille, Jan Kievit, Jaap Advocaat, Gerard Schuurman, Folkert van Dam (vooraan), Harry Paauw, de juf en trainer Joep Brandes.

Folly van Dam, Zwollenaar in hart en nieren en vader van twee kinderen en opa van vijf kleinkinderen, besloot om in 1967 de overstap naar concurrent PEC te maken. Bij de supporters van Zwolsche Boys was hier veel frustratie over en het werd hem niet in dank afgenomen. Zo noemden ze hem onder meer een “verrader” en een “overloper”. Kort na zijn overstap moest Folly met het tweede van PEC aantreden tegen zijn oude club. Na de wedstrijd werd hij belaagd en beschimpt. De 68-jarige Zwollenaar, die sinds 2007 gepensioneerd ambtenaar is, is nog wekelijks op de club te vinden. PEC Zwolle is een gemoedelijke, sfeervolle club waar je altijd heel warm wordt ontvangen.” Daarnaast houdt hij zich samen met een andere vrijwilliger, Gerard de Ruiter, bezig met het archiveren van vele historische stukken

Icoon Ivica Osim: Momenten van ‘Brille’.

6 januari 1969. Osim (links). Op de tribune want nog niet speelgerechtigd.

Het is duidelijk dat de Boys in de marge van het profvoetbal acteerden maar een licht puntje was het seizoen 1968/1969. Met het aantrekken van drie Joegoslaven, Andreja Randsic, de getructe Wojo Gardasevic en Ivica Osim kreeg de selectie kleur en kwaliteit. Vooral met de komst van de Joegoslavische international Osim kreeg de Zwolsche Boys veel aandacht in de media. De technicus met de bijnaam ‘Mister Millimeter’ kwam van FK Željezničar en werd halverwege het seizoen aangetrokken. Het was een uiterste poging van manager Schoonderwoerd om de selectie te versterken.

Dit met het oog op de laatste fase van de competitie met de hoop op een promotieplaats. Osim wilde zijn kunnen voor een paar maanden tonen met kans op een grotere club. Het was nog wel de vraag na een zware meniscusblessure in 1968 of hij nog de souplesse heeft. Ivica maakte zijn debuut thuis tegen Sportclub Gooiland op 19 januari 1969. De Leeuwarder courant was aanwezig en schreef een lyrisch stukje over het eerste optreden. In de wedstrijd tegen Heerenveen zien we dat de knie problematisch blijft en door een gebrek aan conditie zien we bij enkele momenten zijn absolute klasse. Doodzonde zo vond ook oud speler Freek Schutten, want de wijze waarop Osim met een paar acties Freek liet scoren staat de doelpuntenmaker na jaren nog helder voor ogen.

20 januari 1969: Algemeen Dagblad. Ivica Osim in witte broek passeert Gooiland verdediger Johan Schouten.

Inmiddels zijn er zakelijke problemen rond Osim. De financiële afspraken tussen Schoonderwoerd en de voetbalmakelaar van Ivica staan op losse schroeven. Later werd duidelijk dat de club niet aan haar verplichtingen kan voldoen en Osim spijtig genoeg uit Zwolle vertrekt op weg naar een nieuwe club in het buitenland. Ivica Osim geboren te Sarajevo op 6 mei 1941 kwam te Graz Zitserland op 1 mei 2022 te overlijden.

Sportpark De Vrolijkheid: Tot 1969 de huisbasis voor PEC Zwolle en Zwolsche Boys.

Grote financiële zorgen.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is e47bfd59647ddeecb4ece5a7b677155b.jpg

Zowel binnen als buiten het veld staat de vereniging onder hoogspanning. Een aantal zakenlieden hebben een faillissement van de club aangevraagd. Leden van Zwolsche Boys hebben toestemming gegeven aan het bestuur om een fusie gesprek te houden met PEC waardoor de stadsderby weleens de laatste kan zijn in de club historie. Binnen de lijnen hebben diverse spelers een officiële waarschuwing gekregen waardoor een afgezwakte selectie kans op promotie uit het zicht ziet verdwijnen. De opmerkelijke opleving in deze laatste profjaar kwam te laat voor de Zwolsche club. In juni na afloop van dat seizoen 1968/1969 komen de Boys met een vijfde plaats toch nog tot de beste eindprestatie van de afgelopen 12 jaar.

Icoon Freek Schutten: Allround middenvelder.

Freek Schutten staat in nieuwe boek PEC Man
Freek Schutten met rechts Rinus Israël in PEC tenue.

Freek is geboren op 29 juli 1942 en opgegroeid in Coevorden als telg uit een slagersgezin. Hij voetbalt al op piepjonge leeftijd in het eerste van vv. Raptim. Op zijn achttiende tekent hij zijn eerste contract bij 2e divisionist Zwolsche Boys. Na drie jaar verruilt Schutten de arbeidersclub voor het chique Be Quick Groningen. Na één seizoen keert hij terug naar Drenthe waar hij twee jaar voor SC Drenthe uitkomt. In 1967 gaat de allrounder, die op meerdere posities kan spelen, opnieuw bij Zwolsche Boys voetballen. Hij blijft de club trouw totdat door financiële malaise in 1969 een terugkeer naar de amateurs niet te voorkomen is. PEC ontspringt de dans, blijft betaald voetbal spelen en neemt de beste spelers van Zwolsche Boys over, waaronder Schutten. Bij PEC kent hij nog de nodige hoogtepunten. Hij stopt in 1976 op 34-jarige leeftijd.

Schutten was niet alleen een begenadigd speler maar vooral een jongen met karakter, die men zeker in het veld graag te vriend hield. Na zijn carrière blijft Schutten actief bij zowel Zwolsche Boys als PEC Zwolle. Bij beide clubs ligt, ondanks de oorspronkelijke rivaliteit, toch zijn hart. Bij PEC is hij bovendien een frequent en gewaardeerd bezoeker van de trainingen, waar hij graag zijn voetbalkennis ventileert. Freek Schutten komt op 12 maart 2020 te overlijden en is 77 jaar geworden. Bron: Weekblad De Swollenaer.

1969: Het semi-profavontuur ten einde.

1 juni 1969. Laatste wedstrijd in het betaald voetbal. Laatste doelpunt van de voet van Jan Welles.
1969. Zwolsche Boys spelers keren ‘symbolisch’ de rug naar het betaaldvoetbal.

Op een emotionele buitengewone ledenvergadering van dinsdag 10 juni 1969 wordt er besloten dat Zwolsche Boys haar proflicentie teruggeeft aan de KNVB en terug gaat naar de vierde klasse. PEC neemt naast de gehele schuldenlast van ongeveer ƒ150.000 ook de contractspelers van Zwolsche Boys over. Zij worden ondergebracht in de nieuwe stichting PEC Zwolle. Op muziek van Reve Passe met de tekst van Maup Biemans wordt het nu tijd voor het Zwolsche Boys clublied uit het verre verleden van 1925. In de collectie van het Historisch Centrum Overijssel (HCO) bevindt zich een film rondom de voetbalvereniging Zwolsche Boys en enkele wedstrijden die ooit werden gespeeld aan de Turfmarkt. De ingekorte versie van deze video opname heeft een lengte van ongeveer vier minuten. De werd gemaakt ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de club op 1 mei 1958.