
Voetbalvereniging ONA (Ontspanning Na Arbeid) is een club uit Gouda, die werd opgericht op 15 augustus 1919. Plaats van handeling is melksalon RONA op een plek met de toepasselijke naam de Zeugstraat onder toezicht van voorzitter R. den Haag. In dat jaar vlak na de 1e wereldoorlog wordt in Nederland dankzij de Arbeidswet de 45-urige werkweek ingevoerd. Arbeiders kregen meer vrije tijd en zochten ontspanning in het voetbal. Dat leidde tot de oprichting van onder andere voetbalverenigingen zoals in het hart van Gouda’s eerste arbeiderswijk Korte Akkeren. Victoria werd de eerste naam waaronder werd gespeeld er bleek echter al een soortgelijke naam te bestaan. Het veld lag aan de Lazaruskade/ Westerom.

De samenleving was destijds nog niet doordrongen van het nut van sporten in het algemeen. Zo verbood menige werkgever zijn werknemer aan de voetbalsport deel te nemen. Gezien de weerstanden was het niet eenvoudig. Zelfs de burgermeester Van Gaarlandt van Gouda wees op de gevaren van de voetbalsport voor ziel en zaligheid. De vereniging kreeg in juli 1921 de toepasselijke naam Ontspanning Na Arbeid (ONA) en de eerste wedstrijd met die naam werd gespeeld tegen Vitesse uit Stolwijk. Het eerste kampioenschap van ONA bij de Goudse voetbalbond bracht nog geen promotie. Eerst moest er een kruiswedstrijd gespeeld worden tegen de 1e klasse kampioen van de Leidsche Voetbal Bond en dat was vv Bodegraven. De uitwedstrijd, ondersteund door een karavaan aan supporters per fiets/auto of met de vrachtauto van de firma Lafeber, eindigde in 1-1.

Thuis werd het 2-0 en dus trad ONA in 1924/1925 toe tot de nationale voetbal bond de NVB met direct een fraaie 2e plaats nipt achter kampioen DCL. Er moest aan bepaalde voorwaarde worden voldaan. Zo was er een commissie die de afmeting van de speelvelden controleerde en er moest een wasgelegenheid zijn met stromend water. Aan het einde van het seizoen 1925/1926 kon opnieuw de vlag in top en werd ONA afdelingskampioen van de 4e klasse. De 3e klasse werd behaald na een aanvullende kruiscompetitie in de eerste zomerdagen.
De eerste buitenlandse trainer werd gecontracteerd in 1926. Het is de Engelsman Jackson voor een weekloon van 30 gulden p.w. In 1927/1928 kwam stadgenoot Gouda voor een promotiewedstrijd op bezoek met rond het veld ruim 4500 toeschouwers er werd met 0-3 verloren

De return werd door ONA met 0-1 gewonnen. De beslissing werd een maand later op 10 juni 1928 gespeeld. De verwachting op grond van de resultaten is dat er een boeiende evenwichtige match te zien zal zijn. Het veld in Gouda werd omzoomd door 4000 toeschouwers die tot de rust nog een gelijk opgaande wedstrijd zagen. Toch had het technisch betere Gouda met 1- 0 al een voorsprong genomen. De 2e helft zou zeer teleurstellend verlopen. Elke aanval van ONA werd effectief weg gecounterd met uiteindelijk een eclatante 7-0 overwinning voor Gouda. Het is dan ook meer dan terecht dat deze rood-witte formatie naar de 2e klasse promoveert.
Er waren drie vooraanstaande clubs in Gouda: V & AV Gouda, Olympia en ONA. De vv ONA speelt in een shirt dat bestaat uit rode en zwarte verticale banen, te vergelijken met de shirts van AC Milan. Een enkele speler liet uit pure armoede overigens zijn shirt in de crisis jaren door zijn moeder breien.

Op 25 augustus 1929 verhuist O.N.A. naar de huidige accommodatie aan de Walvisstraat. Ontstaan en ontwikkeld vanuit het buurtschap de Korte Akkeren vindt de vereniging nu in de onmiddellijke nabijheid van haar geboortegrond een sportpark dat aan alle gestelde KNVB-eisen voldoet. Het is ook het jaar 1929 waarin de koningin aan de NVB het predicaat Koninklijk verleend: de KNVB.
In 1931 werd ONA in de 3e klasse West 2 kampioen na een beslissingswedstrijd tegen SVW uit Gorinchem 1-2. Elke speler kreeg een herinneringsbord met de onvermijdelijke Goudse stroopwafels. Het levert ONA landelijke bekendheid en dat wordt opgepikt door het tabaksconcern Batco die de club vereeuwigd met ingekleurde actiefoto’s. Deze konden bij aanschaf van rookartikelen en gespaarde punten worden verworven. Tabakswinkels en voetbal waren onlosmakelijk met elkaar verbonden. Later vanaf de jaren vijftig zouden vele voetballers een sigarenzaak pachten als lucratieve inkomstenbron. Supporters konden dan hun voetbalheld van dichtbij aanschouwen met een babbeltje over de weekendwedstrijd.

In het seizoen 1932/1933 start ONA voor het eerst en schoorvoetend in de 2e klasse. Met twaalf punten uit achttien wedstrijden wist men degradatie nipt te ontlopen. Het is een andere omgeving met onbekende tegenstanders. Een jaar later 1933/1934 zet de selectie de negatieve reeks voort en tuimelt de club van het tafellaken in het servet en wordt de 3e klasse het speelveld.

1940/1945: Voetbal tijdens de 2e wereldoorlog.
Terwijl de angst voor een oorlog in 1939 toenam besluit de KNVB om een aangepaste competitie te laten spelen zonder promotie en degradatie. Dit omdat door de Duitse dreiging vele jonge mannen gemobiliseerd werden. Er was begrip maar ook werd het een surrogaat competitie genoemd. In 1941 werd de (K)NVB onder druk van de Duitse bezetter verplicht om het Koninklijke uit haar vaandel te verwijderen. Ook moest de NVB de verscheidenheid aan regiobonden, religieus van opzet of niet, onder haar hoede nemen. Dat betekende dat het kleurrijke voetballandschap, wat zo bij Nederland hoort, verdwijnt. Zeist werd eindverantwoordelijke en het aanspreekpunt voor de Duitsers. Een uitgekiende strategie zo zou later blijken. Zoals uit het dictaat om Joden te weren uit sportverenigingen.

Het Goudse clubleven werd met veel zelfredzaamheid gedurende de oorlog staande gehouden. Maar wat in alles merkbaar was echter een tekort aan veel, zoals kleding voedsel en brandstof en het verdriet om landgenoten die werden weggevoerd en vermoord. Tijdens de Wereldoorlog verloren meer dan tweeduizend leden van voetbalverenigingen hun leven door oorlogsgeweld. Op Voetbalmonument.nl zijn de slachtoffers en verenigingen te herleiden.

Na de oorlog de schouders eronder.
Na de bevrijding in 1945 werd na jaren van armoede het verenigingsleven weer energie ingeblazen. De club accommodatie was in een erbarmelijke toestand want alles van hout was gebruikt om te stoken of te koken. De eerste wedstrijden werden onder medisch toezicht gespeeld gezien het wankele fysiek van de spelers. Ook verstrekte de KNVB-bonnen om voetbalschoenen te kunnen kopen en werd er gebruik gemaakt van de hygiënische wasvoorziening in het Gemeente Badhuis aan de Lange Groenendaal. De competitie bloeide en groeide en vele malen werd ONA-kampioen. Helaas werd er even zo vaak in promotiewedstrijden verloren en bleef de volgende stap uit zicht. Uiteindelijk is het in het seizoen 1950/1951 dat de ONA selectie door een 4-1 overwinning op naaste concurrent BEC uit Delft de 2e klasse weet te bereiken. Ook ziet rond dit jaartal een nieuw verenigingsblad het daglicht, Rood-Zwart geheten. Het is de opvolger van ONA-Kamp, wat men gezien het recente verleden, een niet zo een prettige benaming vindt.

1955: Historisch hoogtepunt voor de club.
Een aantal jaren later werd de stap gezet naar het voorlopige hoogtepunt in de ONA historie. Op 15 mei 1955 werd de club kampioen van de 2e klasse en promoveerde het naar de 1e klasse. Het spelen in de hoogste klasse is ook een voorwaarde om een betaaldvoetbal licentie aan te kunnen vragen bij de KNVB.

De KNVB loopt al jaren uit de pas.
Het betaald voetbal wordt in 1954 in Nederland geïntroduceerd door de NBVB ook wel ‘de Wilde Bond’ genoemd. De KNVB die profvoetbal altijd tegen heeft gehouden moest mede onder druk van de publieke opinie met de ‘Wilden’ om de tafel om tot een compromis te komen. De beste Nederlandse voetballers hadden de competitie verlaten en lieten zich over de grens dik betalen waardoor de kwaliteit van het Nederlandse voetbal daalde. In de ons omringende landen was profvoetbal al jaren de gewoonste zaak maar de KNVB huldigde het adagium dat je bij een vereniging uit sportief oogpunt ging voetballen. Het publiek echter morde en de media verweet de KNVB een te conservatieve houding. Na wat gesteggel kwam er een overeenkomst tussen de bonden. Deze hield in dat alle bestrafte clubs en spelers werden gerehabiliteerd en de ‘Wilde Bond ingevoegd zou worden binnen de KNVB.
De ledenraad beslist: GV&AV ONA gaat betaaldvoetbal spelen.

Het bestuur van ONA zag een profcompetitie wel zitten maar moest aan een aantal voorwaarden voldoen. De semi-profclub moest beschikken over voldoende financiële middelen zoals een borgbedrag van Fl. 50.000 om spelers voor een heel seizoen te betalen. Reken voor 20 spelers á 300 gulden p.m. dan is dat een totaalbedrag van 72.000 gulden. Tel daarbij de kosten voor een trainer, boekhouder en terreinknechten bij op dan zijn de totale kosten ongeveer 125.000 gulden. Dat zou betekenen hogere contributies en entreeprijzen want per wedstrijd moest er ongeveer 6500 gulden binnenkomen. Het is daarom begrijpelijk dat er maanden van overleg overheen ging voordat het bestuur een helder voorstel bij de leden kon neerleggen. Op 10 juni 1955 besloten de leden met ruime meerderheid akkoord te gaan. Het werd kort dag en nog maar een paar maanden om de selectie op sterkte te krijgen. Links en rechts werden bij amateurverenigingen de beste spelers weggehaald wat onderling tussen clubs tot een vervelende sfeer heeft geleid. Een verschijnsel dat in heel het land ergernis brengt.
Start 1e officiële profcompetitie.
Het Goudse ONA begon in het seizoen 1955/1956 in de 1e klasse B, tegen onder andere Blauw-Wit, HFC Haarlem, Helmond, Heracles, Hermes DVS, Leeuwarden, Wageningen en Zwolsche Boys en ‘t Gooi. De spelers en trainer van het eerste elftal van ONA krijgen nu geld voor hun inspanningen maar een vaste baan overdag is nog steeds van levensbelang. Het was nu de vraag of de toeschouwers ook waar voor hun toegangsgeld krijgen aan de Walvisstraat.
Op 11 september 1955 wordt de eerste wedstrijd thuis tegen Blauw-Wit gespeeld en het werd meteen legendarisch. Ruim 7000 toeschouwers aan de Walvisstraat konden volgens de overlevering hun ogen niet geloven toen de Amsterdammers met 6-1 werden afgedroogd. De kranten konden er geen genoeg van krijgen om de wedstrijd in superlatieven uit te drukken. Sensationeel, Goudse surprise en Blauw-Wits roem show en kapitaal aan flarden geschoten. Voorhoedespeler A. van den Berg is de bink want hij scoort 2 keer , de eerste en de laatste goal. Een week later werd de euforie enigszins getemperd. Toch was het 2-1 verlies op het sportpark De Wageningse-berg een allerzins redelijk resultaat.
Aan het eind van de competitie 1955/1956 stond ONA echter op de derde plaats van onderen en dat voelde na een voortreffelijke start als een kouwe douche.


De profcompetitie wordt voor het seizoen 1956/1957 heringedeeld in één eredivisie, twee 1e divisies en twee 2e divisies. ONA komt uit in de 2e divisie B en dat is de laagste categorie. Op 16 september 1956 ging ONA op bezoek bij Feijenoord in een KNVB bekerwedstrijd. ONA kreeg een pak op de voetbalbroek en kon naar huis met een 7-2 nederlaag. Het verschil tussen de eredivisie en 2e divisie is duidelijk merkbaar. Doelpuntenmakers voor Feyenoord waren Bak, De Kreek, Moulijn, De Bleijker, en Schouten. Voor ONA scoorde midvoor Nico Koster twee keer waarvan de eerste met een bekeken boogbal over de uitlopende doelman Onderstal. Op de foto hiernaast weet keeper Hans Melkert, de tweede doelman achter Adrie Evergroen, een los gebroken hond op te vangen. Het gaf de eenzijdige wedstrijd een welkome opfrisser. Al snel blijkt dat dit niveau voor de selectie het hoogst haalbare is. Sterker, tot en met het seizoen 1958/1959 bevindt het team zich in de onderste regionen. Een doemscenario is nu wel heel dichtbij.


Onderzoek levensvatbaarheid profclubs
Op 19 augustus 1957 opent dagblad Het Vrije Volk met een kritisch rapport betreffende het betaaldvoetbal. Vooral bij de tweede divisieclubs staat het water aan de lippen. Zoals hierboven al gemeld kiest Top Oss voor een teruggang naar de amateurs. Van haar banktegoed van 50.000 gulden heeft Top in twee seizoenen de helft al opgesoupeerd. Een overzichtelijke lijst laat zien hoe de verenigingen er qua inkomsten voor staan. Hieronder een indicatie overzicht met in de linker kolom: Totaal aantal bezoekers over 14 wedstrijden, middelste kolom: Gemiddelde, rechter kolom: Inwonersaantal per 31 december 1956.
Icoon: Dick van Dijk altijd doelgericht.

Dirk Wouter Johannes kortweg Dick van Dijk werd op 15 februari 1946 geboren. Hij scoorde overal waar hij kwam er lustig op los. Van Dijk groeide op in Gouda en voetbalde in zijn jeugd bij de plaatselijke voetbalvereniging ONA. Op zijn vijftiende maakte hij zijn debuut in het eerste elftal en een jaar later werd hij door trainer Hans Croon naar SVV, dat destijds uitkwam in de Tweede divisie, gehaald. Van Dijk werd clubtopscorer en promoveerde in 1966 met zijn club naar de Eerste divisie. Dick van Dijk werd uitgenodigd voor het Nederlands jeugdelftal en het Nederlands militair elftal. Het scorend vermogen van de jonge spits wekte de interesse van FC Twente, maar de vraagprijs van 200.000 gulden vonden de Tukkers te veel. Een minder seizoen zorgde ervoor dat de transfersom een jaar later tot 70.000 gulden gezakt was, waarna FC Twente, van Dijk in de zomer van 1967 alsnog inlijfde. Bij Twente maakte Van Dijk een veelbelovende start met zeven doelpunten in vijf wedstrijden. Hij vormde een sterk aanvalsduo met Theo Pahlplatz. De komst van Dick van Dijk zorgde voor een positieve impuls voor FC Twente; het jonge team eindigde mede dankzij de 22 doelpunten die van Dijk in zijn eerste seizoen scoorde op een verdienstelijke achtste plaats. Het daaropvolgende jaar ging het nog beter. Twente deed lang mee in de strijd om de landstitel en van Dijk werd met 30 doelpunten topscorer in de Eredivisie. Legendarisch is de thuiswedstrijd tegen Ajax op 3 november 1968. Twente won met 5-1 en Van Dick scoorde drie doelpunten.

Aangenomen wordt dat met deze wedstrijd de interesse van Ajax in Van Dijk definitief gewekt werd. De waarschijnlijke overgang was ruim voor het einde van het seizoen al een publiek geheim en in juni 1969 werd duidelijk dat de spits voor een transfersom van 750.000 gulden naar Amsterdam verhuisde. Inmiddels had Van Dijk op 26 maart 1969 zijn debuut als international gemaakt, in een wedstrijd van het Nederlands elftal tegen Luxemburg. Oranje won met 4-0 en Van Dijk scoorde eenmaal.

Terwijl Van Dijk bij Twente nog de absolute vedette was, is hij bij Ajax niet meer dan één van de zestien geselecteerden en moest hij vechten voor een plek in de basisopstelling. Het maakte hem een andere, completere voetballer, die ook leerde mee te verdedigen. In zijn eerste seizoen scoorde hij 23 doelpunten in 32 wedstrijden. Hoewel hij in zijn tweede seizoen bij Ajax niet meer wekelijks in de basis stond, scoorde hij toch nog 18 doelpunten in 29 wedstrijden. In de finale van de Europa Cup I op 1 juni 1971 tegen Panathinaikos stond Van Dijk wel in de basis. Al na vijf minuten scoorde hij uit een scharende voorzet van Piet Keizer en schampte met het hoofd de bal langs de Griekse doelman. Ajax zou de wedstrijd met 2-0 winnen. Dick van Dijk in een filmisch document.


Op 10 oktober 1971 speelde Van Dijk zijn zevende en tevens laatste interland, tegen de DDR. Na een derde seizoen bij Ajax, waarin hij voornamelijk reserve was, vertrok hij in 1972 naar OGC Nice in Frankrijk. Ook daar scoorde hij veelvuldig. De ploeg stond in seizoen 1972/1973 maandenlang aan kop in de Franse competitie en haalde een jaar later een opmerkelijk resultaat in de eerste ronde van de UEFA Cup, door het FC Barcelona van trainer Rinus Michels en speler Johan Cruijff uit te schakelen. In 1974 verkaste Van Dijk naar Real Murcia in Spanje. Een jaar later beëindigde hij zijn voetballoopbaan. Hij ging terug naar Nice waar hij makelaar werd. Hij was woonachtig in het nabijgelegen Saint-Paul-de-Vence.
Dick van Dijk de flamboyante spits met de wapperende haren overleed plotseling op 8 juli 1997 op 51-jarige leeftijd. Tijdens een medisch onderzoek in een ziekenhuis liep hij een bacteriologische infectie op aan de hartkleppen, welke hem fataal werd. Ter nagedachtenis werd op 12 oktober 1997 een benefietwedstrijd georganiseerd tussen ONA uit Gouda en het Ajax van de Europa Cup I-finale uit 1971.
Icoon: Doelman Tonny van Leeuwen en een tragisch einde.

Teunis Pieter (Tonny) van Leeuwen is geboren op 21 maart 1943 te Gouda. Als jongetje van zes begint hij bij Jodan Boys. Later volgen ONA en het Rotterdamse Sparta, voordat GVAV uit Groningen hem aantrekt. Daar werd hij de opvolger van de legendarische doelman Otto Roffel. In 1971 werd doelman Tonny van Leeuwen uitgeroepen tot beste keeper van het betaaldvoetbal. Met zeven tegengoals in dertig wedstrijden is hij de minst gepasseerde doelverdediger in het Nederland. Op 14 juni 1971 stapte hij met zijn vrouw in zijn witte Mercedes en reed naar Rotterdam om in de Embassy nachtclub een prijs, duizend gulden en een trofee, op te halen.
In het Hilton-hotel was een kamer voor hem gereserveerd, maar Van Leeuwen sloeg het aanbod om in Rotterdam te overnachten van de hand. Hij wilde naar huis, naar het Drentse dorp Peize, vlak onder Groningen, en kroop in het holst van de nacht weer achter het stuur. Zijn vrouw Geri lag naast hem te slapen toen hij rond vijf uur ’s morgens op Rijksweg 32 ter hoogte van Meppel, net na een flauwe bocht naar rechts, op de verkeerde weghelft belandde en frontaal op een truck met oplegger, die betonbuizen vervoerde, botste. De vermoedelijk door slaap overmande Van Leeuwen was op slag dood. Zijn vrouw overleefde de klap. Tonny van Leeuwen (twee interlands) is op dat moment 28 jaar en laat drie kinderen na. Dat is vier jaar na zijn laatste optreden voor Oranje in 1967 te Boedapest tegen Hongarije. De vrachtwagenchauffeur uit Drachten, met zijn 28 jaar even oud als Van Leeuwen, was zwaargewond.

Ploeggenoot en vriend Piet Fransen uit zijn GVAV tijd vertelde: ‘Toen ik ’s ochtends met de melkkar om half acht bij mijn eerste klant kwam, kreeg ik het te horen. Het was net op de radio geweest. Ik zei: dat kan niet, dat is god’s onmogelijk. Daarna heb ik een black-out gekregen en de hele boel de boel gelaten.’ ‘Ik denk nog bijna elke dag aan hem. Als ik naar het zuiden rijd, zoals zaterdag voor Nederland-Wales, en ik kom bij Meppel dan word ik emotioneel. Bij de plek waar het is gebeurd, gaat de autoradio uit. Heen en terug. Als eerbetoon aan m’n allerfijnste gabber.’ Tonny van Leeuwen ligt begraven op de begraafplaats van Peize.
Tonny van Leeuwen is in Groningen en omstreken nog altijd een legende. Inmiddels is er al een trein en een tribune naar hem vernoemd, als er in 2014 een standbeeld bijkomt. Dat beeld staat boven aan de grote trap bij de ingang van de Euroborg de thuishaven van FC Groningen. Het is een geschenk van de supportersvereniging tijdens het 30-jarig jubileum van FC Groningen. Ter nagedachtenis wordt er vanaf 1972, de trofee voor de minst gepasseerde doelverdediger in het Nederlandse betaalde voetbal, naar hem vernoemd. Het bronzen beeldje was een initiatief van het voetbaltijdschrift Voetbal International. Sinds begin 2020 gaat de trofee onder de sponsornaam Tonny van Leeuwen-trofee door het leven.
12 juni 1960: Een kort maar bijzonder avontuur.
De voetbalvereniging ONA moet zich aan het einde van de periode 1959/1960 opmaken voor een degradatiecompetitie. In deze beslissende fase zou worden uitgemaakt welke vier ploegen worden teruggezet naar het amateurvoetbal. Tot deze competitie behoren Velocitas , ONA , UVS, Baronie, Xerxes, Rheden, Zwolsche Boys en Zwartemeer .


Zwartemeer uit het Drentse Klazienaveen, UVS uit Leiden en Zwolsche Boys wisten zich uiteindelijk met redelijk gemak te handhaven. ONA en Rheden kwamen tekort en worden teruggezet naar de amateurs. Er moesten echter nog drie wedstrijden worden gespeeld. De allerlaatste in het betaaldvoetbal was op zondag 12 juni 1960. In Zwolle stond niets meer dan de eer voor ONA op het spel. De aanwezige sportjournalist van Het Vrije Volk was duidelijk in zijn commentaar. Exit vv ONA als betaald voetbalorganisatie maar tegenwoordig een bloeiende vereniging bij de amateurs.