RKVV Baronie

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is image.png

Het sportieve Roomsche leven

De voetbalvereniging Vitesse Ginneken werd op 4 juni 1926 opgericht. Vitesse begon als een clubje bevriende jongeren. Katholieke jongens uit de middenklasse die zonder enige pretentie lekker wilden voetballen. Hun thuishaven was een veredeld knollenveldje in Ginneken onder de rook van Breda. De club promoveerde van de derde naar de tweede klasse van de Brabantse Voetbalbond.

Boven: Scheidsrechter Kools, Verschuren, Rijppaert en van Opstal.
Midden: Kleemans, Kuijlaars en Adank.
Onder: Sommer,de Kanter, Broeckx, Bastiaansen en Elsevier
Willem Binck
Kapelaan Willem Binck

Er werd in 1926 met Mastbosch en in 1929 gefuseerd met RKVV Bredania, een club opgericht door “voetbalmissionaris” kapelaan Willem Binck. De naam werd veranderd in de : Roomsch Katholieke Voetbal Vereniging Baronie. Tot afgrijzen van de katholieke Kerk waren er neutrale/niet religieuze voetbalbonden. Dankzij de Roomsch Katholieke Voetbalbond konden katholieke jongeren tussen 1915 en 1940 ‘veilig’ voetballen onder geloofsgenoten en de geestelijkheid. Kapelaan Willem Binck was ook hierin de animator. Het Rijke Roomse leven werd voor een groot deel in stand gehouden door de overtuiging van de gelovigen maar ook door een vorm van sociale controle. Als men niet meedeed aan dagelijks kerkbezoek en uiterlijk vertoon van vroomheid kon men problemen verwachten op het werk of de school.

1929 Mastbosch Ginneken. Uiterst rechts oprichter Harry de Leeuw.

De pastoor en de kapelaans hielden ook intensief contact met hun parochianen en kwamen bij vele gezinnen geregeld op huisbezoek. Het was een manier om zo de katholieken uit de sfeer van de ‘heidenen’ te redden. Zo werd dat toen tot in de zestiger jaren beleefd. Een stal bij het plaatselijke Café de Jong deed vanaf 1929 dienst als kleedlokaal. Een ongekende luxe voor gasten die gewoon waren zich thuis of bij de buren om te kleden en te wassen. Bij Café de Jong hadden ze ook nog een pomp ter beschikking.

1929 De Baronie. Staand: Piet van Dun, Smeekens, Jan Verschuren, Dré van der Reijt, Jef Broekx, Vermeulen en Bert Bartels. Zittend: Peut van Pelt, Jan Sprangers, Kees Kimmel, Geert Brouwers en Vlam van Gils

De sportieve lijn zette zich voort, want in het seizoen 1928-1929 werd men maar liefst tweede op de ranglijst in die le klasse. In datzelfde seizoen werd opnieuw een nieuw terrein betrokken. Dit maal was het een weiland van ene boer Van Haperen, waar een houten schuur dienst deed als kleedruimte. Het nieuwe terrein lag naast kasteel Bouvigne aan de Galderse weg. Oud-speler Gerrit Govaerts schrijft in de Baronie-Flitsen van 21 oktober 1948, toen Baronie al weer vele jaren op `Moederheil` speelde het volgende:

“ Als we thans een bezoek aan `t Baronieterrein brengen zien we een prima accommodatie, overdekte tribune, en een keurig onderhouden speelveld met fraaie grasmat. Dan gaan onze gedachten terug naar de periode waarin Baronie nog op `Bouvigne` speelde, waar de spelers zelf de lijnen kalkten, en netten hingen. Het handjevol bezoekers en trouwe supporters, kochten hun entreekaartje aan een tafeltje onder de oude bomen. De Vrachtwagen is een café, gevestigd op een paar honderd meter verwijderd van het voetbalveld aan de Galderseweg. Omdat er geen kantine aanwezig was, werd dat het clubhuis. Vanaf 1949 wordt de clubnaam omgedoopt tot V.V. Baronie, wat verwijst naar de streek rondom Breda. Het dorpje Ginneken is nu opgeslokt en is een wijk van Breda.

Een ‘veilige’ katholieke opvoeding.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is Baronie-2.jpg

De eerste drie decennia van het bestaan verbleef Baronie veelal in de tweede klasse. De overwegend katholieke club stond altijd in de schaduw van het grotere NAC, en had ook niet de intentie verder door te breken. Een groot deel van de leden bestond uit personen uit de middelste sociale klasse, die niet ten koste van alles voetballer wilden worden. Van echte concurrentie tussen NAC en Baronie was dan ook geen sprake, omdat het verschil in omvang simpelweg te groot was.

1934: Promotie naar de 1e klasse KNVB.

Sportief succes was er voor Baronie, toen in het seizoen 1933-1934 – na vele magere jaren – het kampioenschap in de 2e klasse van de K.N.V.B. behaald werd en men naar de le klasse promoveerde. Het als uiterst sterk bekend staande H.E.R.O. werd in de kampioenswedstrijd met 3-2 verslagen, nadat de Baronnen overigens met 0-2 hadden achtergestaan.

26 maart 1934: Staande: Verschuren, Laning, J. Sprangers, Wollenberg, van Gils, van Opstal en Jan van Pelt. Zittend: Anthonissen, Kools, van Iersel, Jac. van Pelt en van Unnik. Uit het Dagblad van Noord-Brabant

Buiten dat het een prachtig resultaat is, is het ook als vreugde moment zeer welkom in de sombere dertig jaren. Deze donkere jaren die vooral bekend staan als de crisisjaren met een grote werkeloosheid. De voetbalverenigingen hadden het ook moeilijk want er was nauwelijks geld voor gezinnen om de monden te vullen laat staan dat er geld is voor het kopen van een voetbalkaartje. Daar bovenop volgt ook nog de 2e wereldoorlog in al zijn verschrikkingen.

Voetballen tijdens de 2e wereldoorlog.

13 april 1942: Nieuwe Tilburgsche courant.

Aan de hand van verhalen van oud voetballer en linksback Marinus Broeders krijgen we een beeld. Het seizoen 1941/1942 verliep goed en met R.K.T.V.V. uit Tilburg waren wij de kanshebbers. In verband hiermede werd door het Bestuur besloten om extra te trainen. Dat was gauw gezegd. Maar hoe wilde men trainen. Zoals men weet was er in die tijd een verduisteringsverbod en zaaltraining was niet voldoende. Er werd dan ook besloten bij lichte maan op het Baronieterrein te trainen. Zo kon men ons dan in het maanlicht over het terrein zien lopen, springen, en al wat bij training zonder bal voorkomt. De zondag dat wij tegen R.K.T.V.V. moesten spelen was er geen ander vervoermiddel aanwezig dan de vrachtauto van de firma Van der Reyt, waarvan zoon Frans als spil in het eerste elftal speelde. Toen wij die zondagmorgen bij Verschuren tezamen kwamen, was het mooi zonnig weer. Na enig overleg besloten we om in plaats van met de vrachtauto, per fiets naar Tilburg te gaan. Wij kunnen U verzekeren, dat de fietstocht naar Tilburg en terug de mooiste fietstocht is geweest, die wij ooit gemaakt hadden. Wij hadden de wedstrijd gewonnen en het kampioenschap kon ons praktisch niet meer ontgaan. Kort en goed: wij werden kampioen en dus eersteklasser.”

Zo moest het zijn, maar het liep anders. In de promotiecompetitie werd Baronie ingedeeld met Vlissingen en Helmond. De apotheose werd de uitwedstrijd tegen Helmond. Baronie moest winnen om nog kans op de 1e klasse te maken. Na een kwartier spelen ziet het er somber uit. Een verslag uit de Maas en Roerbode van maandag 1 juni 1942 is hard en duidelijk. Alle moeilijkheden ten spijt, konden toch nog enkele supportersreizen naar uitwedstrijden georganiseerd worden; iets wat in het seizoenen 1943-1944 niet meer mogelijk bleek. Spijtig want met RKSV Schijndel is de spanning tot aan het einde groot.

1942: Marinus Broeders

In het laatste jaar van de oorlog was de voedselvoorziening beroerd, en sporten met een lege maag was toen moeilijk. Marinus Broeders over Baronie tijdens de bezetting: “Met het eten was het in die tijd al even droevig gesteld. Dit werd des zondags, als wij moesten spelen, ondervangen door de voorzitter, de Heer Drs. Max van Iersel. Wanneer wij des zondags moesten spelen, kwam de Heer van Iersel met zijn door ons zo begeerde koffertje opdagen. In dat koffertje zaten dan voor iedere speler en reserve twee boterhammen met ham belegd, alsmede voor iedere speler en reserve 1 of 2 repen chocolade. Hiermede willen wij maar zeggen, dat er niets onbeproefd werd gelaten om de geest en de band in onze vereniging, ondanks de moeilijke omstandigheden, in tact te houden. Dit was dan de periode tijdens de bezetting.”

Harry de Leeuw: Gouden man voor Baronie en leger, op dat ene moment na.

Harry de Leeuw (1893) was een Tilburger, maar woonde lange tijd in Breda. In 1926 was hij mede-oprichter van voetbalclub Vitesse, de voorloper van vv Mastbosch, die in 1929 na de fusie met Bredania weer opging in vv Baronie. Hij was voorzitter tussen 1926 en 1938. De Leeuw was  een sterke persoonlijkheid die stond voor zijn club, zoals in 1970 een clublid vertelde in Dagblad De Stem: “Voor Baronie was het een geweldige kerel. Hij animeerde de jongens enorm. Hij deed alles voor club. Zo’n voorzitter heeft de club later niet meer gehad.” De Leeuw dreef een sigarenzaak op de hoek van de Dillenburgstraat/Bloemstraat in het Ginneken tot hij in 1938 terugkeerde naar Tilburg. De Tweede Wereldoorlog bracht hem als sergeant-majoor terug naar Breda. De Leeuw hoefde nooit verantwoording afleggen voor zijn handelen op 12 mei 1940.  Bron: BN DeStem

Baronie-voorzitter Harry de Leeuw (met bos bloemen) kijkt toe terwijl Baronie-speler Dré Leijten de hand schud van burgemeester jonkheer meester Theodore Serraris van de gemeente Ginneken en Bavel voorafgaand aan een duel met LONGA op 8 april 1934. © Willem Riemslag/vv Baronie

De jaren na de oorlog

De eerste jaren na 1945 werd de Baronie ingedeeld in de hoogste 1e klasse. Wonderwel lukte het zich daarin te handhaven maar in het seizoen 1948/1949 ging het dan toch mis om in de periode 1949/1950 weer terug te keren, echter opnieuw voor slechts één jaar. De katholieke vereniging ging spelen in het nabij gelegen Ginneken/Bavel. Het kon daar een terrein huren voor 120 gulden per jaar.

7-12-’52: Theo Heeren en Toon van de Corput. Baronie- Middelburg 1-0

Het veld lag vlak achter Moederheil, een opvanghuis voor ongehuwde moeders. Hoewel de accommodatie, zonder verlichting, eenvoudig van aard was, is men zeer enthousiast. Kapelaan A. Theeuwes schreef in het clubblad De Baronie flitser “Sport is slechts een middel om tot een hoger doel te komen. Dat wil zeggen, te komen tot een geestelijk en lichamelijk volgroeid christelijk mens. Dat de jeugd hierin een cruciale rol speelt, behoeft nauwelijks uitleg”. Volgens de kapelaan stond het buiten kijf dat het ontbreken van katholieke invloed funest zou zijn voor de jongeren in de samenleving. 

1952: Piet Kools, Theo Heeren , keeper, Toon van de Corput, onbekend, Puck Storimans. Knielend: Gerrit Lokhoff, J. Kielman, Henk van de Langenberg, Toon Grauwmans en onbekend.

Kampioenschappen in de vijftiger jaren.

1953: Jan Kools
1952: Een verkoper van zondagskranten op het Baronieterrein.

Sportpark De Luiten zat twee jaar achter elkaar afgeladen vol. Officieel bood het in 1950 geopende RBC-stadion in Roosendaal destijds plaats aan zo’n 7.000 toeschouwers. Het was een unieke situatie dat er tweemaal achtereen een beslissingswedstrijd werd gespeeld tussen dezelfde verenigingen, DOSKO uit Bergen op Zoom en Baronie. In krantenartikelen van het Brabants Nieuwsblad en De Stem wordt gerept over 14.000 en zelfs 15.000 toeschouwers bij de wedstrijden om het kampioenschap in 1952/1953 van de tweede klasse. Uitgebreide videobeelden van de wedstrijd DOSKO – Baronie op 21 juni 1953. Deze komt uit het archief van het Markiezenhof.

1953 De Baronie. Toon van de Corput, Jan Kools, Theo Heeren, Puck Storimans, Zef Ritzen, Henk van de Langenberg, Toon Grauwmans, Piet van Raak, Frans Roelands, Piet Kools en Henk Lokhof. 

Vaders zaten met hun kinderen en vrouwen in hun zondagse kleding samengepakt op de tribunes. Zelfs naast de doelpalen zat publiek. Vanuit Breda werd de Baronie-aanhang met meer dan twintig bussen aangevoerd. In Bergen op Zoom vertrokken hele pelotons met DOSKO-fietsers op die twee warme voorjaarsdagen in ‘53 en ‘54. Sportief werd de koek verdeeld; Kampioen DOSKO won in 1953 met 2-1.

De Waarheid 22 juni 1953

23 mei 1954: Baronie revancheert zich en pakt de titel.

1952: Sjef Ritzen

Een jaar later in het seizoen 1953/1954 stond Baronie tot voor de laatste speeldag twee punten achter op Dosko. De leider verspeelde echter haar koppositie en was er opnieuw een beslissingswedstrijd nodig tussen de aartsrivalen. De wedstrijd werd gespeeld op het sportpark de Luiten in Roosendaal (RBC). Getogen in de clubkleuren: Groen shirt, Witte broek, Witte kousen zagen de toeschouwers hoe, Rinus Bennaars voor Dosko in de 28e minuut, een strafschop miste. Baronie was niet echt in goede doen maar door geklungel in de Berg op Zoom defensie kwam de bal bij Van den Langenberg. Hij tikte eenvoudig op twee meter van de doellijn Baronie in de 61e minuut op voorsprong.1-0. Hoewel DOSKO de betere was vond men in doelman Jan Kools een onneembare vesting. Hij hield de nul dus ging de titel naar Breda.

Juichende voetbalsupporters van Baronie.

Het onthaal was massaal bij café-restaurant De Vrachtwagen dat als clubhuis was uitgegroeid nadat de Dosko aanhang naar Bergen op Zoom vertrokken waren. Eindstand 1-0. Dit kampioenschap betekende nog geen promotie naar de 1e klasse. Die werd betwist in een nacompetitie met DFC uit Dordrecht en Helmondia maar werd door Baronie niet verzilverd. Het feest was er niet minder door.

1955: Het plotse overlijden van midvoor Henk van de Langenberg.

1955: Kees Rijvers t.g.v benefiet Henk Langenberg.
1953: Henk van de Langenberg.

Nog geen jaar later kwam het verdrietige bericht dat 1e elftalspeler Henk van de Langenberg plotseling was overlijden. Henk was al enkele weken afwezig omdat hij hoofdpijn had Op 10 februari 1955, na de eerste training sinds lang tijd, werd Henk onwel. In de kleedkamer zakte hij in elkaar en op weg naar het ziekenhuis overleed hij. De tragedie had enorme impact op de Baronie-familie. Henk die een belangrijke bijdrage had met zijn doelpunt en het behaalde kampioenschap was er plots niet meer. Henk van de Langenberg is dertig jaar geworden. Een aantal weken later nam international Kees Rijvers het mooie initiatief voor het spelen van een benefietwedstrijd tussen BVV en De Baronie ten bate van het gezin van de Langenberg.

Staand: Hans Gelissen, Theo Heeren, Toon van de Corput, Toon Grauwmans,Jos Beenhakkers en Frans van Thoor. Zittend van links naar rechts: Zef Ritzen, Koos Sins, Kees Rijvers, Piet van Raak en Frans Roeland.

Noord-Brabant de voetbalprovincie.

In de jaren ’50 was Noord-Brabant de voetbalprovincie van Nederland. Het had de meeste profclubs zoals Brabantia, PSV en EVV Eindhoven uit Eindhoven. In Helmond speelden Helmond en Helmondia’55 een stadsderby, net als BVV en Wilhelmina in Den Bosch, Longa en NOAD in Tilburg en NAC en De Baronie in Breda. Daarnaast was er RBC uit Roosendaal en in Bergen op Zoom, DOSKO. Zelfs in Valkenswaard, dat toen krap 17.000 inwoners telde, speelde men betaald voetbal bij De Valk.

1955: Semi-profvoetbal voor de Baronie.

In het seizoen 1954/1955 speelt Baronie, bij de start van het profvoetbal, nog bij de amateurs en was het ingedeeld in de 2e klasse B-district Zuid. Om voor een proflicentie in aanmerking te komen moest de vereniging naast een borgsom van 50.000 gulden ook in de 1e klasse uitkomen. Met een kampioenschapstitel op zak stapte de vereniging in een ongewis profavontuur. Op zondag 11 september 1955 gaat de profcompetitie voor Baronie van start met een uitwedstrijd tegen Heracles. Naast de overwinning komt de eerste prof-goal voor De Baronie op naam van Koos Sins.

Sigarenbandje 1955

De eerste drie wedstrijden werden gewonnen onder andere tegen Helmond thuis 3-2 en Longa thuis 2-1 en in de eerste acht bleef men zelfs ongeslagen. Deze positieve reeks kreeg echter geen vervolg en aan het einde van het seizoen 1955/1956 betekende dit een negende plaats en degradatie naar de 2e divisie. Daarin zou het de daaropvolgende veertien jaar spelen en voornamelijk in de bovenste helft eindigen. Geheel in de filosofie van de Baronie was er een hoger “geestelijk” doel en zo schikte men zich in de schaduw van de grote broer NAC.  Natuurlijk was er wel de intentie maar niet ten koste van alles. Een groot deel van de leden bestond uit personen uit de middelste sociale klasse, die met plezier voetbal wilden blijven spelen. 

Onderzoek levensvatbaarheid profclubs

Op 19 augustus 1957 opent dagblad Het Vrije Volk met een kritisch rapport betreffende het betaaldvoetbal. Vooral bij de tweede divisieclubs staat het water aan de lippen. Zoals hierboven al gemeld kiest Top Oss voor een teruggang naar de amateurs. Van haar banktegoed van 50.000 gulden heeft Top in twee seizoenen de helft al opgesoupeerd. Een overzichtelijke lijst laat zien hoe de verenigingen er qua inkomsten voor stonden. Hieronder een indicatie overzicht. In de linker kolom: Totaal aantal bezoekers over 14 wedstrijden, middelste kolom: Gemiddelde, rechter kolom: Inwonersaantal per 31 december 1956.

Een verhaal uit een Groen-Wit hart.

Hieronder vertelt Ad van Ierssel over zijn rijke Baronieleven. Kom je uit een echte Baronie-voetbalfamilie ? “Ja, dat klopt wel. Als je vader vele jaren bestuurslid is geweest van Baronie, je met drie broers in het eerste elftal hebt gespeeld en je moeder en je zus ook elke zondag op het voetbalveld te vinden waren, dan kun je wel degelijk spreken van een echte voetbalfamilie. Verder werd er in ons sigarenwinkeltje in de Dillenburgstraat uren over voetbal gepraat. Vooral op zaterdagmiddag als mijn vader de klanten bediende”.

Het echtpaar Ad van Ierssel.

Zo’n klant, tevens Baroniesupporter, was Jan Wanrooy. Hij woonde op het Schoolakkerplein en was bode van het ziekenfonds. Hij raakte nooit uitgepraat over de Baronie. Dan had je in onze winkel ook het dagelijks inleveren van de voetbalpool en de voorverkoop van kaartjes voor de thuiswedstrijden van de Baronie. Het was dus de hele week voetbal wat de klok sloeg. Maar eigenlijk moet je wat de familie Van Ierssel betreft nog een generatie terug. Mijn vader Andel van Ierssel heeft ook jarenlang in het eerste van Baronie gevoetbald en twee van zijn broers Toon en Pim van Ierssel stonden in het eerste elftal van NAC.

Zoals elke Ginnekse jongen begon je op straat te voetballen. De ijzeren putjes langs de trottoirrand vormden de doelpalen. Soms verdween de bal in zo’n putje. Je had toen nog geen last van auto’s. Soms moest je heel even wachten om een auto te laten passeren. Slechts enkele personen hadden toen een auto. Bij ons in de buurt was dat bijvoorbeeld de oude dokter Gommers. In die tijd, ik spreek nu over de jaren 1950/1960, kon je pas lid worden van Baronie als je twaalf jaar was geworden. Uiteindelijk eind jaren vijftig kwam ik in een elftal met o.a. Toon van de Corput, Jef Ritzen en Frans Roelandt. Voor de oudere Baronie supporters hele bekende namen. Mijn eerste contract als semi-prof zag er als volgt uit: de premie voor een overwinning was fl 30, voor een gelijkspel fl 15. Een nederlaag bracht niets op. Zou je door veel te verliezen bijna niets verdiend hebben, dan werd dat bedrag aangevuld tot minstens fl 600. Maar we hebben het wel over de jaren 1958/’59. Een huis dat nu 250.000 euro moet opbrengen kostte toen 25.000 gulden. We waren best tevreden, geld verdienen met je hobby was mooi meegenomen. In de volgende jaren zijn de verdiensten steeds verhoogd. Een paar overwinningen per maand en je kon er goed van leven.

vv Baronie 10 juni 1956 Staand: Charles van Osch (?), Pietje Kas, Jos Kuystermans, Toon van de Corput, Piet van Raak en van de Berk. Zittend: Hans Gielissen, Frans Roeland, Koos Sins, Toon Graumans en A. van de Haterd.

Ik herinner me nog heel goed de nacompetitie in het seizoen 1959/1960. De KNVB had bepaald dat een aantal betaalde clubs moest verdwijnen naar de amateurafdeling. Daarvoor werd een nacompetitie gehouden. Enkele van deze wedstrijden werden toen op het NAC-terrein gespeeld. Het Baronie-terrein was een zandvlakte geworden, waar niets meer aan gedaan werd, omdat Baronie zou verhuizen naar een nieuw terrein aan De Blauwe Kei. Deze nacompetitie met o.a. UVS, Zwartemeer, Zwolsche Boys, Xerxes, Velocitas, Rheden en ONA, verliep zodanig dat er op het einde een beslissingswedstrijd gehouden moest worden. Het was toen: Baronie of Xerxes moest terug naar de amateurs moeten. De Baronnen wonnen de wedstrijd, die in Dordrecht gespeeld werd, met 1-0, zodat ze behouden werd voor het betaalde voetbal. Ik weet nog dat de maker van het doelpunt een televisietoestel kreeg.

4 juli 1960: Het Parool
1964: Op het doel Ad van Ierssel en Ad Vermolen. Staand: trainer Jan Blom, Matty Brouwers, Ad Meulemans, Henk van Ierssel, Cees Schoenmakers, Hans de Jongh, Cees van ierssel en Piet van de Broek. Hurkend: Joop van Knijff, Jan Segers, Ad Kop en aanvoerder Frans Roelandt.

Baronie heeft de spelers maar niet de progressie.

In de jaren 60 kende Baronie een talentvol elftal, met George Knobel als trainer,  die we later terugzien bij Ajax en bij het Nederlands elftal. Maar ook met spelers als Nico RijndersCees van Ierssel en Gerrie Deijkers, die later bij respectievelijk AjaxFC Twente en PSV zouden doorbreken. De doorbraak van de Bredase club zelf bleef wonderlijk genoeg uit.

Tussen 1965 en 1971: Matige prestaties en geringe belangstelling.

Ook het aantal toeschouwers. liep verder terug. De eerste wedstrijd in het betaald voetbal, tegen provincie genoot DOSKO, bracht nog 15.000 mensen op de been. Met een gemiddelde van 1010 toeschouwers per wedstrijd tussen de jaren 1965 en 1970 was de opkomst wel heel mager. In het seizoen 1969-1970 bleef het toeschouwersaantal zelfs beperkt tot 837 gemiddeld. De begroting per jaar was ongeveer 20.000 gulden. Ter vergelijk de kosten voor een trainer was de helft. Vele clubs in het betaalde voetbal stonden voor de keuze of fuseren of terugtreden naar de amateurs. Een hard en een emotioneel besluit. De omgeving van een vereniging zoals families maar ook de plaatselijke middenstand leefden van en voor de club. Het bracht leven in ‘de brouwerij’ maar de KNVB  was onverbiddelijk en terecht. Kwam het bezoekersaantal beneden de 1500 gemiddeld per jaar dan was gezond betaaldvoetbal onmogelijk .

Resultaten in bekertoernooien.

Zowel in het Holdert bekertoernooi, de voorloper van de KNVB beker, als in het KNVB toernooi speelt Baronie nooit een belangrijke rol. De prestaties voor beide bekers zijn zelfs opvallend matig. In alle jaren vanaf de oprichting tot aan het afscheid van het betaald voetbal weet Baronie geen enkele maal de eerste ronde te overleven.

Icoon Nico Rijnders: Mooie carrière maar een kort leven.

Reinier Johannes Maria Rijnders is geboren op 30 juli 1947te Breda. Nico was elf jaar toen hij zich in 1958 meldde bij Baronie. Op zijn zestiende maakte hij zijn debuut als jeugdspeler bij plaatsgenoot NAC. Twee jaar later speelde hij voor NAC een verloren bekerfinale tegen Enschedese Boys. NAC plaatste zich desondanks voor de Europese competitie. Duels volgde er tegen de Maltezer club Floriana FC en Cardiff City uit Wales. In 1968 transfereerde Nico voor 150.000 gulden naar Go-Ahead om een jaar later zijn debuut te maken voor Oranje. Hij speelde in 1969 en 1970 acht interlands. Inmiddels werd deze middenvelder/afjager door Ajax weggekocht 400.000 gulden en won de landstitel en de beker en in Londen de Europacup tegen Panathinaikos. Tijdens deze wedstrijd kreeg Nico Rijnders pijn in zijn borst en werd in rust gewisseld voor Horst Blankenburg.

14 juli 1969. Ajax training in het Amsterdamse Bos. Links twee vroeg overleden spelers, Dick van Dijk, Nico Rijnders verder Tom Sondergaard en Ruud Krol.

Nico speelde 63 wedstrijden voor Ajax alvorens naar het Belgische FC Brugge te vertrekken. Ajax deed geen moeite om hem te houden waardoor er later in de pers werd gesuggereerd dat dit met zijn hartproblemen te maken had maar door Ajax als laster werd beschouwd. Op 12 november 1972 tijdens een thuiswedstrijd tegen Club Liege zakte Nico na tien minuten in elkaar. Hij werd door de clubarts D’ Hooge gereanimeerd en vervolgens afgekeurd voor topvoetbal. In 1975 werd er een benefietwedstrijd voor Nico Rijnders georganiseerd door Brugge en Ajax.

30 augustus 1970. Ajax – MVV 2-0. Links Ko Prins midden Nico Rijnders en Barry Hulshof.

Met de opbrengst probeerde Nico Rijnders er boven op te komen. Hij startte een sportzaak zoals dat wel vaker gebeurde bij voetballers na afloop van hun carrière. De problemen stapelde zich echter verder op. Zijn echtgenote verliet hem en de zaak ging failliet. Hij vulde zijn tijd in eenzaamheid omringt door alcohol.. In begin 1976 werd Nico opnieuw onwel nu tijdens de carnavalsviering in Deventer. Twee weken later op 16 maart 1976 komt hij te overlijden, eenzaam en berooid in de etage boven zijn oude sportwinkel aan een hartkwaal. Nico Rijnders werd slechts 28 jaar oud. Een energieke voetballer met een mooie “popster” uitstraling, ooit begonnen bij de Baronie heeft maar kort kunnen genieten van het leven. Uit de NOS-serie ‘60 jaar betaald voetbal‘ een fragment.

Mei 1971: Na zeventien prof-jaren terug naar de amateurs.

Na het seizoen 1970/1971 werd de Tweede Divisie opgeheven. De KNVB vond dat er nog altijd teveel profclubs waren met als gevolg dat er een sanering werd doorgevoerd. De beslissing of een club verder mocht in het profvoetbal of diende te verdwijnen uit het betaald voetbal werd gemaakt op basis van het aantal toeschouwers (gewogen gemiddelde over de afgelopen vijf seizoenen). De elf clubs met het laagste gemiddelde moesten wijken. Ook de Baronie trof dit pijnlijk besluit. Jos Coler, voorzitter van het sectiebestuur betaald voetbal, repte in 1971 ook over een ‘historische dag’. In mei vond de grote schoonmaak plaats en werd het aantal profclubs teruggebracht van 51 naar 39. De naam v.v. Baronie, heeft zeker bij de wat oudere mensch nog steeds een mooie klank. De herinnering aan enerverende duels in het betaaldvoetbal leven voort. De vereniging Baronie is nu een klinkende naam in de hoofdklasse der amateurs. Bron afbeeldingen: Stadsarchief Breda