1909: In Eindhoven ziet E.V.V. het daglicht.
De geschiedenis van EVV Eindhoven gaat terug naar 16 november 1909 toen de clubs Eindhovia en Sparta fuseerden. In eerste instantie werd de naam E.V.V een afkorting van Eindhovense Voetbal Vereniging. Rond 1921, na samenvoeging met Gestel, werd het huidige E.V.V. Eindhoven de naam. Inmiddels speelt de vereniging in de 3e klasse zuid bij de NVB, de voorloper van de KNVB. Er werd in 1912/1913 gespeeld in een kleine poule maar het begin is er. Vanwege de mobilisatie als gevolg van het uitbreken van de 1e wereldoorlog is de competitie in het seizoen 1914-1915 een noodcompetitie. Omdat er sprake was van een uitzonderlijke situatie was er geen promotie/degradatie. Dankzij een administratieve ingreep door de NVB gaat EVV naar de 2e klasse met in het seizoen 1921/1922 een kampioenschap en promotie naar het hoogste Nederlandse voetbalniveau. Daar handhaaft de club zich tot 1957, wat een waar kunststukje is.
De clubkleuren worden op verzoek van burgemeester Piet van Mens, blauw/wit, gelijk aan het wapen van de stad Eindhoven. E.V.V. speelt van 1925 tot 1934, na een noodgedwongen vertrek, uit het Villapark in de wijk Stratum. Het eerste terrein ligt aan de oostzijde van de Aalsterweg in het dan nog landelijke gebied tussen de Maple Farm en Villa Eikenburg. Hier speelt de club in totaal negen seizoenen, voordat het opnieuw moet verhuizen, door de oprukkende stadsuitbreiding van Eindhoven.
In 1934 steekt EVV Eindhoven de Aalsterweg over, om het hoofdterrein van het nieuw aangelegde gemeentelijk sportpark te bespelen. Het terrein, dat is aangelegd als werkverschaffingsproject, kent een hoofdtribune en in een hoefijzervorm aangelegde staantribunes. Rondom het veld ligt een sintelbaan. Er kunnen 27.000 toeschouwers een plaatsje vinden langs het veld. De eerste wedstrijd speelde EVV tegen landskampioen Ajax. Het werd een debacle eindigend in een 2-8 nederlaag. In de jaren dertig bungelt Eindhoven steeds in de onderste regionen van de ranglijst, maar in de KNVB beker weet het toch succes te boeken.
EVV Eindhoven verovert de Holdert wisselbeker.
In de jaren voor de 2e wereldoorlog is de animo voor een bekercompetitie bij eerste klasse clubs erg laag. Devaluatie dreigt maar de KNVB is inventief en nodigt de lagere klasse verenigingen uit. Overwinningen in de eerste ronde op 3e klasse Baardwijk 13-0 en ZBVV 9-0 in de tweede ronde, alsook de 2-0 op 2e klasser Hero uit Breda en 0-2 tegen Sliedrecht geven aan dat de weerstand natuurlijk minimaal was. De eerste gelijkwaardige opponent werd Hermes DVS uit in Schiedam. Het zou een gelijkspel 3-3 worden waardoor de uitspelende FC Eindhoven door mocht naar de kwartfinale. Vervolgens werd het Rijswijkse RVC met 6-2 verslagen en door 2-3 winst uit bij Kennemers uit Beverwijk is de finale bereikt.
Op 12 juni 1937 verovert Eindhoven de K.N.V.B. beker door 2e klasse vereniging De Spartaan te kloppen. In de finale gespeeld, aan de Spaarndammerdijk te Amsterdam, duurde het tot de 87e minuut eer invaller Frits Kruger na een voorzet van Wim van Oirschot de 0-1 binnen kopte.
De vlag kan uit voor het kampioenschap in de 1e klasse Zuid.
De weg omhoog is ingezet want in het seizoen 1938/1939 wordt EVV, kampioen in de 1e klasse zuid. In de laatste wedstrijd uit in Tilburg bij LONGA werd de titel met een kleine zege veiliggesteld. Eindhoven speelde aanvankelijk zeer nerveus tot in de achttiende minuut Koole met een ver schot de ban brak. EVV kon zich er enigszins uit los werken maar in het veldspel was LONGA de betere ploeg. Een beetje tegen de verwachting in was na een half uur spelen opnieuw Eindhoven succesvol. Door een inzet van Muylekom werd het 0-2 . Ook in de 2e helft hadden de Tilburgers het beste van het spel en in de achttiende minuut werden zij beloond door een afstandsschot van Bakx. Met man en macht verdedigde EVV de kleine voorsprong en trok het de winst en de 1e klasse titel over de eindstreep.
Eindhoven mag nu met de andere regiokampioenen zoals, Ajax, DWS, N.E.C. en Achilles 1894 uitmaken wie er landskampioen wordt. EVV Eindhoven wordt uiteindelijk vierde en houdt alleen Achilles achter zich.
1940/1945: De oorlogsjaren in voetballend Nederland.
Bij de instelling van de noodcompetities door de KNVB voor het seizoen 1939-’40 was het aanvankelijk niet de bedoeling dat er een kampioenscompetitie zouden worden gespeeld. Men voorvoelde dat door de dadendrang van de Duitsers, aan de grens en elders, een normaal einde van de competitie niet mogelijk was. Op 10 mei 1940 viel het Duitse leger echter Nederland binnen. Nadat op 15 mei de Nederlandse regering capituleerde en de gevechtshandelingen voorbij waren, begon men voorzichtig weer het leven op te pakken, en ook aan voetballen te denken. Uiteindelijk werd 15 juni toch begonnen met de noodkampioen competitie. Eindhoven was in de 1e klasse op een tweede plek geëindigd achter kampioen Juliana uit Limburg. De vijf kampioenen streden om de officieuze landstitel met Feijenoord als Nederlands kampioen.
Ook in het seizoen 1941/1942 wordt Eindhoven kampioen van 1e klasse Zuid. Het heeft in dat jaar de minst gepasseerde achterhoede van Nederland en was in 22 wedstrijden slechts 16 maal gepasseerd. In de nacompetitie om de landstitel strijd EVV in de voorlaatste ronde thuis tegen concurrent ADO. Bij winst is de landstitel nagenoeg binnen. Het wordt 1-1 en de kansen zijn erg klein zou een week later blijken. Een achterstallige wedstrijd van ADO tegen AGOVV wordt door de Hagenaars met 5-2 glansrijk gewonnen.
Op last van de bezetter royeren vrijwel alle Nederlandse voetbalclubs hun Joodse leden. Clubs die weigeren NSB’ers binnen het bestuur op te nemen worden door de Duitsers ontbonden. Alleen PEC Zwolle en Unitas uit Gorinchem boden verzet. Van beide clubs vertrekt als sanctie een prominent lid naar een concentratiekamp. Clubsecretaris Peters van PEC Zwolle gaat naar Kamp Vught, terwijl Huub Sterkenburg van Unitas in een buitenlands concentratiekamp de dood vindt.
Voetbal bleef in Nederland tijdens de bezetting niet alleen populair, het bezoek aan voetbalwedstrijden verdubbelde, ondanks dat verzetsbladen tot een boycot opriepen. Tweede pinksterdag 1944 was er een stormloop op de 30.000 kaartjes voor de wedstrijd tussen VUC en De Volewijckers om het Nederlands kampioenschap. De Videobeelden komen uit het Olympisch stadion. Het was een manier om te ontspannen en even onder ons Nederlanders te zijn. Ook ondergedoken joden bezochten wedstrijden. Zoals Simon de Winter, een van oorsprong Nederlandse jood die nu in Israël woont. Hij ging in april 1944 als kind van twaalf jaar naar de kampioenswedstrijd tussen HVV en Neptunus op het Rotterdamse Spangen. Bron: Historiek ‘ Oorlog is voetbal’ en Historisch Nieuwsblad.
Sporthistoricus Jurryt van de Vooren heeft de voetbalnamen van ongeveer 2000 overleden slachtoffers online gezet. Voetbalverenigingen kunnen met een eenvoudige klik de spelersnamen van hun vereniging herleiden. In dit register doemt de naam op van M. Cahn van EVV Eindhoven, vermoedelijk jaar van overlijden 1944.
1951: Eerste TV uitzending komt uit Eindhoven.
Nu vinden we het de gewoonste zaak van de wereld om tv te kijken, maar zeventig jaar geleden was dat nog héél bijzonder. Omroep Brabant meldt: Op 2 oktober 1951 was de eerste Nederlandse tv-uitzending. Philips in Eindhoven heeft daar een grote rol in gespeeld. Sterker nog: in de regio Eindhoven kon men al jaren tv kijken. Geen toeval natuurlijk, want Philips wilde graag tv’s verkopen.
In de omgeving van Eindhoven waren mensen die van Philips een televisietoestel hadden gekregen. Zij konden die experimentele uitzendingen ontvangen. Het waren vaak wat hogere functionarissen bij Philips, maar ook radiohandelaren die dan zo’n tv in de etalage hadden staan.
1950/1954: De gouden jaren van EVV Eindhoven.
Onderleiding van trainer Wim Groenendijk kunnen de vijftiger jaren wel de meest succesvolle periode genoemd worden. In 1950 maakt Noud van Melis als eerste international van Eindhoven zijn debuut in het Nederlands elftal. Ook Frans Tebak en Dick Snoek zouden snel voor Oranje debuteren. In de afdeling Zuid van 1952/1953 hebben Eindhoven en PSV beide 37 punten weten te verzamelen uit 26 wedstrijden. Het toenmalige reglement van de KNVB schrijft een beslissingswedstrijd voor. De gigantische publieke belangstelling brengt zelfs de Rotterdamse Kuip even als locatie in beeld. Men besluit evenwel de supporters, in de naoorlogse jaren van de wederopbouw, niet onnodig op reiskosten te jagen.
Plaats van handeling wordt stadion De Vliert in Den Bosch. De toeschouwers, voor het overgrote deel afkomstig uit de Lichtstad, zien de moeder aller overwinningen van Eindhoven. Via een hevig betwiste strafschop, benut door aanvoerder Frans van Tuijl, nemen de blauw-witten al snel de leiding. Coen Dillen maakt met een afstandsschot gelijk, maar kort na rust scoort Piet van Rooij het winnende doelpunt.
Het feest na afloop houdt kennelijk wat al te lang aan. In de competitie om de landstitel met RCH (Heemstede), Sparta en Vitesse komt EVV maar moeizaam op dreef. Toch dwingt de ploeg nog een beslissingswedstrijd tegen RCH af, maar die gaat in De Kuip,na verlenging met 2–1 verloren. Net als in 1942 is Eindhoven vicekampioen, maar de drang naar revanche overheerst uiteraard de tevredenheid over dit resultaat.
1954: Eindelijk Nederlands kampioen.
In de competitie 1953/1954 weet Eindhoven dat jaar concurrent Willem II achter zich te houden. Eerst door de thuiswedstrijd met 5–4 te winnen. Waarbij Eindhoven kort na rust nog tegen een 1-4 achterstand aankijkt, maar mede door de vijfde treffer van Toon Feijen nipt wint. De titel wordt net als in het verleden in Tilburg behaald. Willem II wordt in een regelrechte thriller op 3–3 gehouden wat voldoende is om kampioen te worden. In het landskampioenschap treft men DOS, het hoofdstedelijke DWS en PSV. Na vier speelronden hebben alle ploegen vier punten. Vervolgens declasseert Eindhoven, de rood-witte stadgenoot PSV, in eigen huis aan de Frederiklaan. De wedstrijd eindigt in 0-4 na superieur spel van de blauw-witten. Tot de grote uitblinkers behoren Jan Louwers en Piet van Rooij.
Een week later wordt het DOS van Joop van Basten, Louis van den Bogert, Hans Kraay sr., Tonny van der Linden en Cor Luiten met 3–1 verslagen. Midvoor Noud van Melis tekent voor de drietal Eindhovense doelpunten. Voor het eerst is Eindhoven landskampioen. Niet veel later zal duidelijk worden, dat deze landstitel de laatste is in het amateurtijdperk. Waarschijnlijk zal Eindhoven tot in lengte van dagen de ‘allerlaatste amateurkampioen’ blijven. Videobeelden van deze wedstrijd.
Nederland gaat semiprofessioneel voetbal spelen.
Het seizoen 1954/1955, het eerste in het betaald voetbal, was voor Eindhoven ook succesvol en weer werden zij kampioen van haar klasse. Samen met drie andere Brabantse clubs, NAC, PSV en Willem II, werd de competitie om het landskampioenschap gespeeld. Eindhoven eindigde op de laatste plaats. In het seizoen 1956-1957 kwam aan deze prachtige reeks een einde en degradeerde de vereniging op 12 juni 1957 uit de eredivisie naar de 1e divisie.
E.V.V. Eindhoven ‘Houd de hand op de knip’.
De revolutionaire introductie van profvoetbal telt vooral slachtoffers onder de clubs die niet hebben geanticipeerd op de veranderingen. Eindhoven is daarvan het beste voorbeeld. De club van de machtige secretaris Gerrit – Jan Blom zweert bij het zuivere amateurisme. Sport en geld kunnen in zijn optiek niet samengaan. Aan het begin van de jaren vijftig weigert Eindhoven zijn spelers onderhands te betalen, wat elders in Brabant en Limburg royaal gebeurt.
Eindhoven heeft in 1956 te weinig jonge spelers om voor aanwas te zorgen en áls er al geld in kas is, wordt dat niet aangewend om voetballers te kopen. In het eerste Eredivisie seizoen eindigt Eindhoven dan ook als laatste. Clubs waarmee het twee of drie jaar eerder nog om de landstitel streed zoals PSV, Sparta, SC Enschede, Fortuna ’54 en Elinkwijk maken nu vijf, zes of zeven doelpunten tegen de blauw-witten.
Clubicoon Frans Tebak: 10 x Oranje international
Franciscus Antonius Maria Tebak is te Eindhoven geboren op 20 september 1927. Hij begon zijn voetballoopbaan bij EVV Eindhoven op achttienjarige leeftijd. Tebak werd één van de dragende krachten van FC Eindhoven, dat in de jaren ’50 glorieuze tijden kende. Hij speelde tussen 1946 en 1963 bijna 600 wedstrijden voor EVV waarmee hij in 1954 landskampioen werd. In deze jaren maakte vooral de verdedigingslinie van Eindhoven veel indruk in voetballend Nederland. Frans Tebak vormde samen met de oersterke Frans van Tuijl het verdedigingsduo, met daarachter doelman Jan Hanssen. Dit trio stond bekend als ‘De schrik van het Zuiden’.
Tussen 1952 en 1954 kwam hij in totaal tien keer uit voor het Nederlands voetbalelftal. Het was voor Oranje niet de meest gelukkige periode want van de tien wedstrijden werden er slechts twee gewonnen. Vanaf 1959 had hij een slagerij in Eindhoven. Frans is de vader van Evert Tebak, de huidige eigenaar van Keurslager Tebak. Alle zonen van Frans gaan het slagersvak in. Het betaald voetbal was geen vetpot en een combinatie met werk te zwaar. Om het gezin te onderhouden stopte Frans met voetbal en richtte hij zich op zijn bedrijf. De slagerij in de Resedastraat in Eindhoven is nu volledig in handen van zijn zoons. In het Jan Louwers Stadion van FC Eindhoven is een tribune naar Frans vernoemd. Frans Tebak is te Eindhoven overleden op 8 augustus 2002.
Clubicoon Dick Snoek: 3 x international.
Dick Snoek is geboren te Djokjakarta in Nederlands-Indië op 4 april 1926. In 1946, kort na zijn overstap van Gestelse Boys naar Eindhoven, werd Snoek als dienstplichtig militair uitgezonden naar Nederlands-Indië waar op dat moment een onafhankelijkheidsstrijd werd gevoerd. Na zijn terugkeer in Nederland maakte de linksbinnen vanaf 1949 een bliksemcarrière bij Eindhoven. Aanvankelijk kreeg hij slechts een plek in het zevende elftal, om vervolgens de sprong naar het tweede elftal te maken. Pas in 1950 maakte hij zijn entree in het eerste elftal waar hij direct een basisplaats veroverde en enkele maanden later zelfs geselecteerd werd voor het Nederlands voetbalelftal. Dick Snoek gold als een harde werker, een goed schutter en een bekwame spelopbouwer.
Dick werd gezien als vervanger van Kees Rijvers, die naar Frankrijk was vertrokken om er profvoetballer te worden en daarom niet meer voor Oranje mocht uitkomen. Snoek kwam in 1950 en 1951 drie keer uit voor het Nederlands elftal. Daarbij was hij niet succesvol want er werd verloren van België, Frankrijk en Noorwegen. Beter verging het Dick in 1954 bij het landskampioenschap met Eindhoven. Aansluitend maakte de aanvaller een kort uitstapje naar Sportclub Venlo ’54 waar hij een profcontract tekende. Enkele maanden later kwam de profvoetbal bond NBVB en de KNVB tot een vergelijk waardoor er voortaan ook mocht worden betaald door KNVB-clubs. Hij keerde terug naar Eindhoven, waar hij in 1960 zijn carrière afsloot. Dick Snoek overleed te Eindhoven op 16 november 2002.
Clubicoon Jan Louwers: Een ongrijpbare rechtsbuiten.
“Dat waren nog eens tijden” zegt Jan Louwers (68) terwijl hij terugblikt op de wedstrijd Eindhoven – PSV 2-1. ,,De mensen zaten op de daken toen de ploeg Eindhoven binnenkwam.” Zo gek heeft hij de mensen in Eindhoven alleen nog meegemaakt toen de ploeg vervolgens in de beslissingswedstrijd om de landstitel in het Feyenoord-stadion tegen RCH moest spelen. ,,Op de markt stonden duizenden mensen te luisteren naar de radioreportage van Dick van Rijn en Leo Pagano. ” Hun krakende stemmen weerklonken uit luidsprekers die rondom waren opgehangen. Maar Eindhoven verloor en Eindhoven treurde.
Een jaar later werd Eindhoven alsnog kampioen van Nederland. Het voetbal van de wijk Stratum was toen nog populairder dan het voetbal uit de wijk Strijp, het Philipsdorp. Het stadion aan de Aalsterweg werd regelmatig bevolkt door 16.000 toeschouwers. De mensen kwamen vooral voor Jan Louwers, een geniale en grillige voetballer die de verdedigers tot wanhoop bracht en het publiek in extase.
Waar is de tijd gebleven dat het publiek kon genieten van een solist, van een voetballer die mag doen waar hij goed in is? Louwers kijkt met genoegen terug. ,,Het publiek zat tot aan de lijn van het veld. Als ik een hoekschop moest nemen, moest ik tegen de mensen weg duwen.” In Eindhoven, bij PSV en bij EVV, herinneren ze Louwers nog als de beste rechtsbuiten die er in Brabant is geweest misschien wel van Nederland. Hij was eigenlijk een zwervende rechtsbuiten. Liever speelde hij midvoor of binnenspeler. ,,Maar omdat Noud van Melis beter in de spits was en meer scoorde, ben ik naar de rechtsbuiten plaats gegaan. Noud en ik vonden elkaar blindelings. Zo’n goed koppel hebben ze in Eindhoven niet vaak meer gezien.”
Van Melis speelde wel in het Nederlands elftal, evenals Frans Tebak en Dick Snoek maar Louwers echter nooit. Te eigenwijs, weten mensen in Eindhoven, grillig en als mens ongrijpbaar. ,,Hij liet zich niet voorschrijven hoe er gespeeld moest worden of hoe laat er getraind moest worden. Hij had zijn eigen manier”, zegt Frans van der Putten, die in de jaren vijftig tussen het eerste en tweede elftal pendelde en nu commercieel manager is van de club. ,,Hij was een keer zo kwaad omdat hij niet door Van der Leck werd opgeroepen voor het Nederlands elftal dat hij in de wedstrijd tegen NAC linksback en international Kees Kuijs helemaal zoek speelde. Louwers lag vaak dwars. ,,Als hij een keer te laat kwam op de training zette trainer Wim Groenendijk, hem ernaast. Dat maakte Jan niks uit. Dan speel ik toch lekker niet, zei hij. Eindhoven verloor en dus werd Jan de volgende wedstrijd toch weer opgesteld. Soms had je het gevoel dat het voetbal niks voor hem betekende. Maar dat is een verkeerd gevoel. Hij was gek op voetbal, maar wel op zijn voetbalmanier.”
,,Ik was een zelfstandige jongen”, nuanceert Louwers. ,,Ik moest in die tijd een eigen zaak zien op te bouwen. Maar aan de andere kant had ik ook een hekel aan mensen die dachten dat ze het beter wisten. Kessler en Cruijff klikte toch ook niet in het Nederlands elftal ? ” Toen Eindhoven in het betaaldvoetbal de aansluiting met de top (PSV in het bijzonder) verloor, verging Louwers ook steeds meer de lust voor Eindhoven te spelen. Hij wilde graag weg naar PSV of naar welke club dan ook.
In 1959 gebeurde het: PSV koopt Louwers van Eindhoven, hoewel de dertigjarige genie niet meer in zijn beste doen was. ,,Het leek wel een aardbeving in Eindhoven”, weet Louwers. ,,Er stonden zeker honderd ingezonden stukken in de krant. Zo kwaad was iedereen op mij en op PSV. Maar ik wilde aan de top voetballen. Ik zei dat ik zou stoppen als Eindhoven me niet liet gaan. We hadden bij PSV een goed elftal. Daar leefde ik op als mens en als voetballer. ” Met PSV aan de Aalsterweg tegen Eindhoven spelen, was dus een riskant avontuur voor Louwers. Na drie jaar PSV speelde hij nog drie jaar voor Roda en een jaartje bij zijn oude club Eindhoven. Lopen deed hij nauwelijks meer in zijn laatste jaar, de kniegewrichten hadden veel te lijden gehad. Midden in het seizoen stopte hij op zijn 37e.
Enige jaren geleden werd het sportpark aan de Aalsterweg naar Jan Louwers vernoemd. Op de gevel van het stadion, dat wordt gerenoveerd tot een voetbaltempeltje met 5.500 overdekte zitplaatsen, staat de naam van de legendarische voetballer. Het streelt hem echt wel want zo onverschillig is hij ook niet. ,,Eindhoven was een fijne club, een echte club van het volk. Maar de tijden zijn veranderd. Ik ga liever niet meer kijken. Niet om Eindhoven, maar om het voetbal in de 1e divisie. Het is God zegen de greep voetbal en spelers van in de dertig maken de dienst uit. Dat is niet mijn voetbal.” Jan Louwers is op 3 juli 1930 te Eindhoven geboren en aldaar op 1 november 2012 overleden.
Handhaving op het tweede niveau.
In 1956 vertrekt linksbuiten Willy Schmidt voor 42 mille naar Ajax. Hij levert meteen een grote bijdrage aan de eerste eredivisietitel van de Amsterdamse club. Andere spelers worden een dagje ouder of hangen de voetbalschoenen aan de wilgen. In 1960 stapt rechtsbuiten Jan Louwers voor circa 60 mille naar PSV. Drie jaar later wint ook hij een tweede landstitel. De grillige vedette komt dan door blessures nog maar weinig aan spelen toe. Wel zet hij, samen met Toon Brusselers, nog steeds de lijnen uit. Overigens is ook Noud van Melis in 1956 voor een tweede keer in zijn loopbaan landskampioen geworden, nu met Rapid JC. Deze prestaties geven duidelijk de kracht van de Eindhoven-voorhoede uit de jaren vijftig aan. Vanaf 1957 tot en met 1968 zijn het voor de blauw-witten magere jaren. Geen opzienbarende uitslagen of opmerkelijke situaties maar men handhaafde zich op 1e divisie niveau daarmee is alles gezegd over die periode. Of het zou moeten zijn dat Dick Snoek vertrekt naar VVV uit Venlo en na een controverse met het bestuur slaat ook de lange aanvoerder Frans van Tuijl de deuren achter zicht dicht.
Frans voelt zich door het bestuur besodemieterd vanwege niet nagekomen afspraken en zweert ‘nooit meer een stap’ te zetten aan de Aalsterweg. Het afhaken van ‘de lange Van Tuijl’ valt zwaar. Hij is de man die het elftal bijeenhield en namens de spelers onderhandelde over premies en consumptiebonnen. Feestjes organiseren kon Van Tuijl ook goed. ‘Ik was eigenlijk een hele slechte aanvoerder’, zei hij met een knipoog.
Van concurrentie met de rijke stadsgenoot PSV is geen sprake meer. Toch wordt aan het begin van de jaren zestig nog een mooi resultaat geboekt. In het seizoen 1962/1963 worden de 1e divisie A en B samengevoegd. Eindhoven moet een halve competitie tegen Veendam en SVV (Schiedam) spelen om zich op het tweede niveau te handhaven. Men incasseert een nederlaag in Veendam (2–1), met oudgediende De Munck onder de lat, maar men klopt thuis SVV (2–0). Alle ploegen eindigen met twee punten. Met een beter doelgemiddelde handhaven Veendam en Eindhoven zich ten koste van SVV. Het is het laatste succes voor Piet van Rooij en Frans Tebak, de twee resterende spelers uit het kampioenselftal van 1954. Over de zestiger jaren was er over resultaten weinig te melden, totdat Eindhoven in het seizoen 1968-1969, na het spelen van een beslissingswedstrijd tegen de Volewijckers in Arnhem, degradeert naar de 2e divisie.
Dat de selectie in 1971, onder leiding van de Engelse trainer Lesly Talbot weer wist te promoveren, maakte de schrik er niet minder om. In het seizoen 1974-1975 werd Eindhoven periodekampioen en promoveert het elftal naar de eredivisie. Tijd voor het zingen van het clublied: Ole Ole voor E.V.V. onder aanvoering van zanger Theo de Vries en het Koor der Blauwwitten met de Wooltown jazzband.