HVV ’t Gooi

Dorp van schapenhouders, tapijtfabrikanten en diamantbewerkers.

De historie van ’t Gooi begint in oktober 1905. Aan de rand van Hilversum op een open veld tussen de bomen van het Corversbosch werd een voetbalwedstrijd gespeeld tussen het Hilversumsche Victoria en Rapiditas uit Rotterdam. Een vijftal Hilversumse tieners keken toe en ervoeren het plezier van het voetbalspel. Hier ongeveer en op dat moment, moet het muntje zijn gevallen, het hebben van een eigen voetbalclub.

H.F.C. Rapiditas 1906/1907. Staand: F. Balke, Chr. Hoppe en K. v Doorn. Knielend: P. v d Pol, B. Loos en H. Hassink. Zittend: A. Brom, B. de Bree, F. Appels, G. v d Pol en F. Gielen

Het waren Frans Gielen, Frans Appels, Frits Balke, Albert Brom en Kosterus van Doorn die het besluit namen tot het stichten van Rapiditas. Het geschiedde op donderdag 19 oktober 1905, ten huize van de familie Appels Violenstraat 47, tot oprichting eener voetbalclub onder de naam ‘Hilversumsche Football Club Rapiditas’. Het voorlopige eerste speelterrein lag aan de Neuweg in de zo genoemde Bloemenbuurt.

Ondersteuning door donatie.

Vanaf 1887 tot ongeveer 1930 heeft de diamantindustrie een grote impact op Hilversum. Op het hoogtepunt in 1912 zijn er zeventien slijperijen te vinden. Na Amsterdam kent Hilversum de grootste concentratie diamantbewerkers (minimaal 500) die naar de hoofdstad forensen of hier werkzaam zijn. De enige monumentale slijperij die nu nog in Hilversum te vinden is, is aan de oostkant van het spoor: de voormalige slijperij De Volharding aan de Liebergerweg.

Deze diamantairs voelden veel sympathie voor de jonge voetbalvereniging. Met name Henri Cornelis Lodden van de firma H.C Lodden & Co ‘De Voetbal’ uit de Kerklaan. Hij voelde zich meer dan betrokken en voorzag hen als donateur van geldelijke steun en ‘vaderlijk’ advies in de moeilijke eerste periode. Nu konden doelnetten en reiskosten worden betaald en werd de club in 1906 ingeschreven in ‘den Utrechtschen Provinciale Voetbal Bond’.

Een eerste zeer belangrijke wedstrijd werd gespeeld op 22 november 1908 tegen het groen-zwarte Voorwaarts uit Utrecht. Onder veel publieke belangstelling won H.F.C. Rapiditas met 3-1 en werd kampioen van de 2e klasse U.P.V.B. In dat jaar is er een verenigingsbesluit tot openstelling voor een ieder om lid te worden van Rapiditas, mits men ‘een net persoon’ was. Zo veranderde de middenstandsvereniging in een club voor de brede laag der bevolking. Op 23 April 1912 promoveerde ’t Gooi via een 1-1 tegen D.E.S uit Utrecht naar de 1e klasse.

1912: Naamsverandering van Rapiditas naar HVV ’t Gooi.

De eerste derby tussen de rivalen uit Hilversum werd gespeeld in 1912. Op dat moment heette Hilversum nog Sparta en ’t Gooi (Rapiditas). Beide clubs stonden bovenaan de 1e klasse en streden om het kampioenschap. Rapiditas was gehandicapt door het ontbreken van een viertal spelers waarvan twee door een schorsing na ‘onbehoorlijk gedrag’ tegenover een scheidsrechter. Het werd voor Rapiditas een pijnlijke 5-1 nederlaag.

In oktober 1912 lezen wij in de streekcourant dat HFC Rapiditas zijn naam veranderd heeft in HVV ’t Gooi. Vermoedelijk om reden dat er al een voetbalvereniging met die naam geregistreerd stond bij de overkoepelende Nederlandsche Voetbal Bond. Deze naamsverandering moet echter al voor 1 september 1912 zijn toegepast. Want de naam ’t Gooi werd al vermeld in de Holdertbeker competitie, de voorloper van de KNVB beker. In de Holdertbeker competitie, seizoen 1912/1913 , reiken de geel-zwarten tot aan de vierde ronde. Daarin moest het zijn meerdere erkennen in de Dordtse 1e klasser DFC 4-2.

1913. kampioenselftal der 1e Klasse U.P.V.B. HVV ’t Gooi romoveert naar de landelijke N.V.B. Boven: H. Bakels, B. Kuiper en H. Gielen. Midden: R. Boukamp, A. de Weerd en W. Nollkámper. Onder F. van Marle, J.Sóhne, P.Meinsma, M. Nollkámper en A. Meinsma.

Aan het begin van de 1e Wereldoorlog besluit de voetbalbond een aanpassing van de competitie. Hoewel ons land neutraal was werden ‘onze jongens’ opgeroepen voor de militaire dienst. Zij bemanden posten aan de grens en aan de kust. Het land was ontwricht mede door de vele honderdduizenden Belgische vluchtelingen als ook de competitie. Er werd een noodcompetitie gesticht waar op 20 december 1914 de eerste ’t Gooi- FC Hilversum is gespeeld die in een 1-1 eindigde.

20 december 1914. Opstelling ’t Gooi- Hilversum 1-1. Jagtenberg 0-1 en Meinsma 1-1. Een verslag in de Gooi en Eemlander van 24-12 1914.

In het seizoen 1915/1916 werd er ondanks dat vele spelers onder de wapenen waren toch weer een ‘gewone’ competitie gespeeld. De geelzwarten boekten het ene na het andere succes en werden ongeslagen kampioen van de 3e klasse N.V.B.  

12 jaar na de oprichting promotie naar de hoogste landelijke klasse.

In het seizoen 1916/1917 werd er door HVV ’t Gooi een prima prestatie geleverd. In een nacompetitie nodig door herindeling promoveerden onze jongens. Dit gebeurde op 27 mei 1917 in een wedstrijd tegen Feijenoord die met 2-0 werd gewonnen. De publieke opinie was genadeloos kritisch over de tekentafel politiek. De plots in het leven geroepen 1e klasse B, werd daarom ook wel de margarineklasse genoemd. In de periode 1917/1918 aan het einde van de oorlog kwam ’t Gooi uit in die extra landelijke 1e klasse. De ‘nieuwe’ eersteklassers vormden de eerste klasse B, de bestaande eersteklassers bleven samen spelen in de eerste klasse A. Tegenstanders voor ’t Gooi waren onder andere Feijenoord, AFC en SVV.

27 mei 1917 Vooraan: De Weerd, Ronday, j. Sóhne, H. Meinsma, en W. Sóhne. Daarachter: Franssen, Gorel en Moret. Achteraan: Met kransen Hendriks en Gielen en daartussen v d Poel. Uiterst recht in pak De Wolf. ’t Gooi na de winst op Feijenoord.

Hoe dan ook ’t Gooi heeft de semi-top bereikt van de landelijke competitie en dat in korte tijd. Opnieuw moest er een nieuw veld gevonden worden na de Begoniastraat en het Laapersveld, nu aan de Eikbosscherweg nabij de Frans Halslaan. Na een goede start viel de geelzwarte formatie wat terug en eindigde in het seizoen 1917/1918 in de middenmoot. De 1e wereldoorlog is inmiddels beëindigd en een gevoel van een nieuwe lente gloort aan de horizon.

Sportpark Hilversum opgeleverd in 1920 en ontworpen door gemeente architect Willem Marinus Dudok

Het is het jaar 1919 en ’t Gooi draait goed mee in de subtop. Na opnieuw NVB gesteggel is er een compromis en wordt de naam, 1e klasse B, vervangen door de naam Overgangsklasse. In deze Overgangsklasse loopt het geelzwarte elftal tegen haar grenzen aan en eindigt in de periode 1919/1920 na 22 wedstrijden met 20 punten net boven de degradatiegrens. Met 21 doelpunten voor en 17 tegen is het vooral de aanval die tekort schiet. Het is ook 1920 als de pas zeventienjarige Amsterdammer Wim Anderiesen zich aanmeld bij ’t Gooi, nog onwetend over de sportieve toekomst die hem zal brengen tot international.

Het Gemeentelijk Sportpark: Een architectonisch pareltje.

’t Gooi heeft vanaf de oprichting op vele plekken in Hilversum gespeeld. Het is een probleem waar alle sportverenigingen in het land mee te maken hadden. Door de oprukkende woningbouw, wegenaanleg en de industrialisatie werd het sportveld vaak opgeofferd. Er was echter een nog nijpender probleem na de 1e wereldoorlog en dat was het voedseltekort. Er was o.a. een groot tekort aan aardappels en aardappelvelden. De sportvelden van de gemeente zouden hiervoor moeten worden gebruikt, zo vond men. Dat zou echter het einde betekenen van de voetbalsport in Hilversum. De NVB wees in een brief aan de gemeenteraad van Hilversum begrip te hebben voor het probleem maar dat zij ook een verplichting heeft om de bewoners een gezonde sportieve levensstijl te bieden.

Architect Willem Dudok

Directeur Publieke Werken Willem Dudok was een groot voorstander van goede gemeenschappelijke voorzieningen en sloot zich aan bij de kritiek. Hij krijgt van de gemeente de opdracht een sportvoorziening te ontwerpen waarin plaats is voor diverse sporten zoals voetbal, atletiek en paardensport. Het ontwerp inclusief de paardenbaan is een parel van architectuur en is helemaal in de sfeer van de Amsterdamse school. Het Sportpark heeft nu de oudst bestaande houtentribune van het land. Dit monument past geheel in ‘de jonge architectuur’ uit de 20e eeuw, waar Hilversum om bekend staat.

1923: Promotie naar de hoogste landelijke klasse.

Dolf van Kol
Wim Anderiesen

De voetbalverenigingen FC Hilversum, HC & FC Victoria en HVV ’t Gooi werden de vaste bespelers van het Sportpark. Waarbij ’t Gooi door Zeister herindeling, inmiddels de hoogste-trede van het Nederlandse voetbal bereikt heeft, de prestigieuze 1e klasse A. ’t Gooi heeft in 1923/1924 een mix van eigen kweek, H. Meinsma, Gorel, Franssen en Schaefer aangevuld met een groep Amsterdammers zoals de gebroeders Anderiesen, Twelker, doelman Thijsen en Dolf v Kol. De spelers Wim Anderiesen en Dolf v Kol werden later Oranje internationals met respectievelijk 46 en 33 caps.

Het geel-zwarte team toont dat ze terecht gepromoveerd is en eindigt dat seizoen op een derde plaats. Waar het in het verleden ontbrak aan stootkracht had het nu een schutter in Aalt Gorel. Hij scoorde in de wedstrijd tegen Ajax een ware hattrick in de eerste helft, eindstand 3-2. Zo snel als de Amsterdammers kwamen zo vlot waren ze weer vertrokken. In het seizoen 1924/1925  werd Sparta voor het eerst sinds jaren weer afdelingskampioen. Daar ziet het echter lange tijd niet naar uit. Feijenoord heeft gedurende het hele seizoen een voorsprong, maar geeft die mede door een 0-0 bij ’t Gooi weg. Ook Sparta verloor thuis kostbare punten door een 2-2 tegen ‘t Gooi. De Kasteelbewoners zouden zich op de allerlaatste speeldag revancheren met een 2-3 winst bij de Hilversummers en wippen alsnog over Feijenoord heen.

Beschikbaar gesteld door Gerard van Barneveld

1926: Ajax ronselt, vlak voor aanvang, vier spelers.

Adje Gerritsen

Bij het begin van de competitie 1926/1927 bleek dat de gebr. Anderiesen, Dolf van Kol, Twelker en Thijssen van de één op de andere week naar respectievelijk Ajax en Stormvogels waren overgestapt, dit ook tot schrik van de NVB. Nog dat zelfde jaar lastte de bond een overschrijvingstermijn in van zes weken om zo een spelersvlucht op het laatste moment in te dammen . Een kleine troost voor ’t Gooi dat seizoen is de 2-1 overwinning op Ajax wat speelde met de vier overgenomen spelers .

Geel-Zwarte spelers in het Oranje

Een aantal spelers werden gekozen in vertegenwoordigende elftallen zoals, Evert Sterk bij de jeugd en Henk Meinsma, Campman en Krik Wentink bij de senioren selectie van De Zwaluwen, het voorportaal van het Nederlandse elftal. Een jaar later op 17 maart 1929 speelt Nederland tegen Zwitserland. Rechtshalf Wim van Dolder speelt voor 25.000 toeschouwers een matige eerste helft, na rust valt vooral zijn werklust op. Hij zal 3 x voor Oranje spelen. Het debuut van rechtsbuiten Adje Gerritsen valt in positieve zin op door zijn handigheid en balcontrole maar blijft beperkt tot deze ene wedstrijd.

Nederland-Zwitserland (uitslag 3-2). Het Nederlands elftal vlnr, Dolf van Kol, Wim Tap, Puck van Heel, Jan Halle, Bep Bakhuys, Jaap Barendregt, Adje Gerritse, Wim van Dolder, Willy van Zwieteren, Gejus van der Meulen en Joop van Nellen, Olympisch stadion, A’dam.
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is image-20.png
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is InkedDen-Dolder_LI.jpg
Wim van Dolder

Bij ’t Gooi werd Wim van Dolder gezien als het super talent “Dolly”. Hij was afkomstig uit s’Graveland. Als speler een talent maar ook irritant voor zijn medespelers. Hij ging te vaak voor de eigen actie. Hij was rechtervleugel verdediger en speelde 3 x voor Oranje. Door een knieblessure moest hij stoppen met voetbal en begon een fietsenwinkel in Bussum. Hij bleef een aanhanger van ’t Gooi en zag, op zijn fiets komend, elke thuiswedstrijd op het Sportpark. Wim van Dolder overleed op 13 februari 1969 en werd 65 jaar.

’t Gooi seizoen 1931/1932. 1e klasse west. Staand: C.H. Wentink, J. Wallenburg, C. H. Grijzenhout, J. Cohen, W. C. van Dolder, F. Meilof en W. Löwenfeld trainer. Zittend: C. Kampman, A. van Beek, M. Cohen, H. W. J. Hassing, J. van Delden en N. Cohen.
       

Minder gelukkige tijden breken aan voor de 1e klasse club ’t Gooi. In 1933/1934 valt het doek en degradeert de club naar de 2e klasse ondanks het aantrekken van nieuwe spelers. Kennelijk heeft het inpassen van spelers zijn tijd nodig. Langzaam maar merkbaar krijgen de selectiespelers het vertrouwen terug en binnen twee jaar volgt er weer succes.

1933. ’t Gooi- Blauw-Wit
Evert Sterk

In het seizoen 1936/1937 slaan de geelzwarten de weg omhoog in. De sleutelwedstrijd is thuis tegen het Haarlemse EDO, winst met 1-0. Ook FC Hilversum kon zich na winst op Zeeburgia 2-1 opmaken voor de nacompetitie. Er moesten promotiewedstrijden gespeeld worden tegen RCH Haarlem en FC Hilversum. Over en weer werden er punten verspeeld in deze finalepoule. De twee dorpsrivalen bleven met een gelijk aantal punten over.

Aan de overkant van de houten zittribune was er een betonnen staantribune voor de bezoekers, deze heette Glasis. Volgepakt en uitverkocht.

Er volgde op 23 mei 1937 een beslissingswedstrijd met in het doel opnieuw Meier Cohen. De derby eindigt na een penalty misser van Hilversumspeler Kool in 0-0. De titanen moesten opnieuw in de clinch en een 2e wedstrijd spelen. Een week later op 30 mei is er opnieuw een uitverkocht Sportpark.

Na 14 minuten wist Gerrit Winthorst op een voorzet van Jaap Cohen, ’t Gooi op voorsprong te brengen. De groenwitten drongen sterk aan maar de 1-0 werd ook de eindstand. Een geelzwarte zegetocht in open auto’s reden triomfantelijk door het dorp en werd met een feestelijk diner in Het Hof van Holland afgesloten. Het werd een slot van een bewogen en lange maand mei. ’t Gooi heeft weer aansluiting bij de nationale top. In het seizoen 1937/1938 speelt de geel-zwarte selectie weer in de 1e klasse.

Een meimaand lang beheerste de sportieve confrontatie de regionale sportpers. De derby der derby’s beheerste het gesprek van de dag en zorgde voor veel emoties maar nergens viel er een valse noot te melden. Mooi dat het plezier op de voorpagina hier gevangen wordt in een door kransen omhangen voetballers. Wrang daarentegen het bericht aan de rechter kant waar de pikzwarte jaren 1940-1945 zich al aankondigt. De club weet zich tot aan de oorlogsjaren in de middenmoot te nestelen.

1940/1945: De oorlogsjaren.

Donkere dramatische jaren breken aan die diepe indruk zullen maken op onze samenleving. In 1939 worden jonge mensen opgeroepen voor de militaire dienst in de hoop de vijandelijke Duitsers aan de grens tegen te houden.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 2019-03-10-11.05.08.jpg

Hoewel het voorstelbaar is dat sporten het laatste is waar Nederland aan denkt probeert men het dagelijks leven toch ‘gewoon’ zijn gang te laten gaan. Ook de KNVB start de voetbalcompetitie 1939/1940, maar merkt al gauw dat door de mobilisatie verenigingen niet of nauwelijks een elftal kunnen samenstellen. De competitie gaat noodcompetitie heten en er zal geen promotie/degradatie worden toegepast. De Hilversumse NSB-burgemeester Von Bonninghausen zal als eerste in Nederland joden de toegang tot de sportvelden ontzeggen. ’t Gooi wordt als club van diamantbewerkers met van oudsher vele joodse leden diep getroffen. Zo werden bijvoorbeeld de broers Meier, Jaap, Nathan en Gerrit Cohen uitgesloten.

Jaap
Meier

De club wilde uit protest uit de competitie stappen maar dat werd door Den Haag gezien als anti-Duits met alle consequenties. In de vier seizoenen die volgen werd er ondanks de oorlogsellende gevoetbald en zijn de tribunes goed bezet. Dit ondanks de matige resultaten. De bevolking zocht ontspanning en vond daarin mogelijk een gevoel van saamhorigheid. Er is een tijd geweest dat ’t Gooi werd betiteld als ‘de club der Cohennen’. Het is dan ook uitzonderlijk dat vier broers in hetzelfde 1e elftal spelen in de hoogste landelijke KNVB klasse. Jaap, Meier, Nathan en Gerrit Cohen hebben van jongs af aan, 20 jaar lang bij de club gespeeld.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is Gerrit-.jpg
Gerrit
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is Nathan-.jpg
Nathan

Doelman Meier was qua stijl niet de elegantste maar wel de brutaalste. Jaap, technisch behoorlijk maar vooral een vechter heeft op bijna alle posities gespeeld. Nathan was een hele begaafde voorhoede speler met, op de vierkante meter, briljante acties. Hij was de aanvalsleider in het kampioenselftal van 1937. Vele doelpunten heeft hij voorbereid en gemaakt waarbij zijn kopgoals, opvallende kunststukjes zijn. Gerrit was het meest onverzettelijke type, een zwoeger/sjouwer, stil in de omgang en op elke positie bruikbaar. Hij speelde als wissel in het 1e of het 2e elftal. In de zomer van

In 1943 waren er 60 ’t Gooi-spelers die voor de ‘Arbeitseinsatz’ in Duitsland moesten werkten. Dus was het niet verwonderlijk dat de club onderin de competitie meedraaide maar gelukkig zonder consequentie. Zowel in de periode 1942/1943 alsook in 1943/1944 eindigden de Geel- Zwarte brigade op de laatste plaats. De gevolgen van de oorlog zijn voor ‘t Gooi dramatisch. De leden Maup Frank, Frits Knegt, Karel ten Hengel, Nico in den Berken, Nathan Cohen en Joop Schaap overleefden de oorlog niet. De laatste schreef in een briefje aan een clubgenoot “Ik zit op het ogenblik in de trein naar Polen en ga door Hilversum. Groet alle Gooiers tot ziens”. Het briefje wist hij ter hoogte van Hilversum uit de trein te gooien. Joop Schaap kwam kort erna om het leven in concentratiekamp Sobibor. Van de broers Cohen wisten er drie de oorlog te overleven maar het leven van Nathan Cohen liep tragisch af. De veel scorende tovenaar op de vierkante meter werd gedeporteerd en keerde nimmer terug. Via de website Voetbalmonument.nl zijn de verenigingen en haar spelers te herleiden die het dodelijke slachtoffer zijn geworden van de Duitse tirannie. Aan het eind van de oorlog bereikte de vereniging het bericht dat oud clubvoetballer Wim Anderiesen op 18 juli 1944 op 41 jarige leeftijd aan de gevolgen van een longontsteking is overleden.   

De jaren na de bevrijding: Nederland herrijst

Jubileum uitnodiging

De naoorlogse jaren waren wisselend in succes. Nieuwe spelersnamen doken op en trainers vertrokken. De Engelsman Thomas Bradshaw gaf het trainersstokje aan Harry Fedder en Evert Sterk. Evert voorheen selectie speler werd in 1948/1949 interim trainer om het 1e elftal te behoeden voor degradatie. ’t Gooi speelde nog steeds in de 1e klasse nu met nieuwe namen zoals Rinus Schaap, doelman Theo Mosterd, Roel Bak en Joop Dorland. Op 12 september 1948 floot scheidsrechter Leo Horn zijn eerste wedstijd in de hoogste landelijke klasse. Het was bij de wedstrijd tussen ’t Gooi en DOS uit Utrecht einduitslag 0-2. Leo Horn van joodse afkomst had de oorlog overleefd en zou in zijn carrière vele spraakmakende wedstrijden fluiten. Zijn autoritaire aanwezigheid werd niet altijd gewaardeerd maar een wedstrijd onder zijn leiding was een belevenis.

1950: Duel tussen Theo Mosterd en Rinus Michels ( Ajax)
26 nov 1950: Vitesse-’t Gooi 0-1.

Echte successen bleven uit of het moet het Hilversums kampioenschap zijn eind mei 1950. Joop Dorland was niet alleen door zijn rijzige gestalte op het veld aanwezig maar ook als politieagent op de motor imponerend. Alleen al zijn verschijning in Hilversum zorgde er voor dat menige onverlaat zich wel tweemaal bedacht. Doelman Theo Mosterd afkomstig van HVC werd als jonge keeper herkend als talentvol. Hij wordt op 3 april 1938 uitgenodigd voor het Oranje jeugdteam en speelt een voorwedstrijd bij België – Nederland in stadion de Bosuil te Antwerpen en wint met 1-7. Later keert hij weer terug naar Amersfoort en wordt voorzitter van HVC. Pikant detail is, dat hij als scout/onderhandelaar, de zestienjarige Piet Schrijvers met een contract wist te strikken. Hij kaapte het talent voor de neus van ’t Gooi weg ondanks dat er al een voorcontract bij de Hilversummers klaar lag.

1951 ’t Gooi 1e klasse. 1. Doelman Theo Mosterd, 2. Ten Have, 3. Van Ommen, 4. Rinus Schaap, 5. Gerrit Cohen, 6. De Graaf, 7. G. Boekhout, 8. H. Kreuning, 9. H. Mol, 10. W. Wiggemansen, 11. aanvoerder Wim Hof en grensrechter Gijs Haverkamp.

6 oktober 1952: Integraal uit het dagblad De Waarheid

” t Gooi en DWS hebben in Hilversum laten zien dat men onder alle omstandigheden sportief kan blijven. Ook als het zoals gisteren in Hilversum, een wedstrijd geldt, waarin een van de hoogste plaatsen de inzet vormt. Vrij kort na het begin raakte de DWS-back Spel even geblesseerd. De tegenpartij kreeg daardoor een beste kans om de leiding te nemen, doch inplaats van de bal gevaarlijk voor het doel te brengen, schoot de Hilversumse centervoor Richard Poort de bal royaal over de zijlijn. Een daverend applaus was zijn beloning. In dit teken van grote sportiviteit over en weer is de wedstrijd verder gebleven, waarmede men beide ploegen mag gelukwensen.”

KNVB blijft zich halsstarrig verzetten.

De KNVB voelde nog steeds niets voor een betaaldvoetbal competitie terwijl dat in de rest van Europa al gewoon was. Vele oranje internationals vertrokken naar het buitenland en het Nederlandse voetbal verloor in aanzien. Zo ook bij ’t Gooi waar Rinus Schaap naar Frankrijk ging om te spelen voor Toulouse. In het seizoen 1953/1954 ging het slecht en degradeerde de club naar de 2e klasse. Een grote schok voor alles wat geel-zwart kleurde om na 17 jaar een stap terug te moeten doen. Kennelijk heeft dit de club wakker geschud want aan de hand van de gerenommeerde trainer Bob Janse en talent Barend v Gardingen duurde de donkere tijding maar één seizoen en werd de 1e klasse positie weer heroverd.

Zondag 5 oktober 1952. ’t Gooi – DWS 0-0. Boven in het midden voetballer Richard Poort.

Clubicoon Rinus Schaap: Een beminnelijke technicus.

Rinus Schaap
Rinus Schaap

Met dertien interlands en een prachtige carrière is Rinus Schaap de grootste voetballer die ooit ‘t Gooi shirt heeft gedragen. Rinus was een faire, bescheiden en onverzettelijke speler. Geboren op 22 februari 1922 in Hilversum en overgekomen van plaatsgenoot Donar debuteerde hij in 1946 in het eerste elftal van ’t Gooi. Als rechtermiddenvelder maakte hij dusdanig faam bij 1e klasser dat hij op 18 april 1948 werd gekozen voor het Nederlands elftal. Voor zestig duizend toeschouwers speelde Oranje 2-2 in de Kuip tegen België. Het Oranje bestond o.a. uit het ‘gouden trio’ Kees Rijvers, Faas Wilkes en Abe Lenstra. Ook internationaal werden zijn kwaliteiten herkend wat hem in 1951 een transfer naar de Franse profclub Toulouse opleverde. Voetballen voor geld was besmet in die tijd voor de Bond maar in het buitenland al lang normaal. Als ‘verrader’ kreeg hij een speelverbod van drie maanden van de KNVB. Eenmaal in Frankrijk werd hij ook daar een sensatie en nam Racing Club de Paris hem over van Toulouse.


Watersnoodelftal Parijs 1953 Staand: Gerrie Vreeken, Rinus Schaap, Cor van der Hart, Frans de Munck, Joop de Kubber en Arie de Vroet. Zittend: Bram Appel, Kees Rijvers, Jan van Geen, Theo Timmermans en Bertus de Harder

In het stadion van zijn nieuwe club, het Parc des Princes, zou hij echt geschiedenis schrijven. Dat gebeurde in een duel tussen in Frankrijk actieve Nederlandse profs (door de KNVB minachtend ‘uitschot’ genoemd)en het Franse nationale team. Deze benefiet is ten bate van de slachtoffers van de watersnoodramp in 1953. De Nederlanders wonnen niet alleen de match met 1-2 maar wonnen ook aan sympathie bij de Nederlandse bevolking en de media.

Laatste interland op 14 oktober 1956 van Rinus Schaap. België – Nederland 2-3 Boven: Cor van der Hart, Rinus Schaap, Frans de Munck, Jan Klaassens, Roel Wiersma en Kees Kuijs. Onder : Tinus Bosselaar, Jan Notermans, Bram Appel, Abe Lenstra en Coy Koopal. Roel Wiersma (PSV) komt, net als Rinus Schaap, eveneens van V.V. Donar uit Hilversum.

Het zou de aanzet geven in Nederland tot het vormen van een betaald voetbalcompetitie. Deze watersnoodwedstrijd in samenvattende Polygoon beelden. Rinus Schaap keerde terug naar ’t Gooi en hij zou de club, op een uitstapje naar Sportclub Enschede na, trouw blijven. Hij speelde tot 1956 dertien interlands allen namens ’t Gooi. Later diende hij de club nog als trainer. In het oude centrum van Hilversum heeft Rinus, zoals in de voetballerij gebruikelijk, enige jaren een sigarenwinkel beheerd. Rinus Schaap, die in zijn carrière optimaal gebruik maakte van zijn voetbalkwaliteiten, overleed op 5 juni 2006 in Hilversum en is 84 jaar geworden.

1953: Semiprofvoetbal in Nederland

Links: Egidius Joosten ( NBVB) (KNVB) voorzitter Hans Hopster

Inmiddels is er een betaaldvoetbal competitie georganiseerd door een ‘wilde’ bond de NBVB. Deze Nederlandse Beroeps Voetbal Bond was een organisatie die op 20 december 1953 ontstond, toen bleek dat de KNVB niet bereid was betaald voetbal te organiseren. De media en de publieke opinie wilden dat er recht werd gedaan aan ‘het nieuwe denken’ en niet werd vast gehouden aan conservatieve opvattingen. De oude gedachte bij de KNVB dat je uit clubliefde hoort te spelen en niet voor het geld vonden vele passé. In 1954 ging de KNVB overstag en deed het betaalde voetbal zijn intrede.

1955: Betaaldvoetbal in Hilversum

Doelman Pim Bekkering

Terwijl de eerste Nederlandse profcompetitie werd opgestart moet ’t Gooi nog voldoen aan één van de KNVB eisen namelijk op 1e klasse niveau spelen. Dat gebeurde in 1955/1956 en na inschrijving werd de selectie ingedeeld in de 1e klasse B met in het totaal 18 voetbalverenigingen. De training werd verzorgd door oud voetballer Evert Sterk en de legendarische waterpolo en zwemtrainer Jan Stender die de lichamelijke conditie moest opvoeren. Op 23 december 1956 verslaat ’t Gooi met Pim Bekkering als opvolger van Theo Mosterd voor afgeladen tribunes FC Hilversum met 6-2. Het is de eerste Hilversumse derby in het profvoetbal en aanwinst Cees Houtveen is met drie goals de man van de wedstrijd.

De resultaten bleven ondanks deze aanwinsten ondermaats in het eerste profjaar en de club degradeert naar de 2e divisie. De commissie ‘betaald voetbal’ van ’t Gooi voorzag, onvoldoende kwaliteit binnen de selectie. Om de stap naar de 1e divisie te kunnen maken werd er opnieuw van elders versterking gehaald. Opnieuw ‘maar voor hoelang’ ging de buidel weer open. Er werd gekozen voor de Amsterdamse trainer Joop de Busser. Doelman Pim Bekkering vertrok naar PSV en keeper Gert Bals en middenvelder Henk de Zoete kwamen over van v.v. Zeist. Eveneens uit regio vond men een goede breedte versterking in Cees van Wilpen uit Baarn.

1955: Piet Burgers in Ajax tenue.
Burgers: altijd goals.

Een voltreffer werd de transfer van Piet Burgers die voor drie duizend gulden van Ajax werd overgenomen. Piet is een ras Amsterdammer die ooit begon bij de plaatselijke DWV en op zijn twintigste naar Ajax stapte. Hij kende de wedstrijdsecretaris Arie de Wit die een buurtgenoot was en bood zichzelf aan. In 1953 maakte hij zijn rood-wit debuut in een uitwedstrijd tegen de Stormvogels. Bij de start van het betaalde voetbal werd Piet topscorer voor Ajax met achttien doelpunten waar hij samenspeelde met Rinus Michels en doelman Pieters Graafland. Ook in de navolgende jaren was Piet Burgers productief maar kennelijke onvoldoende voor Ajax.

De club haalde diverse concurrenten naar de Meer zoals international Piet v/d Kuil en Wim Bleyenberg en Piet Burgers werd op de transferlijst geplaatst. Dit tot groot genoegen van ‘t Gooi die hem voor een aantrekkelijk bedrag konden overnemen. Zij allen moesten de selectie inspireren.

Onderzoek levensvatbaarheid profclubs

Op 19 augustus 1957 opent dagblad Het Vrije Volk met een kritisch rapport betreffende het betaaldvoetbal. Vooral bij de tweede divisieclubs staat het water aan de lippen. Zoals hierboven al gemeld kiest Top Oss voor een teruggang naar de amateurs. Van haar banktegoed van 50.000 gulden heeft Top in twee seizoenen de helft al opgesoupeerd. Een overzichtelijke lijst laat zien hoe de verenigingen er qua inkomsten voor staan. Hieronder een indicatie overzicht. In de linker kolom: Totaal aantal bezoekers over 14 wedstrijden, middelste kolom: Gemiddelde, rechter kolom: Inwonersaantal per 31 december 1956.

De geelzwarten draaien op volle toeren.

Het seizoen 1958/1959 werd gestart met een 2-0 nederlaag tegen FC Hilversum met groen-witte doelpunten van Evert Pluijm en Gerard de Jongh. Het was een kwestie van kneden en vorm geven en het elftal begon te draaien. Opwinding maakte zich meester van de club, de belangstelling trok aan, de sportpark tribune liepen vol en tegenstanders met illustere clubnamen als Baronie, DHC, Velox, Longa, UVS en ONA kregen schrik om naar het sportpark te komen.

Op 23 november 1958 haalde ’t Gooi de radio en de schrijvende pers door een opmerkelijke hoge 9-2 winst op Xerxes. Aan het eind van dat jaar stond de club op een tweede plaats achter dorpsgenoot Hilversum. Een geduchte concurrent waarvan ten tweede male werd verloren. Zondag 2 april 1959 is achteraf het kantelpunt geweest, beide koplopers DHC en Hilversum verloren punten en ’t Gooi nam de eerste plaats over.

Feestvreugde op en langs de houten tribune’s na het behalen van de kampioenstitel

In de maand mei moesten de puntjes op ’t Gooi gezet worden en met drie overwinningen op rij werd het kampioenschap groots binnen gehaald en het feest kon beginnen. Piet Burgers is met 28 goals in evenzo vele wedstrijden de topscorer van de ploeg. Het is 1959 en ’t Gooi maakt zich op voor de 1e divisie.

1959: Vanuit de Langestraat trekt een geelzwarte kampioensstoet naar de Kerkbrink. Aan de linkerkant in het centrum van Hilversum bij Hotel Het Hof van Holland is de receptie en feestavond aanstaande.

Nostalgie op de zondagmiddag. Nul – Nul

Panorama 1962 Bovenste rij vlnr: Robbie Raberink, Johan Schouten, Mickey Gilhooley, Jan Karhof en Rinie de Jong. Middelste rij: Aad Mulder, Bas Brouwer, trainer Ronnie Dellow, Jan van Berkel en Bertus van der Straten. Onderste rij: Cees van Wilpen, Ger van Wiggen, doelman Jan Bakker, Nico Meijer en Evert van de Eshof.

In het algemeen in het land maar zeker in Hilversum was er op zondagmiddag een lange stoet, van voornamelijk sigaren rokende mannen met gleufhoed en lange jassen, die vanuit het dorp op weg zijn naar Sportpark Hilversum. Na afloop verspreide de lange stoet zich als een inktvlek weer huiswaarts. Om onderweg meestal even langs te gaan bij de tabakszaak in de buurt en in de etalage te kijken naar wat de concurrentie had gedaan maar ook om te discussiëren over de gespeelde wedstrijden. Frits van Turenhout begon in 1957 met het voorlezen van de voetbaluitslagen en het noemen van de kruisjes bij de voetbaltoto op de zondagmiddag KRO radio. De sigarenwinkelier had om vijf voor half vijf het radioprogramma beluisterd, noteerde de uitslagen en prikte op een planbord de eindstanden in de etalage. Een ritueel wat in heel Nederland op zondag gewoon was. Niemand kon de ‘brilstand’ zo mooi gearticuleerd voorlezen als Frits van Turenhout de: “Null null”. Zit er in de uitslagen van dat weekeinde geen 0-0, dan is dat voor de luisteraars eigenlijk een teleurstelling.

1960. Sportpark Hilversum. Het middenterrein van de paardenbaan . Staand: trainer Joop de Busser, Piet Wolf, Wim Cozijn, Teus van Rheenen, doelman Gert Bals, Luc Flad, Gerard Tenninglo, Cees van Wilpen en Henk de Zoete. Gehurkt: Joop Klinkenberg, Theo Buenen, reserve keeper Han van Zanten, Barend van Gardingen en Henk Waterman.

Is Hilversum te klein voor twee betaaldvoetbal verenigingen ?

’t Gooi loopt sportief en financieel tegen haar grenzen aan. Beide Hilversumse verenigingen zagen op bestuurlijk niveau wel in dat twee profclubs er eigenlijk één teveel is maar er was onvoldoende draagkracht bij de leden. Het fusie onderwerp op de agenda zetten riep al zoveel emotie op dat een zakelijke afweging te moeilijk was voor de achterban. Ook de KNVB dacht na over een landelijk saneringsplan, want vele profclubs kwamen in moeilijkheden maar stelden pijnlijke beslissingen uit. ‘Iedereen wil sanering, maar eerst bij de buurman’ zei KNVB voorzitter Jos Coler. Uiteindelijk werd er een saneringsplan voor het seizoen 1961/1962 aangenomen waarbij de beide 1e divisies werden samengevoegd tot één en de 2e divisie verruimd naar een A en een B. Men beoogde hiermee het spelpeil te verhogen. Deze herindeling betekende voor de beide Hilversumse verenigingen, terug naar de tweede divisie en minder wedstrijden tegen topclubs. Financieel was het al niet best en nu komt de toekomst heel dichtbij.

1964. t Gooi O 21. Staand: Theo Hoogeveen, Olaf Mulder, Herman de Man, Jos Rump, Bert Sikking, Rob Maarschalkerweerd, Cees Dehl ( grensr.), Hans Loman, (alg. ass) Cees Gill en leider Wortel. Zittend: Jan van Beers, Arthur van de Berg, Jilles Kriekaard, Wim Hoveling, Johan Koster en Frits Doesburg.

In het seizoen 1962/1963 wordt er gestart met een semiprof jeugdcompetitie. Nu het aantrekken van nieuwe spelers te kostbaar is geworden kan de jeugd als back-up dienen voor de selectie is de hoopvolle gedachte. Als snel wordt duidelijk dat de impuls uitblijft en HVV ’t Gooi in het voorjaar van 1964/1965 zich nauwelijks weet te handhaven. De publieke belangstelling neemt verder af en het bestuur moet een onvermijdelijk voorstel doen aan de leden. ‘HVV ’t Gooi draagt de betaald voetballicentie over aan de stichting Sportclub Gooiland en gaat verder als amateurvereniging’.

1963. ’t Gooi – Alkmaar ’54. Kopduel tussen links Janos Hanek en Bertus van der Straten. Eindstand 1-1.

Op donderdag 13 mei 1965 neemt de ledenvergadering het voorstel over van het bestuur. Met steun van het bedrijfsleven en een lening van de gemeente Hilversum is de oprichting van Sportclub Gooiland een feit. ( De ledenvergadering van FC Hilversum wees een toetreding tot SC Gooiland af). Na 11 jaar keert HVV ’t Gooi terug naar de amateurs met de herinnering aan een mooie tijd waarin het aan de basis heeft gestaan van het semiprofessionele voetbal in Nederland en bovenal de inwoners in het Gooi veel zondagsplezier heeft gegeven.

In het vroege voorjaar van 2022 werd in het filmtheater Hilversum een veertig minuten durende documentaire vertoond over de geschiedenis van SC ’t Gooi. Aan de hand van clubarchivaris Hans Swierstra, regisseur Maurice Ramaekers en cameraman David Vaessen ontrolden zich, in unieke beelden en soms ontroerende verhalen, de roemruchte historie van de geelzwarte vereniging. Dat de landelijke media ook interesse zullen hebben ligt voor de hand, maar hier alvast de documentaire in twee delen.