Vitesse

Vitesse 1892

1892: Opgericht door Arnhemse studenten

De Arnhemse Voetbal en Cricketclub Vitesse behoort tot één der oudste Nederlandse voetbalverenigingen. Het werd opgericht op 14 mei 1892 door leerlingen van de HBS en het Gymnasium en is daarmee iets jonger dan bijvoorbeeld het Nijmeegse Quick (1888) en het Apeldoornse Robur et Velocitas (1882). Veelal begonnen deze clubs met het toen populaire cricket, dat toch spoedig overvleugeld werd door voetbal. Bats en stumps verdwenen en de lederen knikker kwam ervoor in de plaats.

De oudst bewaard gebleven foto van Vitesse. De cricketspelers staan bij het speelterrein bij IJsclub Arnhem. Staand vanaf links: Cees Piekema, Dé Jonker, Lodewijk de Geer, Hugo Heuvelink, Karel d’Arnaud Gerkens en Barthold de Geer. Zittend: Eli Dezentjé, Bernard Dezentjé, Siegfried Leopold en Edmond Dezentjé. 

Gedurende de winter van 1893/1894 speelt Vitesse op een weide binnen de Planten- en Vogeltuin van landgoed Bronbeek. Omdat er een boom in het midden van het veld stond was het spelen van officiële wedstrijden op Bronbeek niet toegestaan. Er was een mooie balans in het gebruik van het terrein. In de zomer cricket, in de lente en herfst voetbal en ’s winters, als het terrein onder water stond, vrij baan voor de schaatsers. 

Het kampioenselftal uit het seizoen 1894/1895

Twee jaar lang speelde Vitesse alleen vriendschappelijke wedstrijden, totdat in 1894/1895 de Gelderse regio van de Nederlandse Voetbal Bond (NVB) van start gaat. Met het spelen van competitievoetbal komt het cricket ten einde. De eerste competitiewedstrijd speelt Vitesse uit tegen Victoria in Vught. Na een ruststand van 0-7 wint Vitesse met 0-17. Doelpunten werden gemaakt door Edmond Dezentjé, Bernard Dezentjé, Willem Hesselink, Deelken en Elie Dezentjé. Het speelveld was op de binnenring van de Arnhemsche IJsbaan. De competitie was in kleine provinciale kring waar in 1895 het eerste Gelderse kampioenschap werd behaald .

Clubicoon Willem Hesselink: Scheikundige en sportman.

Willem Hesselink, speler-manager-voorzitter van Bayern München

Willem Hesselink werd geboren op 8 februari 1878 te Arnhem. Met zijn oudere broer Herman behoorde Willem in 1892 tot de groep jonge oprichters van de Arnhemse voetbalclub Vitesse. Tot 1915 kwam hij met onderbrekingen voor het eerste elftal uit. In 1898 speelde hij de met 4-2 verloren wedstrijd om het Nederlands kampioenschap tegen RAP uit Amsterdam. Hij was in deze periode tevens een befaamd atleet en werd nationaal kampioen verspringen en touwtrekken, een olympische sport. Van 1898 tot 1910 had hij met 6.10 meter het nationaal record verspringen in handen. Op de 1500 meter was hij Gelders kampioen. Hesselink herinnerde zich nog goed de eerste wedstrijd, die men als AVC Vitesse tegen Quick Nijmegen ging spelen. “Niemand had nog een bepaalde plaats in het elftal. Aan elk lid werd gevraagd op welke plaats in het elftal hij het liefst zou willen spelen. Ik zelf antwoordde daarop: ‘t kan me niet schelen’, waarop ik natuurlijk op de minst geliefde plaats, linksbuiten, werd geplakt. Willem Hesselink zou uitgroeien tot één van de grootste Vitesse-coryfeeën. Hij werd Vitesse eerste international, en was tot op bijna veertigjarige leeftijd actief voor de vereniging. In 1899 ging Hesselink scheikunde studeren in Leiden. Van 1899 tot 1901 kwam hij daarom uit voor HVV uit Den Haag in de Westelijke 1e klasse. Hiermee werd hij in 1900 en 1901 kampioen van Nederland. Voor de Haagse ploeg scoorde Hesselink 66 doelpunten in 54 duels.

30 december 1900. Het Nederlands elftal voor de wedstrijd tegen de Berliner F.C. Preussen 5-1, gespeeld op het HVV-terrein te Den Haag. Opstelling: Cramer (Ajax Leiden), Mundt (HVV), Van der Linde (RAP, aanvoerder), Carli (HBS), Hartog (RAP), De Stoppelaar (Ajax Leiden), Jhr. Meyer (HBS), Hesselink (Vitesse), Sol (HVV), Offers (Victoria Wageningen) en Goedvriend (Vitesse).

Hij speelde éénmalig voor het Bondselftal de voorloper van het Nederlands elftal, op 14 mei 1905 tegen België. Keerde kort terug bij Vitesse, maar verkaste in 1902 wegens studieredenen naar München. Hesselink meldde zich aan bij Bayern München, dat op dat moment nog in een regionale competitie uitkwam. Binnen een jaar was hij naast speler tevens trainer en voorzitter van de vereniging. Onder de driejarige voorzitterschap van Hesselink groeide het ledenaantal enorm. Lees: Hesselink en de bijzondere connectie met Bayern München. Willem Hesselink overleed te Bennekom op 15 december 1973 op 95-jarige leeftijd.

Vitesse ontwikkeld zich tot een aansprekende naam.

In 1894 besloot men zich aan te sluiten bij de opgerichte Nederlandsche Voetbal Bond. Men verruilt Bronbeek voor het middenterrein van Klarenbeeks wielerbaan. Wanneer deze wielerbaan in 1898 gesloopt wordt ontstaat er meer ruimte voor het voetbal. Na twee Gelderse kampioenschappen promoveert Vitesse naar de oostelijke eerste klasse voor het seizoen 1896/1897. Het was in Nederland voor het eerst dat er naast de westelijke ook een oostelijke 1e klasse competitie kwam. Het bestond uit slechts drie verenigingen maar het begin is er.

1897. Vitesse in het vroegere blauwwitte tenue. Staand: Van Rossum, Rein Hendriks, Herman Hesselink, Roqué, Jager, Piet Hendriks en Meihuizen. Zittend: d’Arnaud Gerkens, Jacobsen, Lutjens, Willem Hesselink. In de tuin van de familie Hesselink.

Een jaar later bestaat de 1e klasse uit vijf clubs en haalt Vitesse in 1897/1898 de oostelijke titel binnen. Gekleed in Blauwwitte kleuren van de stad Arnhem, werd kampioen Vitesse uitgenodigd voor het landelijk kampioenschap. Reikhalzend werd er uitgekeken naar de match tegen het roemruchte RAP uit Amsterdam. Vitesse komt zoals verwacht in deze finale tekort, maar verweert zich op het veld van het Utrechtse Hercules kranig. RAP speler Julius Hisgen scoorde 4x en Vitesse speler Hesselink en Villeneuve ieder eenmaal bij een 750 tal toeschouwers.

Uit de Tubantia van 27 april 1898.

1898: Van Blauwwitte kleuren naar een Geelzwart tenue

Familie wapen van baron van Pallandt

Het Vitessebestuur vindt dat de beste club van Gelderland gevestigd in Arnhem, de hoofdstad van de provincie, ook haar kleuren hoort te dragen en veranderd naar een geelzwart tenue. Op 25 november 1900 speelden de Arnhemmers voor de eerste keer in deze kleuren in een competitie wedstrijd tegen Go-Ahead uit Wageningen. Het shirt bestond alleen nog niet uit smalle banen, maar uit zes geel-zwarte blokken. Het bracht die zondagmiddag niet het gehoopte geluk want de partij ging met 1-2 verloren. Zeven jaar later kwam Reinhard Jan Christiaan baron Van Pallandt met het voorstel om nieuwe shirts aan te schaffen. De baron speelde toen al twee jaar in het eerste elftal als veel scorende spits. Hij was afkomstig uit Laag Keppel, waar hij bekend stond als ‘Mijnheer Rein van ’t kasteel’. In zijn familiewapen werden de kleuren geel en zwart ook gebruikt. Die nieuwe shirts wilde hij wel bekostigen, zolang ze opnieuw in geel en zwart werden gemaakt, vooral vanwege zijn eigen familiebanden. Dit bleek later niet de enige reden want de geel-zwarte blokken bleken opeens vervangen door smalle verticale banen in geel en zwart. Dit overeenkomstig de vlag van het geslacht Pallandt. Sindsdien speelt de club in het shirt, zoals we dat nu nog kennen. In november 1907 werd het voor de eerste keer gebruikt in een bekerwedstrijd tegen De Tubanters uit Enschede.

Het seizoen 1902/1903 leverde Vitesse na vijf jaar een voorlopig laatste kampioenschap op in de Oostelijke eerste klasse. De Arnhemmers pakken al vroeg de titel na een 7-0 overwinning op UD. In de kampioenscompetitie begint Vitesse goed met een overwinning op Volharding, maar het ongenaakbare HVV is opnieuw te sterk voor de rest. In de competitie om de Holdertbeker, de voorloper van de KNVB beker wist Vitesse door te dringen tot de kwartfinale. Waar het tegen de latere finalist HBS met 4-1 moet buigen. De navolgende seizoenen zijn middelmatig en moeten we doorbladeren naar het bekerseizoen 1911/1912 om een aansprekend resultaat tegen te komen. Inmiddels had Vitesse de beschikking gekregen over de geweldige doelman Just Göbel. Hij kwam bij toeval onder de lat terecht. Hij zou uitgroeien tot de beste keeper die Vitesse en ook het Nederlands Elftal tot dan zou dienen.

Clubicoon Just Göbel: Doelman en arts.

Just Göbel: de beste doelman van het vasteland – On the origin of sports
Just Göbel: 22 x international

Just Göbel werd op 21 november 1891 op Surabaja geboren. Nadat zijn familie naar Arnhem is verhuisd, gaat hij, zestien jaar jong, voetballen bij Vitesse. Hij groeit er uit tot een, letterlijk en figuurlijk, groot keeper, die tussen 1911 en 1919, 21 keer voor het Nederlands elftal speelt. Voetbal is in die tijd een jonge sport en nog volop in ontwikkeling. Zijn postuur leende zich voor het keepersvak. In het seizoen 1909/1910 veroverde hij als 19 jarige tiener een basisplaats bij Vitesse, waar hij uiteindelijk vele wedstrijden voor zou spelen. Göbel had een typische stijl: hij was bepaald geen lijnkeeper, maar kwam ver zijn doel uit en dook voor de voeten van de tegenstander. Deze stijl was even wennen, ook voor het publiek, dat soms zenuwachtig werd van de afstand tussen de keeper en de goal. Als eerste Nederlandse keeper stompt hij de bal niet weg, maar vangt hem. Klemvast!

19 maart 1911. Nederlands elftal staand: Gé Fortgens, Nico de Wolf, Just Göbel, Bok de Korver, Lou Otten en Arnold Horburger. Zittend: Caius Welcker, Guus Lutjens, Mannes, Jan Thomée en Nol van Berckel. Let wel dit is exclusief de functionarissen links en rechts staand.

Op 19 maart 1911 speelde hij zijn eerste wedstrijd voor het Nederland elftal. In zijn carrière als international, die liep tot en met 1920, speelde hij 22 interlands. Toen het Nederlands elftal in 1912 een vriendschappelijke wedstrijd met 4-0 van Engeland verloor, kreeg keeper Just Göbel een staande ovatie van het Engelse publiek. In het begin van de twintigste eeuw was het Engels elftal zeer machtig en de wedstrijd was volgens de pers met een andere keeper minstens op 10-0 uitgekomen. Men vermeldde dan ook dat het ‘de eerste maal in de Engelsche voetbalhistorie’ was, dat een vreemdeling zo werd gehuldigd.

1914: Het Nederlands elftal zoals het er buiten het voetbalveld uitziet. Boven: Piet Bouman, David Wijnveldt, Just Göbel, Leo Bosschart, Jan Noorduyn en Jan Vos. Onder Joop Boutmy, Dirk Lotsy, Nico Buwalda, Wout Buitenweg, Dé Kessler.

Just Göbel is dan twintig jaar oud, en zal twee maanden later uitblinken op de Olympische Spelen in Stockholm. Gladjes verloopt zijn voetbal loopbaan niet. Tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn er geen interlands en door een, tijdens zijn medicijn studie, in een laboratorium opgelopen, oogblessure eindigt zijn carrière voortijdig. Just Göbel was een echte sportman. Hij leefde voor zijn sport en trainde ook gericht, iets wat in die tijd niet vanzelfsprekend was. Hij rookte niet en was geheelonthouder.

gobelnlelftal1913
1913: Het Nederland – Engeland 2-1. Just Göbel in een wit keepersshirt. Naast hem Bok de Korver met krans.

De bescheiden Göbel vond alle eer maar overdreven. Hij voelde zich erg opgelaten als hij na een wedstrijd weer eens op de schouders van het veld werd gedragen. In 1928 werd hij arts en vier jaar later dokter. Hij werd eerste geneesheer van het Amsterdams Kindersanatorium, later Groot Blaricum genoemd en in 1938 vestigde hij zich als huisarts in Arnhem. Pas in 1960 legde Just zijn praktijk neer. Hij overleed op 5 mei 1984 en in 1912 werd de Just Göbel tribune geopend.

Jaren van alleen maar hoogtepunten.

In 1911/1912 haalde Vitesse voor het eerst de finale van het Nederlands bekertoernooi. Op het R.A.P.-terrein in Amsterdam verloren de Arnhemmers met 0-2 van HFC Haarlem.

28 mei 1912: Het Nieuws van de Dag.
1913: Vitesse poseert na het behalen van het Oostelijk kampioenschap.

Op 31 mei 1914 komt Vitesse nog het dichtst bij een kampioenschap van Nederland. In een strijd met Willem II en HVV gaat Vitesse na 3 van de 4 wedstrijden met 6 punten aan de leiding. De beslissende wedstrijd werd in Den Haag gespeeld  tegen de nummer twee HVV, dat aan een kleine zege genoeg zou hebben voor het kampioenschap. 2000 meegereisde Vitesse-supporters ondersteunden hun club.

2 juni 1914: Tilburgsche courant
7 juni 1915: De Tijd.

Door de Eerste Wereldoorlog zag de NVB geen mogelijkheid om een normale competitie te organiseren. Daarvoor in de plaats van in klassen werden de clubs voor het seizoen 1914/1915 ingedeeld in groepen uit de directe omgeving. Vitesse werd zoals alle Oostelijke clubs ingedeeld in groep A. Door gebrek aan concurrentie sloot Vitesse met gemak de groep winnend af, waarna het voor het Nederlands kampioenschap twee wedstrijden tegen Sparta, de winnaar van groep B, mocht spelen. Na een 2-1 zege in Arnhem volgde een 4-1 nederlaag in Rotterdam; een beslissingswedstrijd was noodzakelijk. Sparta won op 6 juni 1915 op Amsterdams terrein overtuigend met 3-0, waardoor Vitesse na vijf kampioenschappen ook voor de vijfde maal de Landstitel misliep.

De teleurstelling was kennelijk zo groot dat Vitesse een vrijeval maakte en er vijf seizoenen lang tegen degradatie werd gestreden. Even was er een in het seizoen 1920/1921 een opleving met een vierde plaats. Het vervolg in het tijdvak 1921/1922 kwam niet als een verrassing. Het uithangbord van Arnhem, degradeert op 30 april, na 25 jaar op het allerhoogste niveau gespeeld te hebben, uit de eerste klasse. Het is duidelijk dat er wat moest gebeuren.

Vitesse gaat op de Engelse tour.

The Jeff: Trainer Robert William Jefferson
1906/1908 Robert William Jefferson (Bob) Speler in het Leeds United shirt.
18 maart 1923: Eerste treffen tussen de Gelderse rivalen.

In de tweede klasse aangekomen vinden we het onderlinge treffen.  De eerste competitiewedstrijd tussen Vitesse en N.E.C. werd gespeeld op 18 maart 1923 in Nijmegen. Vitesse won die wedstrijd met 1-2 door twee doelpunten van Gerrit Langeler. Een week later vind de return plaats. Op Monnikenhuize is er opnieuw een overwinning voor de Arnhemmers nu met 3-1 door goals van v Dort tweemaal en Keuning. Het kampioenschap van de 2e klasse is nakende. Het Vitesse legioen hoefde niet lang te treuren want na een voorbeeldig jaar won Vitesse in 1922/1923 zowel de titel van de 2e klasse als haar beide promotiewedstrijden tegen Rigtersbleek. Het was mede te danken aan de Engelse trainer Robert William Jefferson dat Vitesse tussen 1924 en 1927 goed meedraaide in de subtop van de eerste klasse. Om in 1927 zelfs de bekerfinale te halen die het echter met 1-3 verloor van VUC.

1931: J. Dommering
1931: B. Tap

Het vertrek van trainer Jefferson vlak voor aanvang van het seizoen 1927/1928 kwam de resultaten niet ten goede. Vitesse draait de nakomende jaren redelijk mee in de hoogste oostelijke klasse zonder echt aansprekende resultaten. De club bivakkeert een aantal jaren veelal in de subtop tot aan de periode 1934/1935.  In 1935 ging het echter weer mis; Vitesse degradeerde na een dramatisch seizoen naar de 2e klasse. Het was ook een dramatisch jaar door het overlijden van de jonge speler Piet Tonneman, in het Diaconessenziekenhuis te Arnhem na een operatie op 23 jarige leeftijd.

Clubicoon Gerrit Horsten: Eénmalig international.

1932: Gerrit Horsten 6 x international.

Gerrit Horsten is geboren op 16 april 1900 te Tilburg. Gerrit voetbalde als verdediger tot 1925 bij Willem II en stapte toen over naar Vitesse. Met de club verloor hij in 1927 de finale om de NVB Beker en degradeerde hij in 1935 naar de 2e klasse, waarna hij zijn spelersloopbaan besloot waarin hij 15 x scoorde. Horsten bleef bij Vitesse en trad toe tot de technische commissie. Hij was tussen 1938 en 1946 (gedeeld) hoofdtrainer bij Vitesse. Daarmee is hij de langstzittende trainer in de clubgeschiedenis. Tussen 1924 en 1928 kwam hij zes keer uit voor het Nederlands elftal en nam hij deel aan de Olympische Zomerspelen in 1924. Tijdens zijn Vitesse loopbaan speelde hij éénmalig in het oranje shirt. Dat was op 2 december 1928, in een verloren wedstrijd in en tegen Italië 3-2. Gerrit Horsten overleed op 23 juli 1961 in zijn geboorteplaats.

18 september 1932. Een ingekleurd fragment van SC Enschede-Vitesse 4-2.

1940/1945: De donkere oorlogsjaren.

1943: Beëdiging van Duitse SS militairen op Oud- Monnikenhuizen

In die jaren maakte Vitesse in de 2e Wereldoorlog een sportief mindere periode mee die tot 1946 zou duren. Want tijdens de bezettingsjaren werd in Nederland tot mei 1944 gewoon gevoetbald. Uiteraard had de Duitse bezetting gevolgen voor de club en haar supporters. Geregeld moesten spelers onderduiken en gebruikten de Duitsers de gelegenheid om tijdens wedstrijden de tribunes af te schuimen naar jonge mannen of ex-militairen die niet hadden geluisterd naar de oproep om zich als krijgsgevangene aan te melden.

Oorlog is voetbal' - Voetbal in de Tweede Wereldoorlog

De anti-Joodse maatregelen leidden er in 1941 toe dat Joden geen wedstrijden meer mochten spelen of bezoeken. Het Joodse bestuurslid Happy Mogendorff moest gedurende die jaren onderduiken. Hij bleef echter bestuurlijk actief door voortaan bij de leden thuis te vergaderen. Zijn naam werd natuurlijk zekerheidshalve weggelaten uit de notulen. In 1942 viert Vitesse haar 50-jarig jubileum met een defilé op Monnikenhuize.

Onder toeziend oog van de Duitse bezetters vormen de spelers een enorme V van Vrijheid en Victorie. Maar voor de Duitsers werd deze actie verkocht als V voor de naam Vitesse.

Op een gegeven moment werd sport in de open lucht in heel Nederland verboden, en was er daardoor geen competitie of bekertoernooi. Vitesse speelde dat seizoen alleen enkele oefenwedstrijden voor aanvang van de gevechtshandelingen. Door de Slag om Arnhem in september 1944 verordonneerde de Duitse Wehrmacht de burgers van Arnhem om hun stad te verlaten. Van het voetbalveld bleef weinig over, en kort na de bevrijding brandde het clubhuis ook nog af. In 1946 werd het nieuwe clubgebouw gebouwd op het oude Monnikenhuize.

In totaal verloor de club 11 leden en spelers onder wie twee Joodse Vitesse leden. Oud-doelman Theo Spanjaard was een van hen. Hij runde een sigarenzaak in Scheveningen, werd opgepakt bij een razzia en overleefde het concentratiekamp niet.  Een aantal van de slachtoffers stierf onder de Japanse bezetting in Nederlands-Indië. Een speciale gedenksteen bij de club houdt de herinnering aan deze oorlogsslachtoffers levend. Op Voetbalmonument.nl zijn de spelersnamen terug te vinden die het slachtoffer werden van de Duitse bezetter.

1946: Terug in de 1e klasse.

Tijdens de oorlog is Vitesse diverse malen dichtbij promotie. Spelend in de 2e klasse wordt de selectie zowel in 1941 als in 1944 kampioen in hun maar gaat het mis in de nacompetitie. In de de bloedhete zomer van 1941 is er een ontmoeting in Apeldoorn tegen PEC met een 2-1 nederlaag. Beelden van deze wedstrijd komen uit het archief van Beeld en Geluid.

Vitesse kampioen 1941.

In het eerste seizoen na de oorlog neemt Vitesse sportief wraak en treft het opnieuw PEC uit Zwolle. De clubs komen elkaar tegen in een promotie/degradatie duel waarbij ditmaal de Arnhemmers de sterkste zijn. Na afwezigheid van tien jaar is Vitesse, onder leiding van trainer Gerrit Horsten, in 1946 weer terug op het allerhoogste Nederlandse voetbalniveau.

Na de oorlog de wederopbouw.

In 1950 herrijst, na een bouwtijd van zeven maanden, aan de uitlopers van de Veluwezoom het Nieuwe Monnikenhuize. Dit qua ligging uniek sportcomplex verrast doordat het clubgebouw en kleedkamers hoger liggen dan het speelveld. Via een trap komen de spelers op gracieuze wijze het veld op. In het seizoen 1952/1953 pakte Vitesse de titel in de Eerste Klasse B. Daarna speelden de Arnhemmers acht wedstrijden om het algehele kampioenschap van Nederland. Tegenstanders waren EVV Eindhoven, Sparta Rotterdam en RCH. De selectie onderleiding van trainer Jan Zonnenberg speelden een ondergeschikte rol en eindigden op de laatste plaats, waar RCH met de landstitel naar huis vertrok.

Nacompetitie: Vitesse tegen EVV Eindhoven op 17 juni 1953 eindigt in 4-4.

Feest was er ook op 14 mei 1952 waar Vitesse haar 60-jarig jubileum viert. Met het bijzondere jubileum in 1952 legde Vitesse veel eer in door een week lang sociale projecten in de stad Arnhem te organiseren en met een erewedstrijd tegen Royal Daring FC Brussel (1-0). Voorafgaande aan het jubileum speelde Vitesse ten bate van het Koningin Wilhelmina Fonds een erewedstrijd in Soest tegen ’t Gooi en werden de spelers aan Prins Bernhard voorgesteld in aanwezigheid ook van de oudste prinsessen Beatrix en Irene. Aan het defilé ter ere van de verjaardag van de Koningin namen alle spelers deel en verschenen hun begeleiders op het Koninklijk bordes om gelukwensen namens de club aan te bieden!  

Icoon Wim Hendriks: Zo vader zo zoon.

1951: Wim Hendriks. 3 x international

Wim Hendriks is een geboren Amsterdammer van 19 april 1930 en speelde net als zijn vader Jo Hendriks bij Vitesse. Hij begon op zestien jarige leeftijd als aanvaller maar werd al snel verdediger. In 1952/1953 kwam hij drie keer uit voor het Nederlands voetbalelftal. Hij maakte ook deel uit van de selectie voor de Olympische Zomerspelen van 1952 maar kwam daar niet in actie. In 1954 ging hij betaaldvoetbal spelen en stapte over naar De Graafschap om te spelen bij de ‘wilde’ bond de NBVB.

1954: Hooglopende ruzie tussen de KNVB en de ‘wilde NBVB.

Doordat de KNVB wilde vasthouden aan het amateurisme vertrokken veel spelers uit de 1e klasse naar het buitenland, aangezien het verder in Europa allang was toegestaan om spelers te betalen. Ook vertrokken er veel spelers naar de nieuw opgerichte Nederlandse Beroeps Voetbal Bond (NBVB), die in de zomer van 1954 een eigen competitie begonnen was. Dit was ook het geval bij Vitesse. Zo vertrokken er 7 spelers naar De Graafschap die toen voor de ‘wilde’ NBVB uitkwamen. Deze leegloop van spelers van de vaderlandse competitie had tot gevolg dat het niveau van Vitesse schrikbarend daalde.

Clubicoon Sjaak Alberts: Een korte en waardevolle carrière.

1970: Suikerzakje.
Sjaak Alberts (1952)
1952: Sjaak Alberts. 5 x international

Sjaak Alberts is geboren te Arnhem op 27 februari 1926. Hij begon met voetballen bij Gelria uit Velp. Als junior stapte hij over naar Vitesse om op 16-jarige leeftijd zijn debuut te maken in het eerste elftal van de Arnhemmers. Sjaak was een verdediger die tien jaar later een punt zette achter zijn voetballoopbaan om zich helemaal op zijn maatschappelijke carrière te kunnen richten. Hij liet daarvoor een aanbieding van de Wolverhampton Wanderers om in Engeland prof te worden lopen. In tussen maakte hij op 6 april 1952 zijn debuut in het Nederlands voetbalelftal. Alberts kreeg zijn eerste ‘cap’, bij de enige wedstrijd van Nederland tijdens Olympische Spelen in Helsinki. Het werd een 1-5 verlies tegen Brazilië. Na de Spelen werd Alberts nog tweemaal voor Oranje geselecteerd. Sjaak Alberts met de uitstraling van de eeuwige jeugd overleed op 8 juli 1997 in zijn geboorte plaats Arnhem.

Najaar 1954: De conservatieve KNVB gaat overstag.

Mede onder druk van de heersende opinie/media moest de KNVB haar conservatieve houding veranderen. Beide bonden kwamen al snel tot een akkoord. Uitstaande straffen van Zeist aan de clubs en spelers die haar amateurregels negeerden werden ongedaan gemaakt. De ‘wilde’ bond ging op in de KNVB. Op 27 augustus 1954 besloot het bestuur van Vitesse akkoord te gaan met de Bondsvoorwaarden. Een betaaldvoetbal licentie werd ontvangen. De eerste periode 1954/1955 was voor Vitesse geen makkelijke tijd gezien de beperkte kwaliteit van de selectie.

Seizoen 1956/1957. Staand: Trainer Pepi Gruber, Dick Herberts, Jan van der Wolf, Toon Huiberst, Piet Beekman, Piet van Es, Jan Schatorjé, Arend Loos, Ad van Gent en verzorger J. H. van Hensbergen. Zittend: Jan van Voorst, Wim Pothoven, Rinus L’ Ami, Henk Horsten, Theo Slijkhuis en Joop ten Klooster.

De invloed van trainer Joseph (Pepi) Gruber 

Trainer Joseph Grüber sleepte de club door deze moeilijke periode heen. Deelname aan de Hoofdklasse in het seizoen 1955/1956 was een mooi resultaat. Op 2 september 1956 werd de Eredivisie en de 1e divisie in het leven geroepen. De eindstand bepaalde dat Vitesse in 1956/1957 in de 1e divisie mocht uitkomen. In het seizoen 1959/1960 was de deelname aan de promotiewedstrijden het hoogtepunt. In 1962 werden Vitesse en andere clubs, op organisatorische gronden van de KNVB van de 1e divisie teruggezet naar de 2e divisie. Zeist wilde deze herindeling omdat men met één 1e divisie wilde gaan spelen.

1958. Staand: L. Feyen, A. Huiberts, W. v/d Kruk, E. v/d Horst, A. van Lent, L. de Kleermaker en E. Loos. Zittend H. Arentsen, doelman l’Ami, P. Beekman en A. Teunissen.
Pepi Gruber | Joseph (Pepi) Gruber Trainer DOS (1958) | Poedie | Flickr

Mede door de terugkeer van trainer Pepi Grüber ging het met de club in 1964 sportief weer beter. Deze Oostenrijkse oefenmeester was altijd op het veld bezig en paste op geheel eigen wijze moderne methoden toe. Hij introduceerde de warming up en cooling down middels badkuipen met bruiswater en ook was er sportmassage wat in die tijd voor Nederland vernieuwend was. Soms trainde hij individueel een speler maar ook in het analyseren van de tegenstander was hij vooruitstrevend. Tussendoor was hij onder andere trainer van DOS, DWS en van Ajax. In 1967 is Pepi Gruber op 55 jarige leeftijd in Wenen overleden.

1969/1970 Staand: Bennie Werst, Martin van Voorst, Chris de Vries, Gert Bals, Ben van Ingen en Nico Kunst. Zittend: Ben Bosma, Jacques Cleeren, Jan de Koning, Ben Hofs en Willie Melchers.

Aan het einde van de periode 1965/1966 werd het kampioenschap van de 2e divisie behaald en volgde er promotie. Vitesse profiteerde van het feit dat ADO en Holland Sport fuseerden tot FC Den Haag, waardoor er een plek vrijkwam in de eredivisie. Door deze gelukkige omstandigheid promoveerde Vitesse voor het seizoen 1970/1971

De bezem door het betaald voetbal.

1955: Sigarenbandje

In 1971 voerde de KNVB een grote schoonmaak/sanering uit. Na dit seizoen werd de 2e divisie opgeheven. De KNVB vond dat er nog altijd teveel profclubs waren. De beslissing of een club verder mocht in het profvoetbal of diende te verdwijnen uit het betaald voetbal, werd gemaakt op basis van het aantal toeschouwers (gewogen gemiddelde over de afgelopen vijf seizoenen). Elf verenigingen die mede bij hebben gedragen aan het betaaldvoetbal moesten door een te laag gemiddelde afdalen naar de amateurs. Hoewel de voetbalwereld in principe de gedachte van de bond konden delen was het uiteindelijk een emotionele en onder veel protest uitgevoerde actie. Bekijk de lijst van verenigingen die het niet hebben gered seizoen voor het 1971/1972.

1972: De grootste nederlaag ooit.

Op 19 mei, seizoen 1971/1972, verloor Vitesse uit tegen landskampioen Ajax met 12-1. Highlights van dit drama. De nederlaag is niet alleen een competitierecord uit de clubhistorie van Vitesse, het is ook op dat moment de grootste nederlaag uit de historie van de eredivisie. Ter verzachting moet worden vermeld dat Ajax in die jaren de sterkste selectie ter wereld had. Vitesse eindigde op een gedeelde 18e en laatste plek met maar 17 punten. Evenveel als FC Volendam maar met een slechter doelsaldo. Zo degradeerde de Geel-Zwarte selectie na één jaar weer terug naar de 1e divisie.