Aan het begin van de vorige eeuw is Twente het textielcentrum van Nederland. Enschede, Almelo, Borne: het wemelt er van de spinnerijen die eigendom zijn van de textielfamilies Van Heek, Ten Cate, Scholten, Blijdenstein enz. Eén van de ‘Van Heek’-fabrieken is Rigtersbleek in Enschede.
Zij produceren er vooral katoenen stoffen voor het maken van sarongs in Nederlands-Indië. Er werken 600 mensen. Rigtersbleek is de bleek van Rigter, de eigenaar van de grond. Een bleekveld is een grasveld waarop textiel wordt gebleekt. Op 10 augustus 1910 richt een aantal personeelsleden van het bedrijf een voetbalclub op en het club tenue werd rood/wit verticaal gestreept shirt, zwarte broek en rood/wit geringde kousen
VV Rigtersbleek, ontstaan als buurtclub, was een vereniging van het volk. De textiel jongens konden aardig voetballen met sterk wisselende resultaten in de regio oost Nederland.
Miss Blanche spelfoto: Hierboven een ingekleurd sportfragment van 25 september 1932. De wedstrijd ZAC Zwolle – VV Rigtersbleek voor volle tribunes werd het een verrassende 1-0 voor de thuisploeg.
Jarenlang kampioen maar geen promotie
Het rood-witte Rigtersbleek speelde jarenlang in de 2e klasse en werd verschillende keren districtskampioen. Zo ook in het seizoen 1930/1931 toen directe concurrent Enschedese Boys werd verslagen in de laatste groepswedstrijd.
In de nacompetitie moest er tegen NEC uit Nijmegen en Robur et Velocitas uit Apeldoorn worden gestreden om een plek in de 1e klasse. Er volgt een spannende tweestrijd met Robur. Rigtersbleek is inmiddels uitgespeeld en heeft één punt voorsprong. Robur wint thuis haar laatste wedstrijd tegen NEC en blijft in de 1e klasse. Voor de vijfde maal weet Rigtersbleek haar regio kampioenschap niet te bekronen met een 1e klasse. Hoe frustrerend.
1938: Rigtersbleek heeft weer een 2e klasse titel te vieren.
Na jaren van tweede en derde plaatsen veert alles wat Bleek is en een Rood-Wit hart heeft op. Zou men zich nu eindelijk bekronen met de 1e klasse. Het zou niet alleen mooi zijn maar gezien het verleden meer dan terecht. Vele aanhangers zullen, met de nacompetitie voor ogen, kaarsjes hebben aangestoken of een god hebben verzocht. De opponenten zijn Quick Nijmegen en PEC uit Zwolle en na de eerste schermutselingen ziet de toekomst er wankel/moedig uit.
Al is de wens van de krant te pijnlijk voor woorden. Wie oh wie heeft er het meeste recht ?? Het resultaat is opnieuw negatief want in de allerlaatste wedstrijd werd er verloren. Maar gehard door zoveel ‘onrecht’ moet een goede trainer/coach zijn Rood-Witte manschappen kunnen motiveren voor opnieuw een titel.
1940/1945: Een donkere wolk hangt over Europa.
In de 2e wereldoorlog was er maar een beperkte voetbalcompetitie omdat velen onder de wapens lagen, ondergedoken of tewerkgesteld waren. In de Tweede Wereldoorlog werden arbeiders uit de bezette gebieden tewerkgesteld in Duitsland. In eerste instantie was de tewerkstelling vrijwillig maar dat leverde niet voldoende arbeidskrachten op en maart 1942 werd een verordening aangenomen over verplichte arbeid in Duitsland. Veel arbeiders keerden illegaal terug en doken onder. Vanaf mei 1943 werden alle mannen tussen 18 en 35 jaar verplicht zich voor werk in Duitsland aan te melden. Wie zich niet aanmeldde werd gestraft en vanaf oktober 1944 werden ook razzia’s gehouden om mannen op te sporen. De laatste grote actie dateert van januari 1945. Toen moesten alle mannen tussen 17 en 40 jaar zich melden voor deportatie naar Duitsland. De dramatische gevolgen voor de bevolking zijn vaak beschreven. Ze zijn vooral voelbaar als de namen van de slachtoffers worden genoemd. De oorlog is ook aan v.v. Rigtersbleek niet voorbij gegaan. Sporthistoricus Jurryt van de Vooren heeft de namen van de in de Tweede Wereldoorlog overleden voetballers op Het Voetbalmonument online gezet.
Veelal werd er een regionale voetbalcompetitie afgewerkt maar dat was meer een verplichting van de Duitsers aan de KNVB. De moffen wilden toch vooral de levensomstandigheden zo “normaal” mogelijk laten zijn. Aan het eind van de oorlogsjaren degradeerde Rigtersbleek. Om het jaar erna opnieuw de rug te rechten en in het voorjaar van 1946 en in 1947 de kampioensvlag te hijsen. Het zou de vereniging voor 1950 echter niet meer lukken door te stoten naar de 1e klasse. In het seizoen 1947/1948 bereikte de selectie zelfs een treurige vierde plaats van onderen. Weliswaar herpakte men zich de jaren erna enigszins maar een kampioenschap leverde dat niet op.
1953: Heeft u het al gehoord ?
In het seizoen 1952/1953 slaagde Rigtersbleek er eindelijk in de kampioensvlag te hijsen in de 2e klasse Oost. Met afgetekende cijfers-14 gewonnen, 5 gelijke en 1 verloren wedstrijd is er volop feest in Enschede. Op de ranglijst eindigde Alcides als 2e en werd Tubantia 3e. In kruiswedstrijden tegen RKSV Kimbria uit Maastricht en Quick Nijmegen wordt eindelijk de hoogste landelijke divisie behaald. De bekendste speler van Rigtersbleek is Wim Bleijenberg, die in 1953, als 2e klasse speler en in 1954 drie interlands voor het Nederlands Elftal speelde.
Een Engelse avontuur .
Trainer Ernie Robinson uit Shiney Row Engeland trainde van 1954 tot 1958 de vv Rigtersbleek selectie. Hij kwam als speler voor verschillende Engelse voetbalverenigingen uit. Als trainer was hij voornamelijk actief in Nederland, waar hij de bijnaam Mister kreeg. Bij de invoering van het betaaldvoetbal in Nederland werd Rigtersbleek een semi-profclub. De ploeg werd in seizoen 1954-1955 achtste in de 1e klasse B en een seizoen later zeventiende in de HoofdklasseA. De spelers verdienden een bescheiden salaris, maar de gelijknamige textielfabriek hielp ze aan een baan. Tot aan de jaren 1960 kwam de club uit in de nieuwgevormde 1e divisie, waar het troosteloos onderin figureerde.
Clubicoon Gerrit Trooster: Eens een Bleekman altijd……..
Rechtsbuiten Gerrit Trooster was ongrijpbaar. Hij vormde een koningskoppel met midvoor Wim Bleijenberg. Na een wedstrijd in Amsterdam wilde Ajax het gouden duo van Rigtersbleek naar De Meer transfereren. Bleijenberg koos voor het geld, maar Trooster had net het schoonmaakbedrijf van zijn vader overgenomen en voelde zich verantwoordelijk voor het personeel en bleef de club trouw. In die tijd telde Enschede drie profclubs: SC Enschede met de nationale trots Abe Lenstra, Enschedese Boys met het wonderkind Egbert ter Mors, en Rigtersbleek met sterspeler Gerrit Trooster.
Bleijenberg was inmiddels in 1956 aan Ajax verkocht. Als lokale vedette werd ook Trooster meermalen benaderd door SC Enschede en Enschedese Boys, maar hij dacht niet eens aan een overstap. Eens een Bleekman, altijd een Bleekman, was zijn motto.
In 1999 zei hij in de rubriek Anno in dit blad: ” Ajax bood me een driejarig contract aan. Bleijenberg ging wél, ik niet. Ik durfde mijn schoonmaakbedrijf niet op het spel te zetten. Niet voor die paar centen. Daar heb ik nooit spijt van gehad. Rigtersbleek was alles voor mijn vrouw en mij. Wij hadden rood-wit bloed. Ik heb zelfs nooit overwogen de club te verlaten. Dat deed je niet. ” Trooster debuteerde op zestienjarige leeftijd in het eerste elftal en nam na zeventien seizoenen afscheid toen de club wegens structurele financiële problemen in terugkeerde naar de amateurs. Hij runde in die periode een schoonmaakbedrijf “Rotsma en Trooster”, waardoor hij zich nooit louter op het voetbal kon concentreren. Desondanks hoorde Gerrit bij de vaderlandse subtop, maar hij bleef steken in het Bondselftal van de KNVB en werd nooit geselecteerd voor het grote Oranje. Ook na zijn actieve carrière bleef hij Rigtersbleek trouw: als grensrechter, lid van de elftalcommissie, bestuurslid en vijftien jaar lang als vicevoorzitter. Bron: VI column van Johan Derksen. Gerrit Trooster overleed op 6 augustus 2010 te Schaarsbergen op 82-jarige leeftijd. Omdat het een lokale held betrof, was het geen nieuws voor de landelijke media, maar hij was een van de beste klassieke rechtsbuitens uit de historie van het betaalde voetbal. Gerrit Trooster werd wereldberoemd in Enschede en omstreken.
Icoon Wim Bleijenberg: Spits met kop en de kont.
Daar waar bij Gerrit Trooster clubtrouw voorop stond, was het bij Wim Bleijenberg het hoogst haalbare het doel. Wilhelmus (Wim) Bleijenberg werd geboren in Veenendaal op 5 november 1930. Hij groeit op in een groot, warm, hervormd gezin, waar vader kleermaker is en waarin hij het christelijk geloof en de kerkgang meekrijgt. Het is een gezin van vijftien kinderen en dat betekende meewerken geblazen als de school was afgelopen. „Ik had daar niet altijd zin in en ging dan stiekem voetballen. Zo kwam ik op dertienjarige leeftijd bij VV Veenendaal terecht. Als blijkt dat hij een talentvolle voetballer is, komt hij rond zijn achttiende voor de keuze te staan als hij verder wil komen, op zondag te spelen. Het is een plaats gelegen aan de Utrechtse Heuvelrug en de Gelderse Vallei. Het streng gelovige dorp genoot, meestal stiekem, op zondag van zijn verrichtingen. Hij ging in 1950 via het shirt van VV Wageningen in 1951 over naar Rigtersbleek. Daar ontwikkelde hij zich tot een hard werkende ietwat bonkige veel scorende spits. Bleijenberg was een midvoor van het oude ras.
Wim Bleijenberg; ” Ik ben een forse jongen en ik ga wel eens hard door’, zei hij van zichzelf.” Ooit werd geschreven dat Bleijenberg weer eens met de hamer had gefilosofeerd. ” Zijn bijnaam is ‘Wim Kont’ omdat hij zijn lichaam vaak tussen bal en tegenstander weet te draaien. Anderen waren minder poëtisch en noemden hem een waggelende eend, een houten Klaas of een olifant. Zijn specialiteit was de kopstoot. ” M’n benen zijn wel eens zwak en mijn tenen buigen soms door, maar ik heb het gevoel dat er plaatijzer over mijn hersens is geschoven “, vond hij zelf.
Wim speelde tot aan 1956 voor Rigtersbleek en werd in die periode uitgenodigd voor het Nederlands Elftal. Opmerkelijk want Rigtersbleek speelde op dat moment in de 2e divisie. Drie maal droeg hij het Oranje tenue. Zijn optredens waren: Op 19 maart 1953: Nederland – België (0-2), 27 september 1953: Noorwegen – Nederland (4-0) en op 30 mei 1954: Zwitserland – Nederland (3-1). Hij speelde drie maal negentig minuten, maar scoorde niet.
” In 1956 kwam er belangstelling uit Duitsland, Frankrijk en Ajax. De voorzitter adviseerde mij naar Amsterdam te gaan. Ik was 26 jaar en zag het ook helemaal niet zitten om Frans te leren.” De familie Bleijenberg ging wonen in Betondorp, waar ze overburen werden van de familie Cruijff. “Mijn zoon voetbalde elke dag met Johan.” Zijn mooiste en verreweg meest belangrijke moment beleefde Wim aan het einde van zijn tijd bij Ajax. Op de volgende video buigt Wim in een zinderende wedstrijd Ajax – Feijenoord, voor 60.000 toeschouwers een 0-1 achterstand uit de 1e helft om. Hij scoort na de rust drie keer, waardoor de club uit Amsterdam uiteindelijk met een 5-1 overwinning de landstitel van 26 mei 1960 binnenhaalt. Sjaak Swart en Henk Groot maakten de overige twee Ajax-treffers in het Olympisch Stadion.
Na de wedstrijd wordt Wim Bleijenberg letterlijk op handen gedragen door de op het veld aanstormende supporters en wordt hij uitgeroepen tot ‘Man of the Match’. Vier seizoenen bleef hij de topclub trouw, waarin twee keer een landskampioenschap werd behaald en de club ook Europa Cupwedstrijden speelde. ” Ik ben met Ajax overal geweest. Hoogtepunt daarbij was een reis naar Zuid-Afrika.”. Kort na zijn hoofdrol in de kampioenswedstrijd maakte Bleijenberg de overstap naar het gedegradeerde Blauw-Wit. Hierna volgde nog een aantal jaren bij Go Ahead Eagles en sluit Wim in 1966 zijn carrière af bij AGOVV. Wim Bleijenberg overleed op 10 januari 2016 te Apeldoorn.
Semiprof voetballer zijn is geen vetpot
Gedurende de eerste jaren vanaf de oorsprong van het profvoetbal verblijft Rigtersbleek in de 1e divisie. Het weet zich ondanks de magere resultaten te handhaven in het rechter rijtje. De eredivisie is te hoog gegrepen maar handhaving het doel. Over het algemeen zijn de thuisresultaten beter dan de uitwedstrijden. Bijvoorbeeld in het seizoen 1956/1957 worden van de dertig wedstrijden er acht gewonnen waarvan één buitenshuis. Een geldig excuus zijn de verre reizen die men maakt vanuit de oostkant van Nederland naar Volendam, Scheveningen en Sittard. Een ander excuus is dat de spelers semiprof zijn en een beroep ernaast nodig hadden om rond te komen.
Het is het jaar dat het elftal een cruciale rol kan spelen in het kampioenschap van Blauw-Wit. Want op 2 juni gaat men op bezoek in het Olympisch stadion om daar de thuisclub een hete middag te bezorgen. Dapper strijdend ging Rigtersbleek voor 20 duizend toeschouwers met 2-0 ten onder waardoor Blauw-Wit de titel veilig stelt. Een fotograaf van Het Parool schiet dit pijnlijk fraaie plaatje met een kansloze doelman Van Tellingen.
1961: Het betaaldvoetbal avontuur nadert zijn einde.
Na jaren van billenknijpen volgt in het seizoen 1959/1960 de onvermijdelijke degradatie naar de 2e divisie. Inmiddels zijn er extra vergaderingen om het gebrek aan financiële middelen onder de loep te nemen. Een besluit over dit ernstige onderwerp werd nog niet genomen dus bleef het zwaard over het voortbestaan hangen boven het seizoen 1960/1961. Het werd een speeljaar zonder vermeldingswaardige resultaten. Zowel uit als thuis werden er vijf wedstrijden gewonnen maar ook negentien verloren.
De laatste wedstrijd is uit op het gemeentelijke Dudok-sportpark tegen FC Hilversum. Op 11 juni werd er een daverend nederlaag geleden van 7-2 waarbij het laatste profdoelpunt van de voet kwam van Henny Vreelink. De Enschedeërs eindigen daarmee net boven de degradatiegrens. Twee weken na afloop van de competitie neemt het bestuur uiteindelijk een goed overwogen besluit. VV Rigtersbleek keert terug naar het amateurvoetbal en mede door de transfersom uit de verkoop van Wim Bleijenberg aan Ajax zal de boekhouder zien dat de vereniging schuldenvrij het betaaldvoetbal kan afsluiten.
Tegenwoordig is de Enschedese club een trotse eersteklasser en is de voetbalvereniging Rigtersbleek het kloppend hart van de wijk Twekkelerveld in Enschede. Er zijn maar weinig clubs waar het verleden nog zo duidelijk aanwezig. Dat de vereniging ooit werd opgericht voor de arbeiders van de Rigtersbleek-textielfabriek is in de omgeving nog altijd bijna tastbaar. De velden van de club liggen nog altijd letterlijk onder de alleen nog spreekwoordelijk aanwezige rook van de fabriek.
Voor de kleuren Rood en Wit, strijden wij fier en fit.
Hoe of het ook mag gaan, De Bleek zal nooit verloren gaan.
In voor- en tegenspoed, zoals het wezen moet.
Blijf trouw door alles heen, aan Rigtersbleek alleen.