Sportclub Enschede: De trots van Twente
De Sportclub Enschede is opgericht op 1 juni 1910 uit een fusie tussen Hercules (1898) en Phenix (1903). De toenmalige voorzitter Bernard Vos wist de beide culturen samen te smeden tot het grootste voetbalbolwerk in Oost-Nederland. Hij wilde een topclub die de competitie met de grote verenigingen uit het Westen moest aankunnen. “Het bereiken van het hoogste is geen kwestie van kunnen, maar een kwestie van willen”.
Het eerste sportveld in Enschede bevindt zich in het Volkspark. Als belangrijkste club in die tijd is PW de hoofdbespeler, maar het terrein is voor algemeen gebruik en wordt dus door meerdere clubs bespeeld. De staat van het veld is berucht. Het staat bij tegenstanders te boek als keihard en kaal. In de beginperiode loopt er bovendien een wandelpad dwars over het veld richting de fabriek van Denneboom. Het spel moet regelmatig gestaakt worden voor overstekende wandelaars.
Sportclub Enschede moest eerst maar eens zien om het hoogste landelijke niveau te halen. Dat lukte al aan het einde van het seizoen 1915/1916 door het halen van de 2e klasse titel op ’t Sprakel, waar SC Enschede in de volksmond kortweg “Sportclub” genoemd, haar thuishaven had. In het NVB bekertoernooi van 1916/1917 reikt de club tot aan de vierde ronde en heeft het haar gezicht aan den lande vertoond.
Twee jaar later verhuisde de club naar het van Heekpark, vernoemd naar de textielfabrikant G.J. van Heek waar de meeste successen werden behaald. Na het overlijden van deze textielmagnaat Gerrit Jan van Heek wordt er uit zijn nalatenschap een park geschonken aan de Enschedese bevolking. Dit zodat “de arbeiders na hunne zware dagtaak in de fabrieken ontspanning konden vinden, zowel in geestelijke als lichamelijke zin”. In 1918 is het park gereed en een sportveld maakt daar al direct deel vanuit. De nog jonge, maar sterk opkomende kersverse eersteklasser SC Enschede wordt de vaste bespeler. In 1921 wordt de karakteristieke hoofdtribune gebouwd met een opmerkelijk door dakpannen gedekt dak. Het sportpark krijgt nog meer allure door de twee aan weerszijden van de hoofdtribune kleinere overdekte tribunes. Sportclub Enschede is in rap tempo aan het opklimmen naar de oostelijke en landelijke top. Aangeland op het hoogste landelijke niveau maar nu nog aansluiting met de landelijke topclubs, luidde de ambitie. De nu genoemde Eredivisie, bestond toen uit vijf regionale eerste klassen, waarna de kampioenen in een extra competitie om de landstitel streden.
1924: De Sportclub gaat op de Engelse tour.
Langzaam aan groeit de kwaliteit van de selectie zoals in het NVB beker seizoen 1924/1925. De halve finale halen is voer voor de dagbladen . Het gerenommeerde NEC Nijmegen, Enschedese Boys, Vitesse Arnhem, RFC Roermond, HFC uit Haarlem en Neptunus uit Rotterdam worden verslagen. Slechts Xerxes Rotterdam weet SC Enschede uit de finale te houden. In het begin van de twintigste eeuw was het gangbaar geworden dat de vaderlandse clubs gebruik maakten van Engelse oefenmeesters. Zo ook Sportclub Enschede met de Engelse trainer: John George ‘Tim’ Coleman. De bijnaam Tim is er omdat hij iedereen die hij niet kent Tim pleegt te noemen. Tim werd een groot succes want in de reguliere competitie is de vereniging in het seizoen 1925/1926, ongeslagen kampioen geworden van de 1e klasse Oost. Zijn geheim ? Hij ging steeds van het standpunt uit, dat de wedstrijd eigenlijk in de tweede helft moet worden gewonnen. Een uitspraak, die uitgelegd kan worden als een ode aan fitheid en het uithoudingsvermogen.
1926: Nederlands voetbalkampioen SC Enschede.
In de nacompetitie tegen Be Quick 1887, Stormvogels, Feyenoord en MVV is Enschede de bovenliggende partij. De laatste wedstrijd op 30 mei 1926 bij rivaal MVV werd met 1-3 gewonnen. Dit is de grootste triomf uit de clubgeschiedenis. Met steun van ruim 1500 supporters in twee extra treinen ging de lange reis naar Maastricht. Het werd een wedstrijd met een terechte winnaar en een Enschede die technisch superieur was aan de tegenstander.
Voor de rust ging het gelijk op na een openingsdoelpunt van Grobben met het hoofd 0-1 en Soons van MVV 1-1, na een goed gericht schot. In de tweede helft golfde het spel op en neer en uit een scrimmage wist Frohlich de Zwart-Witten weer op voorsprong te brengen, 1-2.
MVV zette nog een keer aan waardoor de strijd een vinnig karakter kreeg. Het bleef bij mannelijk werk, zonder te ontaarden. De 1-3 viel door dribbelwerk van Wevers die met een knalhard schot keeper Van Haeren kansloos liet. De terugreis kon nu niet lang genoeg duren want de buit is binnen. Van de 25 doelpunten in de kampioenspoule waren vooral Wevers 5x, Frohlich 7x en de Boer 8x trefzeker.
Via deze link zijn sfeer en wedstrijdbeelden te zien van een eerdere ontmoeting tussen Sportclub Enschede – MVV op 2 mei. De tribune en de obelisk op het Van Heekpark zijn duidelijk te zien. En helemaal aan het eind lopen de supporters in wat nu de Korte Hengelosestraat heet, bij de hoek Café Royal. Deze wedstrijd werd met 4-2 gewonnen. Acht en twintig dagen later werd bij de return in Maastricht de landstitel binnen gehaald.
Clubicoon Gerrit Nagels: 3 x international
Gerrit Willem Nagels is geboren te Enschede op 7 april 1906. Hij was de eerste speler van de Sportclub die werd geselecteerd voor het Nederlands elftal. Op 14 juni 1928 maakte hij zijn debuut voor het Nederlands elftal in een vriendschappelijke interland tegen Egypte. Nagels kwam enkele jaren later nog twee keer uit voor Oranje; in december 1932 tegen Duitsland en in januari 1933 tegen Zwitserland. Voor het Nederlands B-elftal speelde hij meerdere interlands en scoorde drie keer. In 1940 was Nagels, werkzaam als bouwkundig ingenieur, betrokken bij de wederopbouw van een drukkerij in Wageningen en voetbalde hij bij W.V.V. Wageningen. Na het seizoen 1941/1942 keerde Gerrit weer naar SC Enschede. In 1943 werd hij Oostelijk kampioen met zijn team en beëindigde zijn voetballoopbaan om trainer van de club te worden. Hij had direct succes bij het toernooi om de Zilveren Bal. Een toernooi wat elk jaar aan de vooravond van de competitie in Rotterdam werd gehouden. Gerrit Nagels overleed op 26 februari 1950 onverwachts in zijn woonplaats Enschede. Hij is 43 jaar geworden.
Driemaal 1e klasse Oost kampioen.
Het had de opmaat moeten worden voor nog meer landstitels, maar de Sportclub slaagde er niet in die topprestatie in de daarop volgende decennia te evenaren. De vereniging bleef echter een prominente rol in de top van het vaderlandse voetbal spelen. Tot aan de periode van het betaaldvoetbal werd nog drie keer het kampioenschap van de Oostelijke klasse behaald allereerst in 1931/1932 . Vervolgens ook in 1935/1936 waar Particuliere videobeelden van gemaakt zijn. Bron: Het Filmarchief Overijssel.
Voetbal tijdens de 2e wereldoorlog.
In de 2e wereldoorlog werd er gewoon gevoetbald. Met uitzondering van het seizoen 1944/1945 toen de spanningen hoog opliepen en de hongerwinter alle aandacht opeiste. Ook bij SC Enschede zijn er slachtoffers gevallen onder de tirannie van de Duitse bezetter. Op de website Het Voetbalmonument zijn de namen terug te vinden van spelers en leden dezer vereniging. In de periode 1942/1943 behaalde de zwart-witten voor het laatst het kampioenschap in het district Oost. Dus kwam er opnieuw een nacompetitie om het landskampioenschap. Op 26 april stond er de wedstrijd in Rotterdam tegen Feijenoord op het menu, maar de Duitse bezetter verplichte deze ontmoeting elders te spelen. Wat de precieze reden hiervoor was, is tot op heden onduidelijk, mogelijk was men bang voor luchtaanvallen op de havenstad en de Kuip.
De (K)NVB onder druk verplaatste de match naar De Goffert in Nijmegen. Dat de teams broederlijk arm in arm op de foto gingen werd gezien als een protest tegen de oorlog en een sympathiebetuiging voor de Rotterdamse slachtoffers.
Op de afbeelding kunt u wellicht de navolgende spelers herkennen. v.l.n.r.: Roelof Hagels, Jan Zweers, Henk Swart, Hennie Wiegerink, Harm Pieters, Hennie Stegehuis, Henny Moring, Gerrit Nagels, Henkie Meijermann, Marinus Gerritsen en Wim ten Duits. Overigens won de Sportclub met 1-0 door een doelpunt van Hennie Wiegerink en werd ADO uiteindelijk landskampioen. Bron: De geschiedenis van Enschede. Helaas zat een nieuw Nederlands kampioenschap er dus niet in maar de naam van SC Enschede als voetbalbolwerk is in Nederland echter definitief gevestigd. Wat de invloed was van het oorlogsgeweld in en om Enschede, is ook terug te vinden op de website: Second world war
1953: Watersnoodwedstrijd Frankrijk-Nederland
Het is 1953 als Zeeland wordt opgeschrikt door een Watersnoodramp. De bewoners werden verrast in hun slaap en vele lieten het leven. Deze ongekende ramp raakten velen en ontroerde ook de in het buitenland spelende voetbalprofs die enkele maanden later een benefietwedstrijd organiseren waarbij de opbrengst ten goede komt aan de slachtoffers. Het werd een legendarische wedstrijd. Niet alleen won Nederland met 1-2 van het sterke Frankrijk en gaat de opbrengst naar het Rampenfonds. De sympathieke actie van de door velen genoemde” zakkenvullers” kweekte veel goodwill. Zo werd onder druk van de publieke opinie en de angst haar monopolie te verliezen de KNVB tot andere gedachten over semi-profvoetbal gebracht.
De wedstrijdbeelden van de memorabele benefiet op 12 maart 1953 in Parijs kon men in het bioscoopjournaal terug zien. Het ‘Nederlands elftal’ bestond uit de volgende spelers: Bertus de Harder (Girondins de Bordeaux), Cor van der Hart (Lille), Gerrit Vreeken (Nantes), Jan van Geen (Nantes), doelman Frans de Munck (1. FC Köln), Joop de Kubber (Girondins de Bordeaux), Arie de Vroet (FC Rouen), Bram Appel (Stade de Reims), Kees Rijvers (AS Saint-Étienne), Rinus Schaap (Racing Club de Paris), Theo Timmermans (Olympique Nîmes), Wilhelm van Lent (RC Lens) en Fred Röhrig (Roubaix).
Er was inmiddels een ‘wilde’ profcompetitie gestart door de NBVB. Dit zette de conservatieve KNVB onder druk. Zij waren altijd faliekant tegen het betalen van voetballers op straffe van royement.. De publieke opinie, de media en de spelers/clubs vonden het echter tijd worden voor een cultuuromslag. In de ons omringende landen was de profcompetitie al jaren de gewoonte. De alternatieve bond werd door het bondsbureau in Zeist uitnodigt voor een verzoenend gesprek. De uitkomst bracht beide te samen en onder KNVB paraplu slaat het voetbal een nieuwe weg in. Alle uitstaande strafmaatregelen tegen de semi-profs en geroyeerde clubs gingen van tafel.
1954: De eerste officiële betaaldvoetbal competitie gaat van start.
In november 1954 werd een nieuw hoofdstuk in de voetbalgeschiedenis van Nederland geschreven als het betaald voetbal werd ingevoerd. Als één van de laatste landen in West-Europa liet de KNVB na een jaren betalingen aan voetballers toe. SC Enschede wilde niet achterblijven en vroeg ook een prof-licentie aan. Onder leiding van voorzitter Hennie van Dalen trad Sportclub toe tot de rijen der professionals en sloeg meteen haar slag op de transfermarkt door de legendarische international Abe Lenstra van Heerenveen naar Enschede te halen. Abe Lenstra die een blanco cheque van het Italiaanse Fiorentina naast zich neer had gelegd, wilde in Enschede nog eens bewijzen wat hij in zijn mars had. Dat lukte, want SC Enschede groeide uit tot een topclub in de Eredivisie.
Het voetbalavontuur kan beginnen.
In heel het land werd er met spanning gewacht op het eerste fluitsignaal in de profcompetitie. Veel in het buitenland spelende voetballers konden nu hun kwaliteiten in Nederland vertonen. Op 28 november 1954 is de aftrap en de belangstelling groot voor de allereerste wedstrijden zo ook voor de wedstrijd SC Enschede – De Volewijckers. Het commentaar van de sportjournalisten de volgende dag was echter vernietigend. Wellicht waren de verwachtingen te hoog gespannen of waren de spelers te nerveus. Zeker is dat de selectie langzaam aan beter ingespeeld raakt en zich nestelt tussen de landelijke toppers.
1955/1958: Gouden jaren in het Diekman Stadion.
In het seizoen 1955/1956 speelde de club in één van de twee hoofdklassen. Het werd een spannende strijd met volop titelkansen. De selectie wist de goede vorm niet vast te houden en verloor de eerste plek uit het oog door twee achtereenvolgende nederlagen. Om naast kampioen Elinkwijk mee te kunnen doen in de nacompetitie moest er een extra wedstrijd worden gespeeld. Tegenstander werd het Limburgse Rapid JC die gelijk geëindigd was met Enschede. Het werd een match vol sensatie met vier maal een verlenging, een 4-3 winst voor Rapid en een afgewezen protest van de Sportclub. Rapid JC werd dat jaar verrassend landskampioen.
In 1956/1957 was er een mooie derde plek achter kampioen Ajax en Fortuna ’54. Een seizoen later 1957/1958 was de spanning in de competitie om te snijden. Inmiddels was sportclub Enschede van het Van Heekpark naar het Diekman stadion verhuist. Dit stadion was in eerste instantie bestemd voor stadgenoot Enschedese Boys. Gaandeweg het bouwproces en de gemeentelijke besluitvorming werd duidelijk dat Sportclub Enschede de bespeler van het nieuwe stadion zou worden en Enschedese Boys van het Van Heekpark.
Op 15 juni 1958 moest er nadat DOS en Enschede gelijk waren geëindigd in het Goffert stadion te Nijmegen een beslissingswedstrijd gespeeld worden om de landstitel. In een zinderende finale viel de beslissing pas in de derde verlenging door een doelpunt van DOS speler Tonny van der Linden. Samenvattende beelden van deze apotheose komen uit het Eredivisie Archief.
Na afloop van het seizoen 1957-1958 werd er door de Sportclub selectie een trip naar Spanje en Portugal gemaakt. In Portugal werd een toernooi gespeeld en gewonnen bij Belenenses (De Grote beker valt nu nog in de bestuurskamer van Sportclub te bewonderen) en in Spanje werd in Camp Nou gespeeld tegen Barcelona. Van deze bijzondere trip zijn filmbeelden gemaakt met aansluitend unieke beelden van de Sportclub in het Diekman uit 1960.
Smaakmakers van buiten de provincie.
Naast de Abe Lenstra aankoop maakten ook de internationals Joop Odenthal, Rinus Schaap, de Luxemburger Antoine ‘Spitz’ Kohn en de Duitser Helmut Rahn hun opwachting in Enschede. Der Helmut die in 1954 West Duitsland op het WK naar de wereldtitel schoot, speelde van 1960 tot 1963 in het zwart-wit van SC Enschede, waarmee de ambitie van de club nog maar weer eens werd benadrukt. Op 21 augustus 1960 maakte ‘Der Bomber’ zijn debuut in de eerste wedstrijd van het seizoen voor SC Enschede. De bewegende beelden komen uit het Polygoon journaal. SC Enschede wint met 3-2 van DOS Utrecht. Helmuth Rahn uit Keulen maakt het eerste doelpunt. Ben Wiggers en Gerrit Vogers scoren eveneens voor de Enschedeërs. Tonny van der Linden neemt beide doelpunten van DOS Utrecht voor zijn rekening.
Op 15 april 1963, boekt SC Enschede een 2-0 overwinning op DOS Utrecht. De Enschedese goals komen van Henk Bosveld en Helmut Rahn. De filmbeelden zonder commentaar komen uit het Beeld en Geluid archief. Ook zijn er beelden uit het Polygoon journaal van SC Enschede-Heracles 3-1. Dit was een wedstrijd later dat jaar op 1 december 1963 opnieuw zonder commentaar. Dankzij doelpunten van Chiel Jansen, Arend van der Wel en Henk ‘Charly’ Bosveld wint SC Enschede met 3-1. Herman Morsink is de Heraclied die tegen scoort.
Icoon Rinus Schaap: De nomade onder de voetballers.
Rinus Schaap is geboren op 22 februari 1922 in Hilversum. Zijn eerste club is het plaatselijke Donar waar ook Roel Wiersma heeft gespeeld. Rinus speelt op het middenveld bij zijn overstap naar ’t Gooi en wordt voor het Nederlands elftal geselecteerd. Rinus is een dragende speler die door zijn stijlvolle techniek en kijk op het spel het brein is bij de geel-zwarten uit Hilversum. Het buitenland trekt zeer aan hem want daar werd al volop betaald. Vele generatiegenoten waren hem al voor gegaan. Dat de KNVB faliekant tegen betaaldvoetbal is en iedere profspeler bestraft met uitsluiting weerhield hem niet. Rinus Schaap vertrok naar Frankrijk waar hij met succes speelt bij de Franse profclubs Toulouse FC, en Racing Paris. Na een aantal jaren verhuist Rinus naar SC Enschede op voorspraak van Abe Lenstra met wie hij bij het Nederlands elftal heeft gespeeld. Ondanks zijn leeftijd en prijskaartje werd er besloten het transferbedrag van 25 duizend gulden te betalen aan ‘t Gooi. Abe Lenstra is gecharmeerd van spelers met ‘hersens’ en hij bleek het goed te hebben gezien want in het seizoen 1957/1958 glorieerde SC Enschede in Nederland. Rinus Schaap bleef tot zijn 39ste betaald voetbal spelen. De bescheiden aimabele sigarenwinkelier werd vervolgens trainer bij diverse Hilversumse amateurs. Rinus Schaap overleed na een kort ziekbed in zijn woonplaats Hilversum op 5 juni 2006 en werd 88 jaar.
Clubicoon Hennie Möring: Stopperspil.
Heinrich Johann (Hennie) Möring is geboren op 1 augustus 1919 te Enschede. De verdediger Möring maakte in 1936 zijn debuut voor Sportclub Enschede. Gedurende vijftien seizoenen is hij een vaste waarde in het eerste elftal van de Tukkers. Hij ontwikkelt zich tot stopperspil en heeft als belangrijke taak het dekken en afstoppen van de spits van de tegenpartij. Hoewel het stopperspilsysteem in de grote voetballanden Italië, Frankrijk en Duitsland breed is geaccepteerd, was het in Nederland niet populair. SC Enschede was één van de weinige teams die de aanvallende spil had ingeruild voor een puur verdedigende speler.
Ook Oranje moest van systeem veranderen na een pak slaag door Engelse profs in het najaar van 1946 uitslag 8-2. Want de vrijheid die Tommy Lawton daar kreeg , hij scoorde vier keer, kwam veel kritiek. Zijn tegenstander en debutant Arie Vermeer van Excelsior had geen grip op de Engelsman. Bij de volgende interland in Amsterdam april 1947 tegen België, maakte het nieuwe systeem zijn intrede. De keus voor de nieuwe positie viel op Hennie Möring. Hij was met zijn 27 jaar inmiddels een ervaren verdediger. Voor de 2e Wereldoorlog had hij bij SC Enschede het stopperen geleerd van de Engelse trainer David Wall.
Het nieuwe systeem bracht direct succes en de complimenten voor Möring na een 2-1 overwinning. De keuze commissie en trainer Jesse Carver kwamen na afloop enthousiast het veld op om Hennie persoonlijk te feliciteren. Maar er waren ook kritische geluiden. Velen vonden het een schandalige manier van voetballen. Möring kleefde teveel aan de Belgische midvoor De Cleyn en zijn aanpak leek teveel op rugby en vooral in België reageerde men furieus. Toen een maand later in Antwerpen België – Nederland opnieuw op het programma stond, werd Hennie Möring met veel geloei ontvangen.
Hennie bleef de rust zelve en stapte opnieuw met een overwinning op België van 1-2 het veld af. In het voorjaar van 1948 brak Möring in een competitiewedstrijd tegen Wageningen zijn rechterscheenbeen. Als rechtshalf kwam hij een jaar later nog één maal terug in het Nederlands elftal maar de echte vorm ontbrak. Hennie nam na zes Oranje wedstrijden, afscheid als international van het Nederlands elftal. Rinus Terlouw werd zijn vervanger in het nieuwe stopperspil systeem. In april 1951 beëindigde Möring zijn loopbaan als voetballer op het hoogste niveau maar bleef betrokken bij zijn Sportclub Enschede maar nu als voorzitter. Hennie Möring is op 15 september 2001 te Enschede overleden.
1964: Tot het laatst een titelkandidaat.
Rond 1960 speelde de club een bescheiden rol in de Eredivisie. Tot dat de Sportclub in het seizoen 1963/1964 weer een opleving kende. Met nog drie wedstrijden te spelen draait het elftal volop mee om de landstitel. Als er vervolgens thuis met 2-1 wordt gewonnen van concurrent Ajax zit een titel er nog steeds in maar dan gaat het op bezoek bij Volendam mis. Na een snel verkregen voorsprong van 0-2 komen de wijdbroeken langszij. Ook in de allerlaatste wedstrijd tegen titelkandidaat PSV wisten de Enschedeërs een 2-0 voorsprong niet te behouden en werd het opnieuw 2-2. Niet te min werd er achter landskampioen DWS en PSV maar voor Ajax en Feijenoord een verdienstelijke derde plaats behaald.
1965: SC Enschede fuseert met Enschedese Boys.
Onder zware druk van de gemeente Enschede moest het zwart van sportclub Enschede en het groen van Enschedese Boys fuseren tot het rood van FC Twente. Het werd voor de gemeente een te zware financiële last beide clubs te blijven steunen en de politiek stond ook voor een morele keuze. Het gemeenschapsgeld in de zakken van profvoetballers dat ging de gemeenteraad te ver. Na vele emotionele debatten moesten de beide clubs akkoord gaan en werd FC Twente ’65 de nieuwe naam.
1965: Een einde aan een mooi avontuur.
Aan het einde van het seizoen 1964/1965 kwam er, met een zevende plaats, een einde aan het betaald voetbalavontuur van Sportclub Enschede. In de allerlaatste wedstrijd op 2 mei 1965, uit tegen Ajax werd het laatste betaaldvoetbal doelpunt van Sportclub Enschede gemaakt door Hennie Weering.
SC Enschede heeft vanaf 1916 onafgebroken op het hoogste niveau gespeeld wat een unicum is in de Nederlandse voetbalhistorie. Over de schouder van sportjournalist Ton van Dalen, zoon van oud voorzitter Hennie van Dalen, kijken we nog een keer terug naar het voetbalverleden van Sportclub Enschede met dank aan Het Oversticht. Inmiddels speelt de vereniging op amateurniveau, onveranderd blijft echter het clublied van SC Enschede met de navolgende prachtige tekst:
Vrienden gaat uw lichaam stalen,
In de frissche, zuiv’re lucht!
Door de sport verdwijnen kwalen,
Gaan de ziekten op de vlucht.
Refrein: Sport schenkt kracht aan onze leden!
Frisscher maakt zij onzen geest!
Dus geen voetbal meer gemeden,
Voor geen flinken trap bevreesd;
Voor het voetbal steeds gestreden.
En voor “Enschede” het meest.