HVV Tubantia

De Hengelose voetbalvereniging Tubantia werd op 7 oktober 1900 opgericht. In eerste instantie onder de naam Koningin Wilhelmina. Na 1902 kreeg het de huidige naam H.V.V. Tubantia. De naam verwijst naar de Germaanse stam de Tubanten die zich ooit in de landstreek Twente ophield. Men speelde in een rood shirt met witte broek en zwarte kousen.

Tubantia bereikt de landelijke competitie.

Tubantia speelt die eerste jaren in de 2e klasse Oost met, bijna naamgenoot, de Tubanders uit Enschede. Het sportveld lag aan de Pruisische Veldweg maar in 1905 verhuist de club naar een sportterrein aan de Bornestraat, halverwege Borne en Hengelo.

Een afbeelding van Z.A.C -Tubantia waarin de Zwolsche formatie een kans behoudt op de 1e klasse. In donkere shirts Tubantia. Datum onbekend.

Het is 1906/1907 en de Tubantia formatie loopt haar eerste kampioenschap mis. Maar in de Holdertbeker, de voorloper van de KNVB beker, bereikt Tubantia in 1908 de 1/8 finale . Daarin wordt het met 9-0 weggetikt door Concordia Delft. Het elftal wordt langzaam sterker en voor de eerste keer in het bestaan kampioen van de 2e klasse Oost. Helaas lukt het in de promotiecompetitie niet de hoogste klasse te bereiken. De selectie bestond voor een groot deel uit arbeiders, van de Machinefabriek Gebr. Stork & Co, die in wisseldiensten werkten. Hierdoor was het puzzelen en was het elftal iedere zondag anders samengesteld. Aan het eind van het seizoen 1910/1911 is Tubantia opnieuw kampioen, nog voor Heracles en Sportclub Enschede. Ook deze keer weet de formatie de promotiekans niet te verzilveren.

1912: Tubantia speelt eindelijk in de 1e klasse

1911 tot 1983: Sportpark ’t Lansink

In 1911 gaat Tubantia fuseren met DVS en gaat spelen op Sportpark ’t Lansink ten zuiden van de spoorlijn, ten zuiden van het centrum. Tussen de fabrieken en tuindorp Het Lansink groeit Tubantia uit tot een sterke vereniging. Op het sportterrein heeft de club de beschikking over een overdekte hoofdtribune en staanplaatsen rondom. De samenvoeging met DVS maakt de club sterker want na drie achtereenvolgende kampioenschappen lukt het Tubantia in het seizoen 1911/1912 om de 1e klasse te bereiken. Dit nadat in twee promotiewedstrijden tegen Z.A.C. uit Zwolle de winst met 5-1 en 5-3 overtuigend werden binnengehaald.

1912. Kampioen Tubantia met krans. Een welkom aan de nieuwe oostelijke 1e klasse na een 5-3 overwinning op Z.A.C. Zwolle.
24 juni 1912: Haarlems Dagblad

Driemaal blijkt scheepsrecht en de kennismaking met de landelijke topcompetitie verloopt crescendo en de Hengelose formatie werd een stabiele factor. Het werd ook een voorlopig hoogtepunt in de carrière van de gebroeders Nijhof want zij worden uitgenodigd voor het Oostelijk elftal voor een wedstrijd tegen het Olympisch elftal. Ook in de Holdertbeker maakt Tubantia naam en dringt door tot de kwartfinale waar het met 3-2 zijn meerdere moest erkennen in HFC Haarlem. In het seizoen 1913/1914 weet Tubantia bijna voor een verrassing te zorgen. De meeste concurrentie krijgt de latere kampioen Vitesse verrassenderwijs van het Hengelose Tubantia, dat pas voor het tweede seizoen acteert op het hoogste niveau. Tubantia wint zowel uit als thuis van Vitesse, maar de Arnhemmers zijn stabieler en winnen alle overige duels, waardoor op de voorlaatste speeldag tegen Robur et Velocitas (4-1) de titel een feit is. 

1920/1921. H.V.V. Tubantia. Achter: Engelse trainer Jefferson, D. Scholten, Joh. Bennink, Henk Nijhof, Ge Nijhof en Karel Hollink. Midden: Smitshoek, Vink en M. Bouwman. Onder: G. Kolthof, Franz Tempel en A.B. Nijhof.

Tubantia doet een stap terug

De eerste negen jaren draait de vereniging goed mee in de hoogste landelijke klasse, tot aan het seizoen 1920/1921. Go Ahead en SC Enschede zijn dat seizoen de enige ploegen die boven de middelmaat uitsteken. Lange tijd gaan beide kampioenskandidaten gelijk op, maar waar het bij Go Ahead steeds beter gaat lopen, begint de motor bij SC Enschede steeds meer te sputteren. Een duidelijke 7-2 overwinning van Go Ahead in de topper beslist de competitie feitelijk. Met een 4-1 overwinning op Tubantia stelt Go Ahead de zesde Oostelijke titel op rij veilig. Tubantia moet na negen seizoenen noodgedwongen afscheid nemen van de 1e klasse en degradeert.

Icoon Frans Tempel: Ode aan een verzetsheld.

Frans Tempel

Franciscus Jacobus Ludwig Tempel is op 20 maart 1898 geboren te Hilversum. Frans was musicus in een jazzband in Enschede, doelman bij HVV Tubantia en bovenal verzetsstrijder in de tweede wereldoorlog. Hij was geselecteerd voor het Nederlands voetbalelftal bij de Olympische Zomerspelen in 1920 maar komt niet van de reservebank. Tijdens het toernooi kwam Tempel in opspraak bij een conflict tussen spelers en de NVB. Aanleiding was de armoedige wijze waarop het Nederlandse team was gehuisvest. Dit in tegenstelling tot de leden van de voetbalbond. Door de protestactie werd Frans Tempel samen met Jan de NatrisJaap Bulder en Evert van Linge door de bond uit de selectie verwijderd. Toen dit tot een spelersstaking dreigde te leiden, werd die verwijdering omgezet in een schorsing voor de beslissende wedstrijd om zilver en brons. De protest-gangers kregen daardoor na afloop geen bronzen medaille.  Antwerpen mocht de Spelen van 1920 organiseren omdat België zwaar had geleden gedurende de Eerste Wereldoorlog. Een succes werd het niet. Het gedoe deed zich voor met het publiek en de toegangsprijzen. Het had een volksfeest moeten worden, maar door torenhoge prijzen en het slechte weer bleef het volk weg.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is frns.jpg
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is fras.jpg
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is frans-2.jpg

Voorafgaand aan de Olympische spelen werd er een oefenwedstrijd ingelast tussen het Nederlandsch Elftal en een B-formatie ‘De Zwaluwen’ geheten. Ook de Tubantia spelers Kolthof en Smitshoek zijn hiervoor geselecteerd zoals hierboven uit een krantenartikel blijkt.

1920. Nederlandse voetbalselectie voor de Olympische spelen in Antwerpen België.
Eén van de weinige foto’s waar Frans Tempel op moet staan/zitten als speler van Tubantia.

Frans Tempel kwam, later dat jaar, overigens ook in aanvaring met het Tubantia bestuur, getuige het bericht hieronder van 15 oktober 1920 uit de Telegraaf. Het is een zware schorsing maar wat er zich precies heeft afgespeeld is een raadsel. Wel is duidelijk dat Frans Tempel een persoon is die het conflict niet uit de weg ging.

Tijdens de 2e wereldoorlog gaat Frans J.L. Tempel werk verrichten voor de verzetsgroep ‘De Oranje Vrijbuiters’ rond Guus Flikkert. Hij is betrokken bij activiteiten in Twente en omgeving en verzamelde militaire informatie over de Duitse bezetter. Ook de vrouw van Frans was betrokken bij het verzet. Zij heeft van begin 1944 tot juli 1945 vastgezeten in een twaalftal tuchthuizen in Nederland en Duitsland. Op 25 augustus 1943 werd Frans en vijf anderen verraden door de heren Haze en Slagter en opgepakt door de Gestapo onder leiding van Knop. Op 18 februari 1944 werden ze weggevoerd naar het Oranjehotel in Scheveningen. Op zondag 25 juni 1944 worden de zes mannen, Gerrit Jan van den Boogerd, Gustaaf Karel Fikkert,  Edzard Horrix, Martinus Antonius Lelivelt, Antonius Fredericus Slot en Frans Tempel ter dood veroordeeld en gefusilleerd op Fort bij Rijnauwen bij Bunnik.

De ‘Roodbladeren’ spelen opnieuw tegen de Nederlandse top.

In het seizoen 1925/1926 wordt Tubantia kampioen. In de promotiewedstrijden tegen Quick en Robur et Velocitas waren de Apeldoorners echter de sterkste. Tubantia zit in een flow en in 1927/1928 wordt de Hengelose formatie opnieuw afdelingskampioen. In de nacompetitie, met winst op NEC Nijmegen en DOTO uit Deventer, gaan de spelers in een polonaise naar de 1e klasse. 

1928. Het Kampioenselftal staand: W. Wenzel, D. Hubers, J. Lamme, J. Maas, J. Verhage, K. Nijhof, J. Elbert en H. Snellink. Zittend: M. Severein, M. van Wezel en G. Hoogland.
7 mei 1928: Nieuwe Apeldoornsche courant.

Opnieuw een potentiële oranje doelman

 Zweden – Nederland (6-2) 9 juni 1929 Stadion te Stockholm. Achterste rij: Frans Hombörg, Bertus Freese (Heracles), Jaap van der Griend, reserve-doelman Van Wezel (Tubantia), Van den Broek (Xerxes), Huib de Leeuw (Willem II), Maarten Grobbe (Excelsior), Gep Landaal, Gerrit Horsten (Vitesse), Sjaak de Bruin en Dolf van Kol. Voorste rij: Kees van der Zalm, Koos van der Wildt, Wim Tap en Cor Kools.
11 mei 1929: Dagblad van Noord- Brabant.
8 juni 1929: Tilburgsche courant.

Vermeld dient te worden dat Tubantia opnieuw een doelman van nationale allure kende. Na Frans Tempel is het Marinus van Wezel die zich aan het publiek toont. Hij viel bij het Bondsbureau in Zeist op en werd geselecteerd voor het nationale beloften team De Zwaluwen en spelen tegen een Duits stedenelftal. Het met 1-0 gewonnen duel zorgde voor een clean sheet. Rinus werd in juni 1929 beloond met een uitnodiging voor het Nederlands elftal en een trip naar Scandinavië. De wedstrijden tegen Zweden met een 6-2 nederlaag en Noorwegen een 4-4 gelijkspel toonden aan dat de laatste linie zo lek als een mandje is. De ervaren Gejus van der Meulen was goed in vorm en wist het geklungel van de verdedigers enigszins te beperken. Het is jammerlijk maar ook te begrijpen dat Rinus van Wezel op de reservebank bleef en trainer Bob Glendenning hem niet liet debuteren.

1e klasse Tubantia. Datum 1928/1929 . Staand: Hoitink, Wevers , Lamme, Maas , v/d Berg, Eibert, reserve Stierman en grensrechter Hofink. Voorste rij: trainer Curtis, Verhagen, Ten Cate, doelman Rinus van Wezel, Brinkman en Nijhof.

Vele jaren, van 1928 tot 1947, speelt Tubantia een meer dan verdienstelijke rol in de Nederlands hoogste klasse. Er worden weliswaar geen kampioenschappen behaald maar ook geen degradatiewedstrijden en dat is voor een dorpje in Twente iets om trots op te zijn. Neem bijvoorbeeld het seizoen 1937/1938 waarin een gedeelde tweede plaats met Go Ahead werd behaald op twee punten van Heracles. Een melige videofilm van 25 minuten uit 1940. We zien fragmenten van Limburgia-Tubantia en Heracles-Tubantia gelardeerd door dagtripjes met uitbundige echtgenoten/supporters.

1936. Zittend v.l.n.r. : Toon v.d. Linde, Frans v. Aarle, Albert Cornelissen, Jan Kusters, Frans v.d. Rijt. Staande : Jan v. Veghel, Bernard Neervens, Willem Scheepers, Bernard v.d. Linde, Jan Dirks, Noud Scheepers, Cor Brugmans.

1940/1945: De tweede wereldoorlog.

In de 2e Wereldoorlog werd Hengelo, vooral vanwege de strategische industrie die er gevestigd was, geregeld gebombardeerd. Daarbij werd het centrum van de stad op 6 en 7 oktober 1944 zo goed als geheel vernietigd. Niet door de Duitsers maar door missers gemaakt door de geallieerden. Die wilden het spoorwegemplacement en de fabrieken van Stork en Holland Signaal vernietigen. De precisie van de bommenwerpers liet echter te wensen over. De hele omgeving van het station wordt met de grond gelijk gemaakt en er vallen 150 doden. Na de oorlog kreeg Hengelo het aanzien van een typische wederopbouw gemeente. In het seizoen 1940/1941 werd de eerste klasse op het nippertje behouden wat het begin is van een periode van geringe prestaties. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren verenigingen meer dan tweeduizend leden door de Duitse tirannie. In Voetbalmonument.nl zijn de spelersnamen te herleiden naar de clubs waar zij lid van waren.

Zondag 22 april 1945 Tubantia – Hengelo 3-3  Liefdadigheidswedstrijd t.b.v. Oorlogsslachtoffers. Op Het Voetbalmonument.nl zijn de oorlogsslachtoffers te herleiden die lid waren van HVV Tubantia.

Naoorlogse resultaten sterk wisselend.

1946: Officieel clubblad

Ook in 1946/1947 waren de resultaten niet anders. Het wachten was opnieuw op de klassieke ontsnapping waar Tubantia inmiddels om bekend stond. En jawel met nog vier wedstrijden te gaan laat de selectie de laatste plaats over aan Vitesse. Maar een een escape echter bleef uit en Tubantia eindigde uiteindelijk op de laatste plaats en overleefde de degradatie niet. Aan het eind van de periode 1949/1950 deed de club na het behalen van het 2e klas kampioenschap opnieuw haar best, het verloren terrein te herwinnen.

Na een aanvankelijke goede start in de nacompetitie, zakt Tubantia ver weg. Op 15 mei ziet de situatie, zie onder, in de promotie poule er zo uit. Met nog één wedstrijd te gaan is de club kansloos.

Semi-Profvoetbal in Hengelo

Twente Profs logo.

In 1955 nam Tubantia de licentie over van de beroepsvoetbalclub Twentse Profs. Deze profclub werd op 1 juli 1954 opgericht en speelde voor een ‘wilde bond’, de NBVB geheten. Na een fusie met de KNVB gingen de Twentse Profs in november 1955 ter ziele. De ‘wilde’ competitie heeft in het totaal maar tien wedstrijden geduurd. Het in 1950 opgeleverde Stadion Veldwijk was de vaste speelplaats van de Twentse Profs en werd in 1956 de thuisbasis van Tubantia.

De clubkleuren worden: Rood shirt, witte broek, rode kousen en de selectie bestond uit de spelers: Albers (Sportclub Enschede), Henk ten Brink (Heracles), Cor Brom (VVA), Arnold Bosch, Berry Janse (Hermes DVS), Jan Kamphuis (Heracles), De Kok (HVV Hengelo), M. Koster (Enschedese Boys), Willy Mos (Heracles), Oud Engeberink (NEO), H.J. Phillippini, H. Renssen (HVV Tubantia), Rikhof (Quick 1920), Rosens (DOD-Denekamp) Schuurhuis (Enschedese Boys), Lambert Toren (Heracles), Frans van der Veen (Heracles), Jacques van der Veen (Heracles), Vink (HVV Hengelo) Coen Schonewille (Heracles).

Ondanks een succesvolle start is het stadion met 30.000 plaatsen en een sintelbaan veel te groot en sfeerloos. Dat Tubantia vanaf 1955 deel neemt aan het betaald voetbal is met de kennis van later geen gelukkige keuze geweest. Maar de vooruitzichten waren perspectief vol. In het eerste seizoen 1955/1956 weet Tubantia zich met een gedeelde vierde plek in de 1e klasse te plaatsen voor een beslissingsduel met Fortuna Vlaardingen. Bij winst zou de selectie het nieuwe seizoen in de 1e divisie mogen meten. Het duel werd gespeeld op neutraal HVC terrein op Birkhoven in Amersfoort.

11 juni 1956: Algemeen Handelsblad
1955/1956. HVV Tubantia: Staand: Lippinkhof, Reuvekamp, Lentink, Scholder, Perik en Broersma. Gehurkt: Eppink, Kamphuis, Wijkman, Philips en Hubert.

Helaas kwam er geen promotie naar de 1e divisie. Naar later zou blijken was de 2e divisie eigenlijk wel de bovengrens. In de jaren die kwamen zou Tubantia daar in de middenmoot mee draaien, bijvoorbeeld in 1957/1958. Soms duikt de club even op in het nieuws. Bijvoorbeeld in de KNVB beker competitie van 1957/1958 als Gerrit Lippinkhof vijfmaal scoort tegen de amateurs van RES uit Bolsward en met 6-1 de volgende ronde werd gehaald. In de derde ronde is Vitesse met 0-2 te sterk.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is l.jpg

Ook in het bekerseizoen 1961/1962 duikt Tubantia op in het nieuws. Na een 1e ronde overwinning uit tegen streekgenoot Oldenzaal 1-3 volgt een interessant treffen uit tegen Enschedese Boys die in de subtop van de 1e divisie meedraait. Na 90 minuten is de stand 2-2 , met twee doelpunten van Frans Olde Riekerink. Dan komt in de verlenging het moment van Abe Lenstra. Zoals iedereen weet kan hij, als geen ander, de wedstrijd aan zich voor bij laten gaan. Zo sloft hij over het veld maar dan ineens, heel effectief scoort hij met een eenvoudige voetbeweging en ligt Tubantia er alsnog uit na een verdienstelijke wedstrijd. Langzamerhand wordt duidelijk dat Tubantia, zelfs in de 2e divisie, geen toegevoegde waarde heeft, neem het seizoen 1962/1963.

HVV Tubantia 1960. Spelersnamen ontbreken.

Door de ogen van Dick Bruijnesteijn.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is p.jpg

Hiernaast vier iconen uit de begintijd van het betaaldvoetbal van H.V.V. Tubantia. Karaktervol en met humor getekend door Dick Bruijnesteijn. Dick was een  striptekenaar/cartoonist of, zoals hij het zelf noemde, een poppetjestekenaar. Hij kon als geen ander het karakter van de geportretteerde in een snelle schets vast leggen. Bruijnesteijn was een observator pur sang. Deze voetbalplaatjes waren een enorme rage in de vijftig en zestiger jaren toen ze door kinderen op straat en schoolplein volop werden geruild. Zij zaten verpakt in een Monty kauwgum zakje.

Nederlandse geschiedenis van kauwgum

Bij de bevrijding van de 2e wereldoorlog kwamen breeduit kauwend de Amerikaans/Canadese bevrijders de grens over. Ze kauwden zelf, maar deelden het ook uit. Steeds meer Nederlanders leerden kauwgom kennen. Kauwen op kauwgom werd stoer gevonden. Heel wat Nederlandse jongens wilden er net zo stoer uit zien als Amerikaanse soldaten. Om indruk te maken, en natuurlijk omdat het lekker was. Ook meisjes gingen kauwen. Die associatie, de bevrijding/feest en kauwende geallieerden, maakten kauwgum/plaatjes populair. Nu nog steeds zijn de voetbalplaatjes een gewild verzamelobject. Monty verwijst naar de beroemde Engelse veldmaarschalk Bernard Law Montgomery.

Zondag 1 december 1963. Alkmaar ’54 – Tubantia 3-2. speler Haghuis van Tubantia in duel met Piet Buis van Alkmaar ’54.

Icoon Henk Renssen: Een Tubantia monument

Renssen is een van de meest bekende voetballers die Hengelo heeft voortgebracht. Hij werd geboren op 25 december 1933. Naast zijn jaren bij Tubantia speelde hij in de jaren ‘50 en ‘60 ook betaald voetbal bij Rigtersbleek en Oldenzaal. Renssen was een middenvelder van graniet. Hard en onverzettelijk. „Als iemand mij voorbij ging, dan kwam-ie me sowieso nog een paar keer weer tegen”, vertelde hij in het boek Harde Neuzen. „Mannen als Ajaxied Johan Neeskens en de Belg Eric Gerets waren spelers naar mijn hart.” Maar Renssen was niet alleen een vuurvreter, hij kon ook goed voetballen. 

Stork machinefabriek 1963. Boven zittend: J. Rompelman, F. Olde Riekerink, G. Velders en R. Strating, staand: J. Kers, R. Weisfeld, H. ten Brink, H. Vrielink, B. Haghuis en P. Lankamp. Zittend: trainer B. Tap, H. Baas, G. Olde Riekerink en G. Paskamp. Onder: H. Renssen en J. Nijhuis.

Bij de invoering van het betaald voetbal vertrok Henk op 22 jarige leeftijd naar Rigtersbleek. „Voetbal leefde enorm in die dagen. Er zaten aan de Van Heekstraat iedere wedstrijd 7 a 8000 mensen”. „Maar je kon het niet vergelijken met het betaalde voetbal van nu. Wij leefden van de premies. Voor een overwinning kregen we 70 gulden en voor elke training 5 gulden. Wij betaalden ook gewoon contributie. Eigenlijk stelde je als voetballer niks voor, want je werd met de meest vervelende contracten afgescheept. Bestuursleden konden doen en laten wat ze wilden. Voetbal was toen echt koehandel.

Met de Enschedese ploeg miste hij op een haar na de promotie naar de eredivisie. Hij speelde daar met o.a. Wim Bleijenberg, Gerrit Trooster, Johan Oude Engberink en Jan Zwierink. Na vijf jaar Rigtersbleek nam Oldenzaal Renssen voor tienduizend gulden over. Hij werd er stopper als opvolger van Toon Valks maar speelde ook in de verdediging en op het middenveld. Henk was een echte teamspeler. Technisch, linksbenig, hard en fanatiek. Hij heeft in zijn voetballoopbaan één keer echt wat aan een contract overgehouden. Renssen: „Dat was na mijn tweede jaar in Oldenzaal. Ik wilde eigenlijk weg, maar toen de hoofdsponsor textielgigant Gelderman mij vele stoffen aanbood ben ik gebleven.

Henk Renssen springt links naar de bal.

Met die stoffen ben ik vervolgens de markt opgegaan en dat heb ik 32 jaar volgehouden.” In 1963 keerde hij terug bij zijn eerste liefde Tubantia. “We waren een vriendenteam dat veel voor elkaar over had”, vertelde zijn vriend Bertus Strating over de laatste 4 seizoenen dat ze samen betaald voetbal speelden. “Naar uitwedstrijden gingen we met de trein”. Onderweg werd er gekaart, ‘Bonaken’ met Henk Renssen misschien wel als meest fanatieke deelnemer. “Als we onderweg moesten overstappen, werden de koffers zo op het perron neergezet dat we gewoon door konden kaarten”. Vier jaar later viel het doek voor het betaalde voetbal in Hengelo. Renssen werd daarna trainer bij diverse clubs maar bleef 75 jaar lid van zijn Tubantia. Henk Renssen was al geruime tijd ziek toen hij op 85 jarige leeftijd op 4 februari 2019 kwam te overlijden.

HVV Tubantia. Boven: Jan Lentink, Jan Kers, Rob Bults, Jan Nijhuis, Guus Velders, Henk Renssen, Jan Schot, Bennie Groothuis, Onder: Gerrit Room, Frans Olde Riekerink, Hamming, Bertus Strating, Bennie Wiggers.

1967: Het einde van het profavontuur.

Volkskrant 15 April 1967

Anno nu wordt er met trots en weemoed teruggekeken. De historie van Tubantia heeft bijgedragen bij de ontwikkeling van het betaaldvoetbal. Met vallen en opstaan, hebben zij en alle andere clubs bijgedragen aan het Nederlandse profvoetbal daar waar het nu staat.

Aan het einde van het seizoen 1966/1967 werd er door het bestuur en ledenraad besloten om terug te keren naar het amateurvoetbal. De rol van Stadion Veldwijk als voetbalaccommodatie behoort tot het verleden. De laatste wedstrijd in het betaald voetbal van Tubantia is op zondag 4 Juni 1967. Uit op Kaalheide te Kerkrade werd er met 3-2 verloren van Roda JC. De Limburgers gaan spelen om promotie. Na 12 jaar gaat H.V.V. Tubantia terug naar de amateurs en breekt er weer een nieuwe periode aan..