1902: Een Utrechtsche arbeidersvereniging.
Op 12 mei 1902 werd de club opgericht onder de naam ‘ Door Eendracht Sterk’ in de volksmond kortweg DES geheten. Een naamsverandering was echter noodzakelijk om doublure te voorkomen. Vanaf 1906 kreeg de vereniging ‘De Utrechtsche Athletiek- en Voetbalvereeniging Velox’ als naam. De vereniging afkomstig uit de arbeiderswijk Tolsteeg begint in de regionale UPVB. Deze Utrechtsche Provinciale Voetbalbond bestaat uit clubs die afkomstig zijn uit de provincie Utrecht, het Gooi en het westelijke gedeelte van Gelderland.
In 1908 viert Velox haar eerste feestje en promoveert naar de 1e klasse UPVB. Hoewel deze wordt verloren stapt Velox in het seizoen 1916/1917 over naar de landelijke NVB en start in de 3e klasse. Daar wist Velox in 1917/1918 kampioen te worden en in de kruisfinale tegen het Rotterdamse USC was winst voldoende voor promotie
Velox debuteert in de 2e klasse in het seizoen 1918/1919 en zal daar de volgende 10 jaren verblijven. Pas in de periode 1927/1928 speelt Velox weer om de prijzen en wordt het zelfs opnieuw kampioen. De promotie wedstrijden die volgen zijn tegen V.S.V. en V.O.C Rotterdam. De grootste kansen werden verwacht voor VSV uit Velsen. De eerste wedstrijd voor drieduizend toeschouwers is in Velsen en opent sensationeel. Met een daverend schot van de VSV-er Horeman van 30 meter passeert hij doelman v/d Sluis. Zo staat het bij rust 1-0. Doordat VSV na een blessure met 10 man verder moest leken er kansen te liggen. Het is echter opnieuw de thuisploeg die de voorsprong door Heyermans uitbouwt en op 2-0 komt. Het is vooral door energiek spel dat A. Smit uit een hoekschop de 2-1 eindstand dragelijk wist te maken. Thuis neemt Velox, in overigens een matige wedstrijd, revanche. Met doelpunten van Hellinga, Kerstholt en v/d Ham werd een fraaie 3-0 winst behaald. De onderlinge wedstrijden tegen VOC bepaalden dat het toch VSV is dat promoveert en 1e klasser wordt.
1928/1940. Velox beloont zich wel , maar kroont zich niet.
Velox beloont zich in die jaren regelmatig tot kampioen in de 2e klasse. Wanneer het echter in de nacompetitie mag spelen om promotie naar de 1e klasse hapert de motor. Zoals in 1933/1934 toen de club na de behaalde titel, in promotie/degradatieduels met ’t Gooi en DWS, de kans kreeg op de 1e klasse. Het moest in de laatste wedstrijd thuis van DWS winnen. Het is zondag 21 mei er zitten twaalfduizend toeschouwers in hoopvolle verwachting. Aanvankelijk zit er veel spanning bij beide teams waardoor er veel slordigheden werden begaan. Zo ook bij Velox keeper Keizer die, vlak voor rust, een paar passen teveel met de bal liep en een vrije trap tegen krijgt. De geel-zwarte verdediging staat vrijwel in het eigen doelgebied en lopen elkaar in de weg. Via een klutsbal wordt het bij rust door v Es 0-1 voor de Amsterdammers.
Na de pauze heeft Velox de wind mee en is het DWS wat verdedigd. Uit een fraaie aanval wist Achterberg na zeven minuten de stand naar 1-1 te trekken. De wedstrijd werd allengs steviger en ook op de tribune was de spanning hoorbaar. Het hoogtepunt kwam na 25 minuten toen opnieuw van Es een niet te missen kans kreeg. De arbiter had zijn handen vol aan deze belangrijke wedstrijd en gaf links en rechts vele vrije trappen. Aan de stand verandert er echter niets waardoor een feestende kluwen richting Amsterdam vertrok. De Velox aanhang, enigszins mistroostig, moet weer een jaar wachten. Ook in seizoen 1935/1936 werd Velox kampioen van de 2e klasse West na een 1-0 winst op OVVO uit Amsterdam. In de nacompetitie is nu Hermes DVS de promovendus. In de volksmond kreeg de Geel-Zwarte formatie langzamerhand de bijnaam ‘eeuwige tweede’.
1940/1945: Voetballen in oorlogstijd.
Ook in de tweede wereldoorlog werd er gevoetbald in Nederland. Weliswaar in een aangepaste vorm maar voldoende om te zorgen voor enige ontspanning. De KNVB had daarin geen vrije keuze maar werd door de Duitse bezetter verplicht de competitie als gewoonlijk op zich te nemen. Het leven moest zo ‘normaal’ mogelijk zijn. Het voetbal was tijdens de bezetting zelfs populairder dan ooit in Nederland, gelet op het aantal toeschouwers. De behoefte aan ontspanning, en om elkaar te ontmoeten, ligt voor de hand.
Vanwege de mobilisatie als gevolg van het uitbreken van de 2e Wereldoorlog is er een noodcompetitie in het seizoen 1939-1940 waarbij er geen promotie/degradatie mogelijk is. Clubs werden in de regio bij elkaar gezet. Door de oorlogsdreiging kon de competitie niet ordentelijk verlopen. Vele jonge mannen werden opgeroepen voor het leger en ook was het openbaar vervoer ontregeld. Wedstrijden werden om diverse redenen uitgesteld/afgelast. Velox was de sterkste van de 2e klasse West en liet de Utrechtse verenigingen UVV , Hercules en Elinkwijk achter zich. De club staat aan kop en moet om het kampioenschap officieel binnen te halen nog één belangrijke wedstrijd spelen.
De uitgestelde wedstrijd Velox – Watergraafsmeer eindigde in een 3-0 overwinning. Doelpunten: In de 53e minuut Sluyk 1-0, Montagne 63e minuut 2-0 en in de 90e minuut Van Rooy 3-0. Er is feest in clublokaal Thalia aan het Stationsplein waar ook trainer van Asten gehuldigd werd omdat hij in twee jaar met vier elftallen de titel behaalde.
In het seizoen 1941/1942 staat Velox met UVV bovenaan. Het onderlinge verschil zat in het doelsaldo die met + 2 in het voordeel viel voor UVV. De beslissingswedstrijd op 10 mei, twee jaar na het uitbreken van de oorlog, eindigt in een uitverkocht stadion in 1-1. Van der Linden scoort voor Velox, Elswijk voor UVV. Doelman Dorus Cabo van Velox wordt met een brancard van het veld gedragen. Het gelijke spel is voor UVV voldoende voor de titel. In Hotel Noord-Brabant wordt gedineerd en feest gevierd. In een extra competitie moet UVV de eer laten aan ’t Gooi, dat eerste klasser blijft. Beide verenigingen staan ook in het volgende jaar weer gebroederlijk in de 2e klasse en in die situatie zal het vele jaren doorbrengen.
Naast de sportieve berichten was er de tragiek van de oorlog. Er was de verschrikkelijke repressie van bevolkingsgroepen zoals Joden, zigeuners, homo’s door de moffen. Velen lieten het leven onder het Duitse schrikbewind. Op Voetbalmonument.nl zijn oorlogsslachtoffers op eenvoudige wijze te herleiden naar de voetbalclub waar zij lid van waren.
1954: KNVB onder druk, semi-profvoetbal van start.
Jarenlang werd er al discussie gevoerd zowel langs de lijn als in de media, over het professionaliseren van het voetbal. In de ons omringende landen worden de spelers al jaren volop betaald, in Nederland gebeurt dit ook maar ‘achter de toonbank’. De KNVB staat niet open voor het nieuwe gedachte goed en houdt vast aan amateurisme. Inmiddels zijn diverse oud-spelers met elkaar in overleg en op 29 januari 1954 werd bij een notaris in Amsterdam de Nederlandse Beroeps Voetbal Bond officieel opgericht. In steden als Utrecht, Venlo en Alkmaar komt er geld vrij, en worden voetballers warm gemaakt om over te stappen.
In Alkmaar wordt op 14 augustus 1954 de eerste officiële wedstrijd onder de vlag van de NBVB gespeeld. Het is de vriendschappelijke wedstrijd Alkmaar-Venlo. In het eerste weekend van september 1954 begint de competitie van de NBVB door tegenstanders ook wel de ‘wilde bond’ genoemd met 10 clubs. Wakker geworden en opgeschrikt uit haar jarenlange conservatieve winterslaap, start de KNVB, onder druk, in het najaar van 1954 ook een profcompetitie. Zo lopen er in dat najaar twee competities synchroon die van de KNVB en van de NBVB.
Inmiddels is er volop overleg tussen beide voetbalbonden die op 25 november 1954 eindigt in een overeenkomst. De KNVB moest alle eisen inwilligen en de uitstaande straffen cancelen. Vanaf november zijn alle oud- internationals weer welkom bij het Nederlands elftal. Vele topspelers die voor het geld al naar het buitenland waren ‘gevlucht’ zouden hier als pioniers worden onthaald. Na jarenlange oppositie tegen het betalen van voetballers, op straffe van uitsluiting, moest de koninklijke bond uit Zeist haar conservatieve houding laten varen. De KNVB was bang de controle te verliezen over het voetbal en maakte een opportunistische omslag. De NBVB werd opgenomen binnen de KNVB en de lopende competities stilgelegd. Een deel van de NBVB clubs fuseerde of ging op in bestaande clubs. Zes en vijftig voetbalverenigingen krijgen een licentie en worden willekeurig verdeeld over vier 1e klassen. Op 28 november 1954 wordt er gestart met de eerste algemene profcompetitie van de KNVB.
1954: Velox mist de competitiestart van het betaald voetbal
De KNVB stelde diverse voorwaarden aan het verkrijgen van een prof-licentie. Verenigingen die in aanmerking wilde komen moesten minimaal op 1e klasse niveau spelen, beschikken over een goede accommodatie met plaats voor 7000 toeschouwers en een bankgarantie van 50.000 gulden. Aan de eerste voorwaarde kon Velox nog niet voldoen want zij acteerden nog steeds in de 2e klasse. Maar het geduld van de Velox supporter werd beloond als de selectie in het seizoen 1956/1957 2e klasse kampioen werd. Echter nu was in de nacompetitie de Limburgse Maurits te sterk. Een jaar later is de ontlading groot. Velox wordt kampioen bij de amateurs in het seizoen seizoen 1957/1958 door Alliance Roosendaal te verslaan en maakt de stap naar het grote werk.
In 2020 blikt RTV Utrecht terug op dit feest en meld: Je zou het ‘het vergeten kampioenschap’ kunnen noemen. In 1958 werd het Utrechtse Velox amateurkampioen van Nederland. Die titel leverde destijds promotie naar de semi-professionele tweede divisie op. Maar het kampioenschap van Velox sneeuwde onder bij het kampioenschap in de eredivisie, dat stadgenoot DOS twee weken later zou veroveren.
Na vele jaren is het dan eindelijk zover. Velox krijgt een KNVB licentie bij vertoon van een bankgarantie van 50.000 gulden. De spelers worden semi-professional wat betekend dat de meeste een baan hebben naast het voetbal. De honorering was eenvoudig, 1200 gulden per jaar plus premies, dertig gulden bij winst en de helft bij een gelijkspel. Voor twee avonden trainen komt er vijf gulden in de pocket. Het vervoer geschiedt in het busje van de kaasboer en de voorzitter trekt op zondagochtend de kalklijnen.
24 augustus 1958: Het semi-profavontuur kan beginnen.
In de laatste amateurjaren was de vereniging een achttal spelers kwijt geraakt aan semi-prof clubs en moest het starten met de spelers uit de amateur tijd. Nochtans was de start veel belovend. In het eerste seizoen 1958/1959 begint Velox in 2e divisie en is het na Elinkwijk en DOS de derde Utrechtse betaaldvoetbal vereniging. De concurrentie tussen DOS, Elinkwijk en Velox was enorm. De stadsderby’s waren de hoogtepunten van het jaar en enorm beladen. Sportpark Koningsweg was nog steeds de thuisbasis waar de club de beschikking heeft over een ruime zittribune met 750 plaatsen en zo’n 6000 staanplaatsen. De eerste wedstrijd is thuis tegen Wilhelmina 08 uit Weert .
Het eerste jaar van het semi-profbestaan werd afgesloten met een mooie vijfde plek. Ook de eerst volgende jaren handhaaft de club zich in de 2e divisie als subtopper voortreffelijk. Frans Geurtsen maakt zijn debuut in Klazinaveen en scoort tegen Zwartemeer. De clubs Be Quick, Heerenveen en Enschedese Boys promoveren. Velox valt er op één punt net buiten, na een penalty misser van Wim Adelaar, in de allerlaatste wedstrijd in het seizoen 1959/1960.
1962: Kampioenschap en een zestig jarig jubileum.
De arbeidersclub uit de wijk Tolsteeg, zet in het seizoen 1961/1962 met het kampioenschap van de tweede divisie een kroon op een sportief jaar. In de laatste wedstrijd v/h seizoen thuis tegen Oldenzaal, werden de punten gedeeld. De 0-0 werd behaald in een slechte nerveuze wedstrijd maar dat is snel vergeten onder het zingen van het clublied. De benjamin van het betaalde voetbal maakt de stap naar boven. Uitgerekend in het jaar dat de grootste sanering in het voetbal plaats vind en er 23 clubs vanuit de 1e divisie naar een verruimde 2e divisie afdalen. Het is ook het jaar van het zestigjarig jubileum, een dubbel feest derhalve, met een prachtig cadeau. Op het Ledig Erf aan het eind van de Oudegracht is het volop feest en het plein wordt omgedoopt tot Veloxplein.
De financiële situatie is gezond, mede doordat van de 24 contractspelers er geen is aangekocht maar vanuit de amateurs doorstroomden. Tijdens de festiviteiten opent de penningmeester de knip en alle elftal spelers inclusief reserve, ontvangen 500 gulden extra als beloning. Veel lof is er voor trainer/pedagoog Daan van Beek die al twaalf jaar werkt met de selectie. Hij zag in zijn geelzwarte carrière vele jonge spelers doorstromen vanuit de club naar elders zoals Adelaar, Jochems, v Hanegem, Geurtsen, v Mourik en doelman Bals.
Clubicoon Frans Geurtsen: Topscorer en levensgenieter.
Frans Geurtsen werd geboren op 17 maart 1942 als zoon van een fabrieksarbeider in Utrecht. Zijn vader had het geel-zwarte bloed van Velox in de aderen, de club van de oude arbeiderswijk Tolsteeg. Frans werd op zijn elfde lid. Nadat Velox in 1958 amateurkampioen werd, trad het toe tot het betaalde voetbal. Op zeventien jarige leeftijd probeerde Frans binnen te glippen bij Elinkwijk. Hij viel van een betonnen paal in het prikkeldraad plat op de grond en moest twee maanden in bed liggen om te herstellen. Drie jaar later op zondag 23 september 1962, zou hij aan de Amsterdamsestraatweg tegen hetzelfde Elinkwijk een memorabele wedstrijd spelen waarin hij vier doelpunten maakt. Geurtsen maakte in het seizoen 1960/1961 zijn debuut in de hoofdmacht. Met alleen jongens uit de eigen jeugd, onder wie ook een debuterende Willem van Hanegem, werd de vereniging het seizoen daarop kampioen van de tweede divisie. Frans Geurtsen maakte maar liefst 24 doelpunten.
In het daaropvolgende jaar speelde Geurtsen in een combinatieteam van Utrechtse ploegen om de Jaarbeursstedenbeker , een van de voorlopers van de huidige Europa League. Hij scoorde in de eerste ronde twee keer tegen Tasmania Berlin. Een van de toeschouwers was bondscoach Elek Schwartz die hem selecteerde voor Oranje. Dit was een van de weinige keren dat een speler uit een lagere divisie die eer toeviel. Frans Geurtsen werd aan het einde van dat seizoen voor 80 duizend gulden verkocht aan het gepromoveerde DWS. Voor toen een heel bedrag. Het team met spelers als Jan Jongbloed, Rinus Israël, Daan Schrijvers, Mosje Temming en Frits Flinkevleugel, pakte meteen het kampioenschap van Nederland. Frans Geurtsen was de doelpuntenmachine. Niet alleen in de competitie, ook in de Europacup 1 waar DWS de kwartfinale bereikte, liet hij zich gelden. Hij scoorde in de eerste ronde tegen het Turkse Fenerbahçe en in de volgende tegen het Noorse Ski og Lyn. In een interview met Het Parool in 1970 gaf hij toe niet de goede prof-mentaliteit te hebben gehad. Hij verknalde zijn school, omdat hij liever in de bioscoop zat en “achter de vrouwtjes aanging”. Frans Geurtsen kwam eenmaal uit voor het Nederlands elftal. Op 25 oktober 1964 maakte hij het tweede doelpunt in het met 2-0 gewonnen WK-kwalificatieduel tegen Albanië.
Frans Geurtsen presteerde iets wat zelfs Johan Cruijff niet lukte. Hij werd twee keer achter elkaar topscorer van de eredivisie. In de seizoenen 1963/1964 en 1964/1965 scoorde hij respectievelijk 28 en 23 doelpunten voor DWS uit Amsterdam. In het seizoen 1967/1968 liep Geurtsen een kwetsuur op aan zijn achillespees die niet wilde genezen. Toen hij zijn rentree maakte in de wedstrijd tegen Feyenoord werd hij door Theo “de tank” Laseroms getorpedeerd. De operatie die volgde liep niet goed af, wat hem dwong om voortijdig te stoppen. Geurtsen eindigde zijn sport loopbaan als trainer in de duinpan van Egmondia in Egmond aan Zee.
In 2002 werd hij getroffen door een scheurtje in zijn aorta. Een deel van zijn voet moest worden geamputeerd, waardoor hij geen bal meer kon raken. Niettemin bleef hij een veelgevraagd coach en was hoofd jeugdopleidingen bij Kolping Boys. Totdat een herseninfarct dat onmogelijk maakte en hij in een verzorgingshuis belandde. In zijn woonplaats Alkmaar is op 12 december 2015 oud voetballer Frans Geurtsen overleden en is 73 jaar geworden. Bron: Peter de Waard in de Volkskrant van 7 januari 2016.
Prestaties in een golvende beweging.
Velox stroomde door naar de eerste divisie en in het seizoen 1962/1963 startte het met een mooie vijfde plaats. Ook in de vier jaren hierna verblijft de club in de subtop en zes jaar op het één-na-hoogste niveau. In de KNVB bekercompetitie is Velox minder succesvol. Als had het in 1965/1966 de pech dat stadsgenoot DOS in de poulefase op doelsaldo doorging. Toen aan het eind van het seizoen 1967-1968 Velox onderaan in de 1e divisie stond met een schamele 16 punten was het voorbij. De club uit Utrecht-zuid zakte voor twee jaar terug naar de tweede divisie. In de bekercompetitie werd de eerste poulefase wel overleefd maar uit bij Ajax werd de ploeg met 5-1 aan de kant gezet.
Met ingang van 1967 speelt ook Velox in Stadion Galgenwaard. Na een intermezzo met het duo Piet Kraak en Daan v Beek werd trainer Bert Jacobs aangesteld. In het seizoen 1969/1970 weet Velox twee wedstrijden voor het einde door een 1-0 overwinning op Heerenveen de derde plaats veilig te stellen. Dit betekend dat de Geel-Zwarte formatie promoveert en terugkeert naar de 1e divisie. Het karakter van Velox veranderd. De club die geroemd werd om zijn jeugdopleiding maakt ruim baan voor versterking van buitenaf. Volgens Bert Jacobs een bittere noodzaak en zo werden bij de Volewijkers, AGOVV, SC Gooiland en Blauw-Wit gearriveerde spelers weggeplukt. De volksclub werd zakelijker en vervreemde van haar afkomst. Een filmische impressie van de historie van Galgenwaard.
Clubicoon Willem van Hanegem: Hardheid en schoonheid in één been.
Al vroeg in zijn bestaan speelde de dood voor Willem een allesbepalende rol. Als zevende kind van de vissersknecht Jacobus Lo van Hanegem en Anna van Grol werd Willem van Hanegem op 20 februari 1944 in Breskens geboren. Dat familiegeluk werd na zeven maanden wreed verstoord. Op 11 september 1944 vielen er bommen uit de hemel en bracht dood en verderf over het Zeeuwse land. Zestig Engelse en Nederlandse vliegtuigen probeerden de opmars van het vijftiende Duitse leger te ontregelen en bombardeerden het havengebied rond Breskens. In totaal lieten 225 inwoners het leven, bijna tien procent van de bevolking. Deze tragiek liet diepe sporen na in de familie Van Hanegem. Willems tienjarige broertje Izaäk, vader Lo, diens zussen Piete en Dientje en broer Piet, verder opa Hendrik en achterneef en nicht Hendrik Willem en Elisabeth kwamen om. Aan moeders zijde, de familie Quaars, stierven ook nog eens beide ouders en twee van de drie kinderen. Vader Lo overleed doordat hij hangend als een schild, boven de negen maanden oude baby Bennie de Paauw, een bomscherf in zijn rug kreeg. Door die heldendaad bleef baby Bennie ongedeerd. Dit hoorde Willem van Hanegem pas toen hij een jaar of twintig was. ‘Over de oorlogstijd werd bij ons thuis nooit veel gepraat’, zei hij eens. De familiegeschiedenis van de Van Hanegems staat opgetekend in het streekarchief van Ijsselmonde.
Zijn moeder had niets meer te zoeken in Zeeland en op 26 mei 1946 vertrok het gezin naar de volksbuurt Oudwijk in Utrecht. Anna van Hanegem-van Grol kreeg na Lo’s dood een relatie met Gerrit Lubbers, werknemer van een bedrijf dat na de oorlog meewerkte aan de wederopbouw van Breskens. Tot een huwelijk kwam het nimmer, maar Lubbers ontpopte zich voor de kinderen wel tot een tweede vader. “Die man heeft zich voor ons een slag in de rondte gewerkt”, vertelde Van Hanegem in het boek ‘Negen Zeeuwen van Oranje’. Uit bewondering vernoemde Willem zijn eerste zoon naar Gerrit Lubbers: Gert van Hanegem.
Willem, groeide op in Oudwijk en was altijd op straat te vinden waar zijn grootste hobby voetballen is. Als tiener ging hij regelmatig naar de trainingen van Velox kijken. De club speelde van 1958 tot 1970 betaald voetbal, waarna het fuseerde met DOS en USV Elinkwijk om samen verder te gaan als FC Utrecht. Willem stond achter het doel toe te kijken en schoot de ballen vanachter het doel van Henk van Ledden met dat wonderbaarlijke effect terug. Trainer Daan Beek vroeg hem op zestienjarige leeftijd lid te worden en al een jaar later debuteerde Van Hanegem in het eerste elftal van Velox. Het bleek Een gouden greep van de trainer. In 1962 werd hij kampioen van de tweede divisie.
Zijn Rotterdamse jaren.
Vier jaar bleef hij zijn Utrechtse club trouw. tot hij een aanbieding kreeg van het Rotterdamse Xerxes. Puur voor het voetbalplezier en om de ambities van deze club stapte Willem over. Bij Xerxes zaten vaak scouts van het grote Feyenoord op de tribune. Het zal dan ook niemand verbazen dat de fenomenale traptechniek van de linksbenige voetballer in het oog sprong. In 1968 kreeg hij een profcontract aangeboden bij wat toen, de grootste club van Nederland was. Hier groeide hij al snel uit tot een publiekslieveling. Natuurlijk had Willem wat minpunten. Hij was vaak trager dan zijn tegenstanders. Maar dat gebrek aan snelheid maakte hij meer dan goed door tactisch inzicht. Willem zelf zei hierover: “je hoeft niet snel te zijn, als je maar op tijd vertrekt”.
Daarnaast kon hij zijn opponenten bikkelhard aanpakken. Zo werd Coen Moulijn tijdens een wedstrijd tegen MVV door Toenaer hard onderuit gehaald. Moulijn zei achteraf dat Willem het probleempje op ging lossen. Enige minuten later werd Toenaer per brancard van het veld gedragen. Al snel kreeg hij de bijnaam ‘de kromme’ naar aanleiding van zijn altijd iets gebogen houding. Video beeld van Willem zonder geluid. Grootste succes behaalde Willem op 6 mei 1970 door met Feyenoord als eerste Nederlandse club de Europacup met 2 – 1 van het Schotse Celtic te winnen. Een samenvatting van die wedstrijd kunt u hier terug zien. In dat zelfde jaar wonnen zij ook de wereldbeker door het Argentijnse Estudiantes over twee wedstrijden met 3 – 1 verslaan. Het was in die tijd dat de gele en rode kaarten werden ingevoerd. In 1972 kwam Willem de twijfelachtige eer toe de eerste Nederlandse voetballer te zijn die een gele kaart kreeg.
Carrière switch
Willem bleef tot 1976 zijn Feyenoord trouw, maar hij merkte ook dat hij op zijn retour was. Tot grote teleurstelling van zijn duizenden fans besloot hij zijn carrière verder bij AZ’67 waar hij drie jaar speelde. Dat werd gevolgd door een jaar in de Amerikaanse competitie, bij Chicago Sting. Na zijn terugkeer naar Nederland stond hij nog drie seizoenen in het veld in de stad waar alles begon. Hij werd ingelijfd in de hoofdmacht van FC Utrecht, waarna hij terugkeerde bij de club die altijd een onweerstaanbare aantrekkingskracht op hem uitoefende namelijk Feyenoord. In 1983 beëindigde hij, na 15 jaar, zijn actieve voetbalcarrière als profvoetballer. Hij was toen 39 jaar. Hier een serie van zijn tien mooiste doelpunten. Zijn voormalige Velox trainer van het eerste uur Daan van Beek, mijmerde eens “Ach, als ik aan Willem denk, dan zie ik het echte voetbal: impulsief, avontuurlijk en getruct”. Een flits uit de film ‘Willem‘ van David Kleijwegt.
1970: DOS, Elinkwijk en Velox op fusie gesprek.
Een paar dagen na de promotie, op 2 juni 1970, is er diepgaand overleg tussen DOS, Elinkwijk en Velox over een mogelijke fusie. Baanbrekend is het voorstel van de gemeente Utrecht om schulden over te nemen als ook de sportaccommodatie. Tevens zal de gemeente jaarlijks een bedrag doneren als ondersteuning voor de nieuw te vormen fusieclub. Toch liggen er nog een paar hobbels te nemen dus gaat het overleg verder.
Op 15 juni maken de Utrechtse verenigingen bekend akkoord te gaan met een fusie. Velox gaat terug naar de derde klasse en Elinkwijk naar de tweede klasse amateurs. De fusieclub krijgt de steun van het ministerie van sport, de KNVB en het bedrijfsleven, alleen de gemeenteraad moet nog haar fiat geven. In de korte periode van 12 jaar dat Velox in het betaald voetbal heeft meegedraaid (van 1958 t/m 1970) heeft het vooraanstaande voetballers voortgebracht zoals Frans Geurtsen en Willem van Hanegem. Waar is Velox nu gebleven ? Lees over de fusiegeschiedenis van deze volksvereniging en het vervolg van amateurvereniging Velox op de website van VSC.