Zeelucht, het Hanenveld en de Kickvorsch
De Velseroorder Sport Vereniging, V.S.V is opgericht op 16 februari 1912, en behoort tot de oudste voetbalvereniging uit de regio IJmond en omstreken. De geschiedenis van VSV maakt deel uit van de geschiedenis van IJmuiden. Het dorp bestond in het begin van deze eeuw uit 32 straten en stegen. Veel vertier was er niet voor de jeugd, de ontspanning vond plaats op de straat en bestond voor de meisjes uit touwtje springen, knikkeren, hoepelen en tollen. De jongens vermaakte zich met vliegeren en als ze een bal konden bemachtigen, met voetballen op straat. Verkeer was er nog niet, hooguit een hondenkar. Wat oudere jongeren, geprikkeld door de reeds bestaande voetbalverenigingen zoals “Kinheim” uit Wijkeroog en “IJFC” uit IJmuiden, staken de koppen bij elkaar en vormden zo ook een voetbalclubje.
In 1900 richten Cor Engelhart, Cor Griekspoor en Cor van der Zee een voetbalclubje op met de naam “Unitas” en organiseerden wedstrijden op het “Hanenveld” wat een grote vlakte was ten westen van het toenmalige station Velsen. In 1912 ontstond het verlangen om in de competitie te gaan spelen, en men deed het verzoek bij de Haarlemse Voetbalbond. Dit verzoek kon worden ingewilligd onder twee voorwaarden. Ten eerste moest de naam worden veranderd. “Unitas” werd Velseroorder Sport Vereniging. Ten tweede moest er een egaal sportterrein zijn. Vanaf de oprichting in 1912 bespeelt VSV een terrein bij boerderij De Kickvorsch in IJmuiden tegen de duinrand gelegen. Het terrein wordt gehuurd van Jonkheer Boreel van Hogelanden. Op de Kickvorsch krijgt VSV gezelschap van IJ.V.V Stormvogels dat op een terrein er pal naast gaat spelen.
1917: 1e hoogtepunt in de VSV historie.
VSV werd in het seizoen 1916/1917 kampioen in de 3e klasse West en promoveert naar de 2e klasse. In die zelfde periode drukt het ook de neus tegen het venster in het landelijke bekertoernooi. In de halve finale wist het sportminnend Nederland te verrassen met een 2-0 zege op Feijenoord. Het is een top jaar want VSV bereikt ook de finale om de NVB beker seizoen 1916/1917. Het werd een wedstrijd tegen de 2e klasser Ajax. De vraag rijst, kan VSV opnieuw voor een verrassing zorgen. In de voorspellingen werd rekening gehouden met de winst van de Amsterdammers. “Die 3e klasser hebben ‘t ver gebracht! Dat zij echter ‘t groote Ajax zullen slaan is niet aan te nemen.” aldus de verwachting van de Telegraaf.
“VSV heeft kranig partij gegeven en heusch de overwinning niet cadeau gegeven. Vooral de verdediging en de middenlinie weerden zich geducht”, aldus De Telegraaf. Ajax wint zodoende op overtuigende wijze de eerste beker in haar historie. De tweedeklasser uit Amsterdam volgt daarmee het Haagse Quick op, dat een jaar eerder de beker voor zich opeiste.
In het seizoen 1920/1921 promoveerde de VSV selectie voor de 2e maal naar de 2e klasse en het was echter opnieuw van korte duur. Deze situatie bleef zo tot aan het vijftiende jubileumjaar 1927.
Clubicoon Cor van de Pieterman: Rots in de branding.
Cornelis van de Pieterman is in 1901 geboren te Velseroord. Hij was een degelijke/betrouwbare speler en aanvoerder van het elftal dat eind jaren twintig vele successen kent. Volgens het Haarlems dagblad was het een sympathieke verschijning zowel buiten als binnen het veld waarin hij getypeerd werd als een rots in de branding. Aan zijn robuuste spel gecombineerd met een prima conditie kwam plotseling ten einde. In 1932 eindigt zijn actieve voetbalcarrière abrupt wegens een ontsteking aan het borstvlies rondom de longen is. Hierna zou hij nog vele jaren bestuurlijk verbonden blijven met zijn vereniging uit IJmuiden-Oost. Cor van de Pieterman is op 27 november 1968 overleden.
1928: VSV stoomt op van de 3e naar de 1e klasse.
Direct na de titel in de 3e klasse stoomde VSV door. In het seizoen 1927/1928 werd de club opnieuw kampioen, nu van de 2e klasse. Met ingang van het seizoen 1928/1929 gaan de roodhemden naar de hoogste Nederlandse voetbalklasse. De grootste prijs in het nog jonge bestaan van VSV werd in het seizoen 1937/1938 behaalt toen het eerste zondagselftal in de finale om de Holdertbeker, de huidige KNVB beker, met 4-1 won van AGOVV. Opvallende verschijning in voornoemde succesvolle periode is de boomlange doelman Arie v/d Wint die door zijn aanwezigheid alle moed bij bij menige aanvaller ontnam. Arie zou het tot de selectie van het Nederlands B elftal brengen.
Zijn zoon Jan v/d Wint eveneens behept met keepers talent en forse gestalte zou in de vijftiger jaren opgenomen worden in het Nederlands Bondselftal. Ook was hij een aantal keren reservekeeper van het officiële Nederlands elftal. Bron: Zilver Magazine.
Clubicoon Ab de Vries: Alias Bunker elf.
Albert de Vries is geboren op 4 februari 1913 in IJmuiden. Tot zijn negentiende voetbalt hij bij IJ.F.C. in IJmuiden en stapt in 1932 over naar VSV in Velsen. Hij komt direct in het eerste elftal op de spilpositie te staan. Deze positie zal hij jarenlang bezetten en werd hij een onmisbare kracht voor zijn club. Ab de Vries is sterk, breed, 1 meter 80 lang en weegt 93 kilo. Hij wordt omschreven als een kolos, stug en nuttig, verre van elegant maar wel doeltreffend. Bunker Elf, zoals zijn bijnaam luidt, is een stevige speler met een groot uithoudingsvermogen. Hij is verdedigend moeilijk te passeren en kan goed koppen. De uitnodiging voor het Nederlands elftal, voor de bonkige 27-jarige Ab de Vries wordt als zeer verrassend ervaren. Er werd nooit over hem gesproken in relatie tot het Nederlands elftal. Hij dankt zijn uitverkiezing aan VSV-trainer Kaufman, die ook assistent-bondscoach is. Het blijkt een schot in de roos. Hij blijkt een betrouwbare, rustig opbouwende spil te zijn. Zijn debuut tegen België is goed en er wordt hem een grote interlandcarrière toegedicht.
Ab staat ook opgesteld voor de wedstrijd tegen Luxemburg op 12 mei 1940. Deze wedstrijd gaat door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog echter niet door. Achteraf blijkt Ab de Vries op 21 april 1940 zijn enige en laatste interland te hebben gespeeld. Met VSV wordt Ab de Vries in 1941 nog wel afdelingskampioen, maar wordt in 1946 niet meer goed genoeg gevonden om tot de vier midhalfs van Oranje te behoren.
Ab de Vries blijft zijn wedstrijden spelen voor VSV. In maart 1949 wordt hij disciplinair geschorst, omdat hij zich niet aan de trainingsvoorschriften wil houden en staat de rest van het seizoen aan de kant. In november 1949 wil hij overschrijving aanvragen naar aartsrivaal Stormvogels maar ziet hier uiteindelijk toch maar van af. In november 1950 is hij weer als spits voor VSV te bewonderen. Ab de Vries is overleden op 17 augustus 1988 en werd 75 jaar oud.
Voetballen tijdens de 2e wereldoorlog.
Op 28 Augustus 1939 maakte de burgemeester van Velsen de mobilisatie bekend. Dat betekende voor VSV dat verschillende spelers hun militaire plicht moesten vervullen en niet meer beschikbaar waren. Juist in deze periode werd Ab de Vries op 21 april 1940 en doelman Niek Michel op 17 maart 1940 geselecteerd voor Nederlands elftal. Toevalligerwijs beide tegen België maar voor de doelman blijft het bij een reserve beurt. Veel mensen zullen nu verbaasd zijn als ze horen dat er tijdens de oorlog werd gevoetbald. De oorlogsjaren worden vooral geassocieerd met onderdrukking, verzet, joden vervolging, armoede en honger. Maar het voetbal is in Nederland tijdens de oorlog populairder dan ooit tevoren: tienduizenden Nederlanders sloten zich aan bij een sportvereniging en het publiek in de stadions verdubbelde. Voetbal bood afleiding voor de oorlogsellende en gaf een sociale verbondenheid.
Het seizoen 1940/1941 brengt de vereniging het eerste kampioenschap in de geschiedenis van de (K)NVB. In een poule met o.a. Ajax, DOS, Blauw-Wit werd VSV afgetekend kampioen. Vier ronden voor het einde werd Xerxes de oren gewassen met 1-7. Doordat HFC Haarlem verrassend thuis door DOS werd verslagen kwam de titel zo vroeg in het seizoen.
Nu kon VSV meestrijden in een nacompetitie om de landstitel. Deelnemende teams waren de kampioenen uit de andere regio’s. Dat zou uiteindelijk een te zware klus worden met PSV, Heracles, Be Quick en ADO als tegenstander. Nergens is VSV weggespeeld, wel stond de club aan het einde met lege handen maar met een mooie ervaring rijker. Het voetbal werd natuurlijk ook getroffen door de maatregelen van de Duitse bezetters: joden mochten geen lid meer zijn van voetbalverenigingen, voetballers moesten naar Duitsland voor de Arbeidseinsatz of doken onder. Mede door schaarste is het moeilijk om aan voetbalschoenen en ballen te komen, en ook in het stadion ging regelmatig het luchtalarm af en werden er razzia’s gehouden.
De Duitse bezetter gaf het bevel om alle regionale en religieuze bonden onder te brengen bij de NVB en het Koninklijke van de (K)NVB mocht de Bond niet meer gebruiken. De voetbalcompetitie moest gewoon doorgaan want het leven moest zo ‘normaal’ mogelijk lijken. Tijdens de oorlog werd het sportterrein van VSV door de bezetter gevorderd en de tribunes met de grond gelijk gemaakt, omdat het deel uitmaakte van de Atlantikwall. VSV vindt onderdak bij De Kennemers in Beverwijk. Ook onder voetballers waren vele het slachtoffer van het barbarisme van de Duitse bezetter. Op Voetbalmonument.nl zijn voetballers te traceren naar de vereniging waarvoor zij speelden.
Na de oorlog de wederopbouw.
Een terugkeer naar De Kikvorsch zit er niet in. VSV zal na de oorlog, net als Stormvogels, gaan spelen op het nieuwe sportpark Schoonenberg. VSV was hier niet happig op en legde een eigen sportpark aan. Maar omdat deze niet geschikt is voor het 1e klasse-voetbal strijkt de hoofdmacht toch neer op Schoonenberg. Aanvankelijk is dit een bescheiden sportpark, maar omdat de publieke belangstelling daar om vraagt vindt al snel een uitbreiding plaats. In 1954 is het stadion voltooid. Het heeft dan 18.000 plaatsen, waarvan op één lange zijde zitplaatsen op een tribune gebouwd uit hout en staal.
1949: VSV veroverd haar tweede 1e klasse titel in twintig jaar.
In het seizoen 1948/1949 piekt VSV opnieuw en behaalt het wederom een 1e klasse titel. Na twintig jaar weer een 2e kampioenschap behalen is een prachtig resultaat. Van de twintig wedstrijden werden er 17 gewonnen. En dat met gerenommeerde tegenstanders als Feijenoord, DWS en EDO uit Haarlem. Een bijzondere kanttekening bij deze titel is ook de snelheid waarmee deze werd behaald namelijk al op 23 januari 1949 tegen KFC 5-1.
Opnieuw gaat VSV op voor het Nederlands kampioenschap. De resultaten waren beter dan in 1941 maar een beslissende rol was er niet weggelegd. Toch zag het er na vier wedstrijden nog goed uit. VSV wist in de uitwedstrijd tegen de latere landskampioen SVV een 0-4 overwinning te behalen. Dit gebeurde in een afgeladen Rotterdamse Kuip voor 55.000 toeschouwers, na doelpunten van 2 x v. Onselen, 2 x Sterk. De club stond voor een hele week bovenaan. Daarna was de koek op en eindigde VSV als vijfde van de zes clubs. Niettemin een prachtig jaar met veel ervaring. Zowel in het seizoen 1952/1953 als in 1953/1954 miste de club met een 2e plaats nipt het kampioenschap.
Clubicoon Piet van der Kuil: De zoemende bij.
Inmiddels heeft zich een talent aangediend. Zijn naam is Piet van der Kuil. Geboren om de hoek in Velsen op 10 februari 1933. Hij speelde zich bij de jeugd al vroeg in de kijker. Vanaf 1947 ontwikkelde Piet zich als een snelle wendbare rechtsbuiten. Als 19 jarige debuteerde hij voor het Nederlands elftal op 6 april 1952 tegen België. Nog 40 oranje caps zouden volgen waarvan 10 onder de vlag van VSV. Het spel van Piet van der Kuil, hij was 1.65 groot, was gebaseerd op snelheid, behendigheid en opportunisme. In 1956 tekende Van der Kuil een contract voor Ajax, waar hij in drie seizoenen 36 doelpunten maakte.
In 1959 werd hij voor 130.000 gulden door PSV overgenomen. Het zou de duurste transfer tot dan zijn voor PSV. Hoogtepunten van Piet uit het PSV archief. Het maatschappelijke perspectief was er beter en zo kon hij gaan studeren aan de bedrijfsschool van Philips als instrumentmaker. ” Nu kun je tenminste fris op training verschijnen. Wat vroeger nooit kon, omdat ik dan door het zware werk overdag al moe was. “zo zei Piet eens. Het liefst was hij fullprof geworden, maar zijn vrijages met Italiaanse (Fiorentina) en Spaanse clubs (Espanyol) werden telkens gedwarsboomd door hoge transfersommen. Op 14 oktober 1962 speelde hij zijn veertigste en laatste interland, tegen België. In totaal scoorde hij negen doelpunten voor Nederland.
In 1963 ging hij van PSV naar Blauw-Wit, waar hij één seizoen voor speelde. In 1964 keerde hij terug naar zijn geboorteplaats Velsen, naar fusie club Telstar dat een jaar eerder was voortgekomen uit een samensmelting van VSV en Stormvogels. In 1966 beëindigde hij zijn carrière. In 2008 trainde de inmiddels 75-jarige trainer de jeugd van Telstar en deed dit vol overgave. Hij kon elke vorm nog voordoen en de jongens hingen aan zijn lippen ook is hij recent zijn eigen voetbalschool begonnen. Zijn geheim? “Je moet vooral jezelf blijven! “, aldus van der Kuil.
September 1954: Twee profcompetities.
In de aanloop naar de samenvoeging van de KNVB en de (wilde) bond de NBVB liepen er twee betaald competities synchroon. De eerste KNVB profwedstrijd is Wageningen – VSV in 1954, maar het bracht niet wat Velsen hoopte. In eerste helft werden de Velsenaren overlopen en bij de rust stond het reeds 3-0 op de Wageningse berg. Aangetekend dat de geblesseerde Piet v/d Kuil niet speelde was het toch even slikken. De thuisploeg meende vervolgens een tandje lager te kunnen spelen. Door het eerste VSV prof doelpunt van invaller v. Lint en een eigen goal van Beijer werd het nog spannend, maar verder dan 3-2 kwam men niet. In de thuiswedstrijd tegen HVC wist VSV de nasmaak enigszins weg te spelen. Na een aanvankelijke achterstand werd er door Rinus Spaans toch een 2-1 winst behaald. De roep om v/d Kuil werd er niet minder om. Na een 0-4 winst op Zuilen tegen Elinkwijk lijkt het erop dat men voorlopig ook zonder Piet te kunnen winnen. In ieder geval verdienen de speler 25 gulden bij winst, 20 bij een gelijk spel en na verlies toch nog 15 gulden. Geen salaris om een gezin te kunnen onderhouden. Daarom hebben de semiprofs er gewoon een baan bij. Inmiddels wordt doelman Jan van der Wint uitgenodigd in de voorselectie van het Nederlands elftal maar blijft echter op de bank en is er van een Oranje debuut nooit gekomen.
28 november 1954: Start nieuwe profcompetitie.
Toen de KNVB uiteindelijk haar conservatieve houding liet varen en het betaaldvoetbal invoerde, besloot VSV tot het aanvragen van een proflicentie. Het bestuur heeft voldoende vertrouwen om de stap in een ongewis avontuur te maken. Om in aanmerking te komen voor een proflicentie bij de voetbalbond moest er aan een aantal voorwaarden worden voldaan. De vereniging moest een borgsom overleggen van 50.000 gulden, op 1e klasse niveau spelen en de voetbal accommodatie moest aan de moderne eisen voldoen. Aanvankelijk is Schoonenberg een bescheiden sportpark, maar omdat de publieke belangstelling daarom vraagt vindt er al snel een uitbreiding plaats.
In 1954 is het stadion voltooid. Het heeft dan 18.000 plaatsen, waarvan op één lange zijde zitplaatsen op een tribune gebouwd uit hout en staal. De eerste profwedstrijd in het seizoen 1954/1955 van VSV werd gespeeld op 28 november bij De Graafschap. Daar stelden men veel van voor maar het krantenverslag is duidelijk. Op 30 januari ontvangt de vereniging op het Schoonenberg complex titel kandidaat VVV. Met een bezoekersaantal van 7000 toeschouwers is het de drukst bezochte wedstrijd maar er worden geen punten behaald. Het werd een jaar zonder opvallende uitslagen en een middenklassering als resultaat.
Mei 1960: VSV op de drempel van de eredivisie
In de loop der jaren waren de resultaten niet meer dan redelijk te noemen. De eredivisie blijkt een ver weg droom en van degradatiestress is geen sprake maar dan volgt in het seizoen 1959/1960 het hoogtepunt in de historie. Het elftal speelde de pannen van het dak en tot aan de laatste speelronde gaat het voorspoedig. Drie clubs konden de titel van de 1e divisie binnen halen. DFC speelt thuis tegen Alkmaar ’54 gelijk 0-0. VSV heeft nu uit bij degradatiekandidaat Limburgia aan een overwinning genoeg, om Alkmaar te passeren, en naar de eredivisie te gaan. Het werd echter met 5-0 verlies een ongekende veegpartij en een lange reis terug om na te denken waar het fout is gegaan.
27 mei Start promotiecompetitie
Toch bleef er nog één mogelijkheid over en dat was de nacompetitie. Tegenstanders zijn DFC, NOAD en Vitesse maar in een volledige speelronde heeft VSV ook hier geen schijn van kans. De energie om vol voor deze herkansing te gaan was weg en elke verloren partij was er één teveel. Kennelijk was de teleurstelling nog niet verwerkt want uit zes wedstrijden werd er ondermaats gepresteerd en werd NOAD de promovendus.
Het water staat tot de lippen.
In 1961/1962 degradeert VSV naar de 2e divisie. Hoewel de lage positie nog voldoende zou zijn voor de 1e divisie is het de KNVB die een herschikking van het totale voetbal aankondigt, waardoor de club in de laagste profklasse werd ingedeeld.
Een jaar later in 1962/1963 hervind VSV zich en wordt kampioen van de 2e divisie. Om te promoveren moest er een dubbel gespeeld worden tegen de andere kampioen van de 2e divisie. De eerste wedstrijd thuis tegen HFC Haarlem eindigt in een 2-2. Op 23 juni 1963 volgt de replay Haarlem -VSV uitslag 2-3 en stijgt de club maar de vraag is onder welke naam zien we het profvoetbal in Velsen terug. Het zou achteraf de laatste wedstrijd zijn van VSV in het betaaldvoetbal. Gelukkig zijn hiervan nog videobeelden gemaakt afkomstig uit het Beeld en Geluid archief. Het winnende doelpunt is helaas niet te zien. V.S.V. zat in financiële moeilijkheden en het bestuur hoopte met dorpsgenoot IJ.V.V. Stormvogels een doorstart te kunnen maken. Maar tot tweemaal toe wees de eigen VSV achterban een fusie af waar de leden van Stormvogels positiever waren. Op 17 juli 1963 komen de twee besturen dan toch tot een akkoord. De verenigingen splitsen de prof en amateurafdeling. De prof-secties gaan verder als SC Telstar. De beide verenigingen, Stormvogels en V.S.V. keren terug naar de 4e klasse amateurs en kunnen zich weer richten op het ontwikkelen van de eigen jeugd.
Op 23 augustus 1964 debuteert de nieuwe fusieclub Telstar op Sportpark Schoonenberg in de eredivisie. Tegenstander is het Haagse ADO en er heerst een verwachtingsvolle maar ook nerveuze stemming. Zo hangt de nieuwe clubvlag omgekeerd in de mast. Voor een uitverkocht sportpark zagen de toeschouwers een aantrekkelijke wedstrijd waarin het technisch betere Telstar in hoog tempo de Hagenaars vastzette in de eigen zestien. Met een verdiende 2-1 zege kreeg de thuisploeg wat het hoopte. Een betere start voor de fusieclub is niet denkbaar. Doelpunten 1-0 Janos Beke. Rust. Harrie Heynen 1-1, 2-1 door Hassie van Wijk. Het seizoen 1964/1965 is meer dan verwacht een goede periode en weet het zich, met een minimale score van 0,61 doelpunten per wedstrijd, in de middenmoot te handhaven. Verrassend is het dat Ajax nog onder Telstar eindigt.