De Graafschap

1954: De jonge geschiedenis van de Graafschap.

Afbeeldingsresultaat voor nbvb logo voetbal

Aanleiding tot oprichting van de Graafschap ligt in de weigering van de KNVB om betaaldvoetbal in te voeren. Onder de paraplu van de ‘wilde bond’ NBVB wordt profvoetbal ingevoerd, waarvoor nieuwe clubs zich kunnen aanmelden. Op 1 februari 1954 is dat onder meer de beroepsvoetbalclub ‘De Graafschap’ die zonder relatie met een amateurvereniging ontstaat. De naam verwijst naar de Oost Gelderse streek waarin Doetinchem ligt. De streek is nu beter bekend als De Achterhoek. 

1954/1955: De totale Graafschap selectie bestond uit: Theo Albers, Anton Beumer, Dick Faber, Tinus Gerritsen, Wim Hendriks, Eddie Hendriks, Epi Jansen, Gerrit Jansen, Henk Jansen, Marten Jochemsen, Pauke Meijers, Hennie Jonker, Gerrit Kluin, Wim Marskamp, Chris Schonewille, Frans vd Veen, Jacques vd Veen, Charley vd Weerd, Henk Welgraven, Karel Weijand en Piet de Wilde. Trainer: Leendert IJssennagger.
17 februari 1954: Arnhemsche courant.

Tot verrassing van velen in de Achterhoek bericht De Graafschap-bode op 15 februari 1954 dat in Doetinchem een profclub is opgericht. Dat de Achterhoek zou gaan genieten van voetbal op niveau, is te danken aan enkele leden van de sociëteit Animato. Zij kwamen bijeen in hotel Rademaker te Doetinchem. De Nederlandse Beroepsvoetbalbond (NBVB) slaagt er in een profcompetitie tot stand te brengen welke in september gaat starten met deelname van tien clubs. Dit tot groot verzet van de bestaande KNVB die dreigde met uitsluiting van clubs en spelers. Het bestuur staat voor de helse opgave om de nieuw bakken club structuur te geven, een accommodatie volgens de veiligheidsnormen te verwerven en kwaliteitsspelers aan te trekken. Vooral dat laatste zou voor veel wrevel zorgen bij de amateurverenigingen uit de Achterhoek. Overigens was dit in die zomer van 1954 een landelijk verschijnsel

Spelers werven, spelers ronselen. deel 1

Gerrit Jansen ex Vitesse
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is Welgraven.jpg

Johan Roodbergen gaf de eerste aanzet en samen met Gerrit Heetveld en Ben Kamperman realiseerden zij wat menigeen niet voor mogelijk had gehouden. Met behulp van veehandelaar Bart Wentink, die zijn weiland ter beschikking stelde, en wegenbouwer Bernard Bruil verrees op de locatie aan de Vijverlaan een stadion. Over Roodbergen verscheen in het dagblad De Gelderlander in 2007 een bijzonder artikel met de kop “De man die de Graafschap nooit zag spelen.” Dankzij alle inspanningen werd tijdig een complete selectie geformeerd. Zeven spelers van Vitesse maakten de overstap naar De Vijverberg. Gerrit en Epi Jansen, Karel Weijand, Gerrit Kluin, Eddie Hendriks, Dick Faber en Wim Hendriks. Achtereenvolgens werden Tinus Gerritsen en Anton Beumer ( Dierense Boys), Marten Jochemsen en Wim Marskamp ( Be Quick),Henk Welgraven (Wageningen) alsmede Piet de Wilde en Henk Jansen (Doetinchem) gecontracteerd. De sfeer echter tussen de clubs uit de regio raakte vertroebeld door het ‘ronselen’ van spelers.

Van Hotel Vijverberg naar Stadion Vijverberg

Karel Weijand ex Vitesse
Wim Hendriks ex Vitesse

Er zat druk op BVC De Graafschap want de competitie zou binnen enkele maanden beginnen. Het veld moest worden geëgaliseerd en rondom houten tribunes geplaatst. Deze werden voor een klein bedrag overgenomen van amateurclub Kampen. Daarnaast zijn er enkele keten als de kleedkamer en bestuursruimte omgebouwd. De eenvoudige accommodatie kreeg de naam sportpark Vijverberg. Dit is ontleend aan het gelijknamige hotel dat vroeger op die plek stond.

1954: De Graafschap – Fortuna ’54 1-1. Opening sportpark De Vijverberg.

Spelers werven, spelers ronselen: Deel 2

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is image-40.png

In een later stadium completeerden Hennie Jonker (AGOVV) , Charley van de Weerd (Wageningen) en Pauke Meijers (NEC) de spelersgroep. Laatstgenoemde was de enige speler waarvoor manager Heetveld een bedrag van 1000 gulden aan vader Meijers op tafel moest leggen. Op een veldje bij een gymnastiekzaal aan de Doetinchemse Steinlaan werkte De Graafschap onder leiding van oefenmeester Leendert IJssennagger onder grote belangstelling de eerste trainingen af. Op 7 augustus 1954 speelden de Achterhoekers uit het zicht van belangstellenden op stadion Veldwijk te Hengelo hun eerste oefenwedstrijd. Tegenstander Twente Profs veegt de Graafschap met 8-3 van de mat. Ook de oefenduels tegen de nieuwe profclubs Amsterdam (5-0 verlies) en Alkmaar (1-0 zege) werden elders gespeeld. Pas op 4 september 1954 kon de Achterhoek voor het eerst kennis maken met hun De Graafschap. Op de Vijverberg voor 12.000 toeschouwers eindigde de oefenwedstrijd tegen Fortuna ’54, met internationals Frans de Munck, Cor van der Hart en Jan Notermans in een remise (1-1). Anton Beumer opende met een afstandsschot de score.

Naast de burgermeester Boddens Hosang de beide aanvoerders. Links Fortuna ’54 doelman Frans de Munck en rechts Wim Hendriks van De Graafschap.

11/12 september 1954: Start ‘wilde’ profcompetitie

Suikerzakje

De KNVB en de NBVB kwamen er onderling niet uit en de gesprekken werden afgebroken. De NBVB koos voor een betaalde structuur en organiseerde een ‘wilde’ competitie. De KNVB was er heel snel bij om alle spelers en clubs die hier aan mee zouden doen besmet te verklaren. Dat betekende dat de spelers niet meer in aanmerking zouden komen voor ‘Oranje’. Aan deze ‘wilde’ competitie deden tien organisaties mee inclusief De Graafschap. Het openingsduel is op 12 september uit tegen profclub Venlo die in een remise (1-1) eindigde.

13 september 1954 Het Limburgsche dagblad.

Vervolgens wachtte de confrontatie met Rotterdam op De Vijverberg. Opnieuw stroomde het stadion vol en wederom stond na afloop een 1-1 op het scorebord. Lang niet iedereen bleek gecharmeerd van het feit er profvoetbal in Doetinchem werd gespeeld. Met name de bestuurders van de regioamateurs vreesden een aanzienlijke teruggang van hun bezoekersaantallen. De derde wedstrijd, thuis tegen Twentse profs werd gewonnen. Voor het eerst trok De Graafschap aan het langste eind (3-2). Opmerkelijk mag nog de 3-0 zege op Fortuna ’54 genoemd worden dat op De Vijverberg haar enige nederlaag leed.

1956. Staand: Hennie Donk, Frits Paule, Jan Bovenius, Karel Weijand, Bennie de Ridder, Jaap de Knegt, trainer Jan Poulus, Jan Roes en Tinus Gerritsen. Het is een incomplete namenlijst.

Conservatieve KNVB geeft eindelijk het verzet op.

Rechts: Bondsvoorzitter Hans Hopster KNVB en Egidius Joosten NBVB. Zij toosten op de fusie.

Aan de onenigheid tussen KNVB en NBVB komt in november 1954 een einde. De competities van beide bonden worden stopgezet. Op 28 november start onder de vlag van de KNVB een nieuwe competitie waarbij De Graafschap is ingedeeld in 1e klasse D. Een week eerder nam de gemeente Doetinchem een opmerkelijk initiatief. Alle gemeentelijke amateurclubs werden uitgenodigd om een samengaan met de N.V. De Graafschap te bespreken. De KNVB stelde als plicht dat elke profclub een amateurafdeling moet hebben in verband met het hebben van structuur en accommodatie.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 1-1-frens-van-der-veen-als-speler-voor-het-nederlands-elftal-privecc81collectie.jpg
8x international: Frens van der Veen

Om uiteenlopende redenen haakten de meeste clubs af. Uiteindelijk fuseerde De Graafschap met VV Oosseld. Jo Wijgman was voorzitter van deze amateurs en wist zijn clubleden te overtuigen om voor de fusie in te stemmen en werd secretaris van de N.V. Hij wordt ook wel Mister Graafschap genoemd. Pogingen om de Twentse Profs met De Graafschap te laten fuseren liepen op niets uit en vijf spelers, waaronder international Frens van der Veen en trainer Heinz Huber maakten een overstap naar Doetinchem. Tussen 1938 en 1940 speelde Frens van der Veen als Heraclesspeler in totaal acht keer voor het Nederlands elftal waarbij hij één doelpunt maakte. Hij zat ook in de selectie voor het wereldkampioenschap voetbal in 1938

1954: Opening van het eerste KNVB profseizoen.

De Graafschap startte de competitie 1954/1955 in de Hoofdklasse D, met een thuisduel tegen VSV. Voor zevenduizend toeschouwers eindigde het matige duel in een bloedeloze 0-0. De volgende twee duels tegen HVC 3-1 en Eindhoven 3-0 verlies deden het ergste vrezen. Maar op 19 december thuis tegen SC Enschede werd met een daverende 5-2 overwinning de weg omhoog gevonden. Het Vrije Volk van maandag 20 december kopt in haar sportcommentaar het bericht rechts > >. Tevreden zal het bestuur/aanhang in het eerste jaar zeker zijn geweest met een vierde plaats als eind resultaat.

Supporters konden de boom in.

Seizoen 1956/1957: De Graafschap elftal met links Trainer: Leendert IJssennagger naast hem : Jo Wijgman
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is image-38.png

Met een dertiende plaats in het tweede speeljaar 1955/1956 was een tegenvallend resultaat. Mede daardoor werd de club in het vervolg van de jaren vijftig ingedeeld in de 1e divisie met opnieuw wisselend resultaat. Enkele memorabele wedstrijden willen wij er uit lichten. Zoals op 7 november 1955 het thuisduel tegen SC Enschede met Abe Lenstra in haar gelederen. De best bezochte wedstrijd in de historie trok bijna 16.000 toeschouwers. Verschillende voetballiefhebbers klommen in de bomen achter de tribunes om de strijd te kunnen volgen. Scheidsrechter Aussum weigerde af te trappen omdat honderden bezoekers zich op het veld bevonden. Met een kwartier vertraging werd alsnog afgetrapt, waarna Abe Lenstra met twee doelpunten de streekderby besliste.

Vol verwachting kijkt de Achterhoek uit naar de wedstrijd tegen de sterrenformatie van Feyenoord, die op 13 mei 1956 op de rol staat. Vol bewondering zien 12.000 toeschouwers hoe de Rotterdammers met schitterend spel De Graafschap aanvankelijk totaal onder de voet lopen (0-5), tot een kwartier voor het einde. Binnen vijf minuten werd de achterstand door enkele weergaloze acties van Pauke Meijers tot 3-5 teruggebracht. Feyenoord ontsnapte aan een gelijkspel, omdat de Graafschappers in de laatste vijf minuten de kansen niet wisten te benutten. Dezelfde Meijers vervulde een hoofdrol in de wedstrijd tegen de latere kampioen ADO. De tot dan ongeslagen lijstaanvoerder was naar Doetinchem gekomen en moest op 23 december 1956 haar eerste nederlaag incasseren.

1959 Esso serie De Graafschap. Boven: trainer J. Poulus, G. Kluin, F. Paule, G. Selderhuis, M. Jochemsen, E. Jansen, J. Bovenius, G. Olthuis. Onder: G. Bosveld, W.v/d Schuur, K. Weijand, C. Smulders, M. Gerritsen, B. Sluiter.

Transfersom incasseren maar wat dan ?
Feyenoord was inmiddels voldoende overtuigd van de kwaliteiten van de technisch zeer onderlegde Pauke Meijers. De Rotterdammers legden hem aan het eind van het seizoen vast. De Graafschap mocht 35.000 gulden incasseren, destijds de hoogste transfersom voor een binnenlandse transfer. Tevens zegde Feyenoord toe een vriendschappelijk duel in Doetinchem te komen spelen.

1960: Degradatie naar de 2e divisie.

Naarmate de sterkhouders van het eerste uur verdwijnen, is de club genoodzaakt de selectie aan te vullen met amateurs uit de regio. Onder andere. Gerrit Bosveld (Doesburg), Ben Sluiter (VVG ’25) en Paul Vet (SDOUC) blijken gewaardeerde krachten. Toch valt niet te ontkennen dat het spelniveau terugloopt. De teleurstelling kwam aan het eind van 1959/1960 toen er na degradatieduels met RBC uit Roosendaal en RCH uit Haarlem tweemaal werd verloren. Als op 19 juni 1960 in stadion Galgenwaard De Graafschap het beslissende duel tegen RCH verliest (1-2) is degradatie naar de tweede divisie een voldongen feit.

1963: Op sportpark Vijverberg in Doetinchem is de toegang voor deze dames gratis !

1961: Op de Engelse tour

Het bestuur gaat bij de KNVB ten rade om een geschikte trainer voor het aanstaande seizoen te vinden. Na onderling overleg werd besloten de Engelsman Eric Norman Jones vast te leggen. Het werd geen succes. Integendeel. Het grootste deel van de selectie bestond uit Achterhoekers, waarvan de meesten eigenlijk niet met Jones konden communiceren. De prestaties bleven ver onder de verwachtingen. Daar kon het aantrekken van twee veelbelovende Engelse spelers Dave Kettle en Jimmy Watton weinig aan veranderen. Sterker, aan het eind van het seizoen 1961/1962 was De Graafschap veroordeeld tot het spelen van een halve degradatiecompetitie waaraan ook Oldenzaal en NEC deelnamen. De verliezer zou moeten terugkeren naar de amateurs. Dankzij een 2-0 zege op NEC bleef De Graafschap dat doemscenario bespaard.

1963. De Graafschap: Staand: Trainer Evert Teunissen, Andre Schuerman, Theo Huls, Harry Bockting, Joop Willems, Hennie Keuben, en Joop Hartjes. Gehurkt: Theo van Uum, Jan Roes, Bertus Mensert, Gerrit Bosveld en liggend doelman Joop Hartjes.

Met Evert Teunissen terug naar ‘de Hollandse school’.

Evert Teunissen

Het Graafschap bestuur was er inmiddels in geslaagd een opvolger voor Jones aan te trekken in de persoon van Evert Teunissen. De komst van de geboren Arnhemmer bleek een schot in de roos. Als De Graafschap in de eerste thuiswedstrijd van het seizoen 1963/1964 de latere kampioen NEC met 4-0 van het veld veegt, reageert de uitverkochte Vijverberg dolenthousiast. Joop Hartjes (ex AGOVV) scoorde alle doelpunten. Samen met het grote talent Chris Hartjes vormt hij in de aanvalslinie een gevaarlijk duo.

Terwijl een deel van de aanhang al droomt over promotie, blijkt later dat het elftal vooralsnog niet in staat is stabiel te presteren. Trainer Teunissen krijgt van het bestuur, met als voorzitter de Doetinchemsezakenman Harry Heilbron, alle tijd te werken aan een elftal dat de beoogde promotie kan realiseren. Als, dankzij een lening van 100.000,- gulden van de gemeente Doetinchem, voor het seizoen 1965/1966 acht nieuwe spelers kunnen worden aangetrokken wordt de doelstelling realiteit. Als tijdens de oefencampagne De Graafschap met de nieuwelingen Henk Overgoor Go Ahead).Fred Jaski (DWS), Henk van Brussel (Go Ahead), Ben Zweers (NEC) en Hennie Nieuwenhuis (SC Enschede) Feyenoord verslaat (1-0) is dit een goede indicatie waartoe dit elftal in staat is.

Gelderse rivaliteit in de ‘Derby van het Oosten.

De aartsrivaal van De Graafschap is Vitesse uit Arnhem. De wedstrijden tussen deze clubs wordt ook de Derby van het Oosten genoemd. Het duel kan gezien worden als een strijd tussen stad en platteland. Het is in de publieke beleving een botsing tussen het sierlijke en elegante voetbal van Vitesse en de strijdlust en passie van De Graafschap. Daarnaast is het een botsing van de zelfbewuste uitstraling van de Gelderse hoofdstad tegen de Achterhoekse plattelandsmentaliteit. Uit de tenues van beide elftallen is dit ook min of meer af te leiden. De Graafschap speelt in het blauw en wit, de stadskleuren van Doetinchem.

Guus Hiddink

De Arnhemmers spelen sinds 1907 in het geel en zwart met als argument dat Vitesse zich bij de beste clubs van Gelderland mocht scharen en zij in de Gelderse hoofdstad gevestigd is, waardoor zij ook het recht zou hebben om de kleuren van Gelderland te mogen dragen. Als de club op 3 oktober 1965 de hoogste uitzege in de historie boekt tegen Tubantia (2-9), ontstaat een ware run op kaartjes voor de aanstaande topper tegen Vitesse. Onder leiding van Leo Horn eindigt de wedstrijd in een deceptie (0-2 nederlaag) waardoor de Arnhemmers zich kunnen opmaken voor het kampioenschap van de 2e divisie. Dankzij een 2-0 zege op FC Hilversum wordt de tweede plek op de ranglijst veilig gesteld en daarmee tevens de eerste promotie in de historie. Het seizoen 1965/1966 werd afgesloten met de grootste thuiszege in de nog jonge historie. Tegenstander Wageningen incasseerde een 9-0 nederlaag. De rentree in de 1e divisie bracht niet wat velen verwacht hadden en beperkte zich tot slechts één seizoen. Na een dienstverband van vijf jaar nam trainer Teunissen afscheid.

2 juni 1969: Trouw.

Zijn opvolger Ad Zonderland kon gaan bouwen aan een nieuw succes waarvoor de basis door zijn voorganger al was gelegd. De Haarlemse oefenmeester transformeerde assistent-trainer Guus Hiddink tot veldspeler en vond daarmee de ontbrekende sleutel die leidde tot het kampioenschap van de 2e divisie in 1968/1969.

1969 De Graafschap kampioen. Spelers namen ontbreken.

Icoon Pauke Meijers: Krijtlijn aan de kicksen

Pauke Meijers op 2 juni 1934 te Nijmegen geboren. Hij maakte zijn debuut als voetballer in 1950 bij de voetbalclub N.E.C.. Toen de club hem bij de invoering van het semi-profvoetbal in 1954 niet ging betalen omdat hij in militaire dienst zat, stapte hij over naar De Graafschap. Op 13 mei 1956 staat Feijenoord te wachten. Met bewondering zien 12.000 toeschouwers hoe de Rotterdammers met schitterend spel De Graafschap aanvankelijk totaal onder de voet loopt (0-5), tot een kwartier voor het einde.

Binnen vijf minuten werd de achterstand door enkele weergaloze acties van Pauke Meijers tot 3-5 teruggebracht. Feyenoord ontsnapte aan een gelijkspel, omdat de Graafschappers in de laatste vijf minuten de kansen niet wisten te benutten. Toen Pauke Meijers in 1957 voor 35.000 guldenn van De Graafschap naar Feyenoord werd getransfereerd, was hij op dat moment de duurste aankoop in de historie van het Nederlandse voetbal. Bij de Rotterdammers scoorde hij 22 keer in 79 competitiewedstrijden. Als rechtsbuiten kwam hij in het laatste van zijn vier seizoenen bij Feijenoord niet meer zo uit de verf, omdat op links Coen Moulijn alle ballen opeiste.  Hij sloot zijn loopbaan in het seizoen 1967/1968 af, na diverse profclubs, bij AGOVV waarna hij nog bij amateurclub SV Leones speelde.

Noorwegen -Nederlands elftal 4-0 Boven: Piet van der Kuil, Joop Odenthal, Lieuwe Steiger, Jan Klaassen, Hans van der Hoek, Loek Biesbrouck, Frans Tebak. Onder: Tonny van Ede, Max van Beurden, Wim Bleijenberg, Pauke Meijers.

Pauke Meijers speelde op 27 september 1953 eenmaal in het Nederlands elftal in een vriendschappelijke wedstrijd in en tegen Noorwegen (4-0 nederlaag). De rechter middenvelder werd toen als linksbuiten opgesteld. Eerder kwam hij drie keer uit in het Nederlands Jeugdelftal en vier keer in het Militair Elftal. Ook speelde hij voor het Oostelijk elftal. De laatste jaren van zijn leven leed hij aan de ziekte van Alzheimer. Op 14 oktober 2013 is Pauke Meijers overleden in zijn geboorte stad op 79-jarige leeftijd.

Doetinchem met slechts 50 duizend inwoners

De Graafschap werd in de historie nog nooit landskampioen en won ook nog nooit de KNVB beker maar ze heeft wel een rijke geschiedenis in zowel de Eredivisie als de 1e divisie. Als De Graafschap einde 1970/1971 het seizoen als rode lantaarndrager afsluit, profiteert de club van de grote sanering die de KNVB doorvoert. De 2e divisie wordt opgeheven. Clubs die de laatste vijf jaar het laagste toeschouwersgemiddelde scoorden, dienden het betaalde voetbal te verlaten. Dankzij haar trouwe aanhang met de Geuzennaam ‘Superboeren’ kan De Graafschap haar status als 1e divisie club behouden. Clublied: De Graafschap gaat Oerend Hard.

De Vijverberg is door zijn entourage, waarbij de superboeren boven op het veld zitten, voor vele ’top’ clubs een moeilijk te nemen horde. Tegelijk beseft men in Doetinchem dat er een andere koers moet worden gevaren om een sportieve deceptie in de toekomst te voorkomen. Onder de bezielende leiding van voorzitter Walter Fackeldeij bloeit de club op.