Het Rooms-katholieke Sittardia is een voormalig betaald voetbalvereniging uit Sittard en ontstond op 12 mei 1950 uit een samensmelting van Sittardse Boys en v.v. Sittard. Voetbalvereniging Sittard is opgericht op 23 april 1905 en kende een eerste glansperiode rond 1924 met een landskampioenschap bij de Roomsch Katholieke Federatie. Op 30 oktober 1917 wordt Sittard toegelaten tot de Nederlandsche Voetbal Bond maar stapt op 18 augustus 1920 over naar de R.K. Limburgsche Bond. Op 31 maart 1926 werd v.v. Sittard opgesplitst in Sittardse Boys en V.V. Sittard.
De Sittardse Boys waren direct succesvol en werden in het seizoen 1926/1927 kampioen van de 1e klasse. In 1928 spelen ze ook de finale om de prestigieuze ‘Bisschopsbeker’ op het Marsana terrein te Meerssen.
1940/1945: Religieus of niet alle bonden worden samengevoegd.
Tijdens de 2e wereldoorlog ging de RKF en alle andere regionale bonden op in de NVB. Dit op bevel van de Duitse bezetters die mede hierdoor een betere controle konden uitoefenen op de voetbalcompetitie. Het terrein aan De Baandert, niet te verwarren met stadion De Baandert, was de thuisbasis van Sittardse Boys. Zij werden in de periode 1942/1943 en 1943/1944 kampioen van de 2e klasse maar konden een promotie in de nacompetitie niet verzilveren.
1944: Ongekend drama tijdens een voetbalwedstrijd.
Zondag 19 november 1944 is voor veel Sittard bewoners een zwarte dag. De stad was twee maanden bevrijd. Het front lag bij Susteren, waardoor Sittard nog altijd makkelijk bereikbaar was voor Duitse granaten. De richting van de projectielen konden door Sittard herkend worden aan de fluittoon. Langzaamaan kwam het dagelijkse leven weer op gang. In de Baandert was een voetbalwedstrijd gepland tussen de twee aartsrivalen Sittardse Boys en Maurits Geleen. Toen midvoor Harry Ehlen van de Boys (een voetbalberoemdheid in die dagen) op die zondag van de 19e november het suizende geluid van een granaat hoorde, liet hij zich terstond op het gras vallen. Enkele seconden later dreunden de Baandert en omgeving van de inslagen. Toeschouwers renden voor hun leven op zoek naar een veilige plek. De meesten wilden de kleedkamers in. Anderen liepen verdwaasd rond. De fietsenstalling aan de overkant van de straat werd met een enorme knal getroffen. Toen het granaatgeweld ophield, konden de mensen naar huis. Blijkbaar was de toren van de kerk doelwit van de Duitse artillerie geweest, want daar waren heel wat granaten ingeslagen. Rode-Kruishelpers liepen door de met glas bezaaide straten op zoek naar slachtoffers. Er zijn die middag elf doden gevallen. Op de website Voetbalmonument.nl zijn voetballeden terug te vinden die oorlogsslachtoffer zijn geworden van de Duitse waanzin.
1945: De wederopbouw kan ook sportief beginnen.
De nationale voetbal bond kreeg na de oorlog het koninklijke terug in de KNVB naam. De Sittardse Boys en vv Sittard kwamen in 2e klasse terecht waardoor er directe onderlinge rivaliteit was met een nog grotere belangstelling. Mede door internationals als Bram Appel en Gerard Kuppen bij Sittard en Frans de Munck en Jan Notermans bij Sittardse Boys was het niveau hoog. Ook spelers zoals Harry Ehlen, Weppe Collombon en Sjeer Gruisen van Sittardse Boys kwamen in beeld bij vertegenwoordigende elftallen.
Harry Ehlen is een naoorlogse legendarische midvoor die later voor Sittardia ging spelen. Harry had melkwitte benen en werd ook wel de Blauwe genoemd. Hij was stijf in de heupen maar in de buurt van de zestien niet meer te houden. In de herfst van 1956 schoot hij zo uit zijn slof dat de deklat moest worden vervangen. Bij Sittardse Boys scoorde hij 69 van de 99 doelpunten in één seizoen waaronder 39 stuks “mit ’t köpke.”
In het seizoen 1945/1946 lukte het de formatie onderleiding van trainer Nic Heijenrath wel een stap te maken naar de 1e klasse zuid. Dit nadat in de serie promotiewedstrijden tegen Miranda uit Kerkrade en 1e klasser Roermond de concurrentie opzij werd gezet.
Sittardse Boys zit in een overwinningsroes en de honger lijkt nog niet gestild. Tijdens het debuut jaar in de hoogste voetbalklasse streed de Limburgse vereniging zonder schroom mee met de landelijke top. Aan het eind van het seizoen 1946/1947 met nog 3 wedstrijden te spelen lijden de Boys hun eerste thuisnederlaag. Het is SV Maurits uit Luttelrade dat de spanning om het kampioenschap terugbrengt. Drie ploegen staan gelijk en op de laatste speeldag valt de beslissing. Tegen het uitgeschakelde EVV uit Eindhoven loopt de vereniging, opnieuw thuis, tegen een onverwachte nederlaag aan. Het is een penalty die als een raket achter doelman De Munck uiteen spat en de kans op het kampioenschap. Desondanks werd er een verrassende tweede plaats behaald vlak achter kampioen MVV maar voor PSV en Limburgia.
December 1947: CF Barcelona – Sittardse Boys.
In december 1947 werd Sittardse Boys uitgenodigd door C.F. Barcelona. De Limburgse sportjournalist Martin Duyzings kreeg de telegram. De Catalanen zochten een tegenstander voor hun traditionele kerstwedstrijd. Dat jaar was men op zoek naar een Nederlandse tegenstander. De vermoedelijke reden: de overwinning van het Oranje-elftal op de sterker ingeschatte Zwitsers. De Nederlandse competitie telde internationaal niet echt mee. Terwijl in het buitenland al volop werd betaald hield de KNVB vast aan voetballen op amateurstatus. Tegen C.F. Barcelona spelen was een buitenkans om in contact te komen met het profvoetbal. Op begrip van de KNVB hoefden de Nederlandse voetballers echter niet te rekenen. Het competitieprogramma was heilig. Er was slechts één club die, rondom oud en nieuw, geen wedstrijdverplichtingen had en dat was 1e klasse Sittardse Boys. Grote namen zoals Austria en Rapid Wien, Juventus, Sparta Praag en het Argentijnse San Lorenzo hadden in voorbijgaande jaren in het Las Corts stadion acte de présence gegeven.
Er werd voorafgaand een beetje gejokt om de Boys wat meer aanzien te geven. Midvoor Ehlen en keeper Frans de Munck werden op papier tot spelers van het nationale team gemaakt wat door Spaanse kranten klakkeloos werd overgenomen. Dat de spelers volbloed amateurs waren lazen de Catalanen niet in hun kranten. In de eerste minuten legde Weppe Collenbon de bal stil op zijn hoofd en bleef zo staan. De 50.000 aanwezigen klapten hun handen bijna stuk want hier kwamen ze voor, een showwedstrijd met een vredig kersttintje. Vervolgens werd Harry Ehlen in stelling gebracht. Hoge ballen gingen richting het strafschopgebied, waar de kopsterke midvoor boven de kleine Spaanse verdedigers uitkwam. Ook Frans de Munck voelde de sfeer goed aan en verbaasde de toeschouwers met zijn fenomenale zweefduiken en uittrappen tot bij zijn Spaanse collega. Niet zo handig zou je zeggen maar indrukwekkend en met een grote amusementswaarde. Na twintig minuten was het gedaan met de Sittardse bluf. Barcelona nam de wedstrijd over en keeper Frans de Munck was de enige die nog aan de bal kwam. Hij keerde stijlvol vele schoten, maar toch moest hij voor de rust de bal zes keer uit het net halen maar met de gewenste eretreffer van Harry Ehlen. De Munck kreeg op weg naar de kleedkamer een staande ovatie. Hij had de Catalanen waar voor hun geld gegeven.
De verwachting was dat Barcelona zich in de tweede helft aan galery-play zou wagen en nonchalantse. Sittardsche Boys grepen hun kans en vol herwonnen zelfvertrouwen maakten ze zelfs het ideale velddoelpunt: pass, kantwissel, voorzet, schot, goal. De Munck pareerde bijna alle Spaanse doelpogingen. Hij en Ehlen kregen de Catalaanse toeschouwers nogmaals op de banken. Uittrap De Munck, Ehlen kopt de bal omhoog, liet hem op zijn schoen komen en haalt uit: Goal!. Uiteindelijk werd het 8 -4. Maar de tweede helft hadden ze met 2 – 3 gewonnen. Bovendien protesteerde zelfs het publiek tegen twee Spaanse doelpunten vanwege buitenspel. Na afloop werden Harry Ehlen, die vier doelpunten had gemaakt en Frans de Munck gepolst om in Spanje te komen voetballen, maar de vader van Harry gaf geen toestemming om Stadbroek te verlaten. Frans wilde in beeld blijven van Oranje en ook deze transfer ging niet door. Het verslag werd door Journalist Martin Duyzings gepubliceerd in het Limburgs Dagblad, Volkskrant en De Tijd einde 1947.
Na de sprookjesachtige ervaring in Barcelona werden de spelers weer met beide benen in de Hollandse klei gezet. De competitie werd hervat en de jaren nadien tot aan de fusie in 1950 werd er door Sittardsche Boys niet meer een zo hoge positie behaald als de tweede plaats in de 1e klasse zuid. Wel wisten een aantal spelers zich in de kijker te spelen van de selectiecommissie in Zeist zoals Harrie Ehlen, Flip Paauwe, Frans de Munck en Ton Bux.
Icoon Frans de Munck: Een kleurrijke zwarte panter.
Over Frans de Munck, geboren te Goes op 22 augustus 1922, is veel geschreven, deels over zijn keeperskwaliteiten maar ook over de vele randzaken. Zo verscheen er in dagblad Trouw van 26 juni 1999 een uitgebreid artikel van Matty Verkamman met als kern de vele conflicten. “Zijn voetballeven lang was De Munck het middelpunt van wrevel. Dat begon al in de oorlogsjaren bij tweedeklasser Goes. Tot ergernis van zijn medespelers reisde Frans in de trein eerste klas, waar alle anderen op harde bankjes in de derde klas zaten. Tijdens de promotiecompetitie in 1944 voor een plaats in de hoogste afdeling, knapten de spelers van Goes op hun wonderdoelman af. De Munck, die dankzij de hulp van enkele lokale NSB figuren niet als dwangarbeider naar Duitsland hoefde, maakte in de wedstrijd tegen Sittardse Boys een onbegrijpelijke blunder, die de Limburgse club de overwinning bracht. Eerder was De Munck in Sittard speciaal door de voorzitter van de trein gehaald en in de watten gelegd. Toen hij enkele maanden later de overstap naar Sittardse Boys maakte, werd in Goes alom beweerd dat De Munck tijdens de promotiecompetitie dubieuze spelletjes had gespeeld. In Sittard nam De Munck het niet zo nauw met de toen nog geldende amateurbepalingen. De KNVB wantrouwde hem voortdurend, maar pas in de zomer van 1949 kwam aan het licht dat De Munck zich in Limburg had laten betalen. Tijdens zijn periode voor de Sittardse Boys werd De Munck geselecteerd voor het Bondselftal en later voor het Nederlands elftal, waar hij aanvankelijk reserve was achter Piet Kraak’. Bron: Dagblad Trouw.
In april 1949 maakte hij bij afwezigheid van Piet Kraak zijn debuut in Oranje in de interland tegen Frankrijk. Kort daarna speelde hij zijn tweede interland tegen Denemarken. Dit was tevens voorlopig de laatste landenwedstrijd die hij speelde, pas in 1955 werd hij opnieuw opgeroepen. De machtige KNVB-bobo Karel Lotsy had een bloedhekel aan de charismatische keeper en hield hem hoogstpersoonlijk buiten de Oranjeselectie. Plotseling hing de hypocriete official de oprechte amateur uit en vaardigde een speelverbod uit voor Frans de Munck, omdat hij prof zou zijn. Er volgde een ’transfer’ naar Ajax, dat hem in Amsterdam een kapsalon beloofde. Het was Sittardse Boys dat tal van ontoelaatbare financiële zaakjes bij de KNVB op tafel deponeerde. De Munck werd op de beroepslijst geplaatst waardoor hij Ajax moest afzeggen. Frans ging de grens over en werd profvoetballer bij FC Köln.
Zo kort na de oorlog, werd hem de Duitse stap door velen in Nederland niet in dank afgenomen. In Keulen werd De Munck een idool. De man die te boek stond als een Don Juan, speelde er in de film ‘Das Ideale Brautpaar’. Ook in Keulen echter was niet alles vlekkeloos. Limburgse zakenmensen maakten hem warm om voor de ‘wilde’ Profclub Fortuna te komen spelen. De nieuw opgezette profcompetitie viel onder de pas opgerichte ‘wilde bond’ de NBVB. De clubs en spelers die daarvoor gingen spelen werden door de KNVB zwaar bestraft.
De Munck was een liefhebber van mooie vrouwen, maar hier vestigde hij deze reputatie definitief. Tijdens een van de wedstrijden kwam de toen wereldberoemde Amerikaanse actrice Jane Mansfield op bezoek. Alle spelers zouden aan haar worden voorgesteld. Eén voor één kwamen de mannen aan geschuifeld. Het was de bedoeling dat de aanvoerder als eerste deze primadonna de hand zou schudden. Er was geen rekening gehouden met De Munck. Hij stapte op Mansfield af en zoende haar vol op de mond.
In 1957 verdween ‘De Zwarte Panter’ ook bij Fortuna ’54 opnieuw met ruzie. Speler-trainer Bram Appel gaf hem openlijk de schuld van een nederlaag tegen Ajax die Fortuna de titel kostte. De Munck vertrok naar het Utrechtse DOS. Na ook nog Vitesse, Veendam en Cambuur te hebben gediend, stopte De Munck op 44 jarige leeftijd als prof-keeper. De bijnaam van de doelman luidde De Zwarte Panter vanwege zijn zwarte haren dito keeperskleding en katachtige reflexen. Hij kwam 31 maal uit voor het Nederlands elftal en werd in 1958 landskampioen met DOS. Frans de Munck overleed op 24 december 2010 te Arnhem.
vv Sittard in de schaduw van haar plaatsgenoot
Concurrent vv Sittard werd in 1947 en 1948 kampioen van de 2e klasse maar promoveerden niet ondanks dat de club internationals als Bram Appel, Gerard Kuppen, Druening en Martens in vertegenwoordigende elftallen zag spelen.
Clubicoon Gerard Kuppen: Van Wereldhaven naar het heuvelland.
Gerard Kuppen geboren in Rotterdam speelde tussen 1935 en 1943 voor Feijenoord. In augustus 1944 werd hij lid van vv Sittard en daarna voor Sittardse Boys. Gerard was een ouderwetse spil en speelde centraal op het middenveld. Hij kwam driemaal uit voor het Nederlands elftal waarbij twee keer vanuit de Limburgse club.
Extra bekendheid verkreeg Gerard Kuppen door het nemen van een bijzondere penalty. De wedstrijd van 4 mei 1944 tussen Feyenoord en Sparta op het oude Feyenoordveld leverde een primeur: een strafschop in twee keer. Nadat Bas Paauwe bij een stand van 1-2 de strafschop enkele decimeters naar voren had geschoten, schoot de achter hem aankomende Gerard Kuppen de bal in het doel. Feyenoord won de wedstrijd met 4-3. Deze situatie werd later min of meer gekopieerd door Johan Cruijff en Jesper Olsen bij Ajax – Helmond Sport december 1982.
Gerard was naast voetbal bij vv Sittard ook eigenaar van 1946 tot 1986 van Café ‘De Kup’ aan de Limbrichterstraat 28 samen met echtgenote Kitty. Het café met de bijnaam “biej de Kup” was een knipoog naar de naam Kuppen en stadion De Kuip. Gerardus Petrus Adrianus Kuppen overleed op 23 september 1995 op 80 jarige leeftijd.
1950: Hereniging R.K.S.V Sittardia.
In 1950 kwam na hoofdelijke stemming bij de leden van beide Sittardse verenigingen het tot een fusie. Voortaan ging de voetbalclub door als ‘R.K.S.V. Sittardia’. De betrokkenheid van burgemeester Coenders en dokter Van den Hoff (directeur ziekenhuis) dient zeker vermeld te worden. Na de fusie werd R.K.S.V. Sittardia meer dan alleen een voetbalvereniging. Zo kwam er een handbal en atletiek afdeling bij.
1954: Een stap in een ongewis profavontuur
Het terrein aan de Baandert blijft ook nadat Sittardia in 1954 toetreedt tot het profvoetbal, een bescheiden accomodatie met een kleine hoofdtribune voor 400 toeschouwers en in totaal zo’n 10.000 plaatsen. Bij aanvang van het Betaaldvoetbal in 1954/1955 werden 58 semi-profclubs willekeurig verdeeld over vier 1e klassen. De eerste wedstrijd op 28 november 1954 is thuis tegen Heerenveen. Het krantenverslag uit Friesland spreekt voor zich.
Sittardia speelde in de 1e klasse B tegen Fortuna ’54 uit Geleen twee streekderby’s. De uitwedstrijd werd met 1-3 gewonnen en de thuiswedstrijd met 1-3 verloren. Sittardia eindigde in haar eerste prof-seizoen op een meer dan verdienstelijke 6e plaats. Spits Harry Ehlen nam met 24 doelpunten bijna de helft van de totale clubproductie voor zijn rekening. Sittardia mocht het navolgende jaar starten in de hoofdklasse.
Behalve het eerste seizoen van het betaaldvoetbal deed zich nog een uniek feit voor. De uiteindelijke winnaars van alle vier de klassen kwamen uit Noord-Brabant t.w. NAC uit Breda, Willem II uit Tilburg, PSV uit Eindhoven en EVV Eindhoven. Willem II bleek uiteindelijk de sterkste en werd de eerste landskampioen van het profvoetbal. Sittardia genoot landelijke bekendheid met de invoering van een voetbalinstituut voor spelers van 14 t/m 16 jaar. Met de voetbalschool hoopte men de junioren beter voor te bereiden op het profvoetbal. Zo heeft de vereniging Sittardia, meer oog dan het kapitaalkrachtige Fortuna’54 uit Geleen, voor het regionale talent. Sittardia speelde tot aan 1959 in de 1e divisie en Frans Debreyn is tot 1958 de oefenmeester.
In het seizoen 1958/1959 werd door het behaalde kampioenschap promotie naar de eredivisie afgedwongen. Een periode later 1959/1960 echter degradeerde de club weer terug naar de 1e divisie. In hetzelfde jaar zette Harry Ehlen een punt achter zijn fraaie carrière. Uitbreiding van de accommodatie werd noodzakelijk. Er komt een nieuw onderkomen met een demontabele hoofdtribune en aan de tegenover gelegen lange zijde wordt het aantal staanplaatsen uitgebreid. Er is nu ruimte voor 17.000 toeschouwers. Desondanks verhuist Sittardia in 1964 naar het vernieuwde De Baandert.
Clubicoon Gerard Gruisen: Jong, talentvol en bescheiden.
Leonardus Gerardus Gerard Gruisen geboren op 4 februari 1935 te Sittard is de jongste international aller tijden. Zijn opmars was begonnen toen hij bij Sittardia steeds vaker opviel vanwege zijn goede spel naast linksbinnen Willy Erkens. De meest linkse van de dubbele vleugel werd gekozen in het Oranje B team die tegen Stade Français ging oefenen. ’t Gruuske, zoals hij werd genoemd, werd gezien als opvolger van Mick Clavan. Gerard was achttien toen hij in 1953 debuteerde in het Nederlands elftal. Hij speelde naast Rinus Bennaars tegen onze zuiderburen waarna hij tegen Engeland opnieuw een kans kreeg, beide wedstrijden eindigde in een 1-0 overwinning.
Een maand later op 4 april 1954 stond Gruisen opnieuw in de basis nu uit tegen België. De score was echter dermate negatief 4-0 dat de Keuze Commissie van de KNVB ingreep. Gerard Gruisen werd geslachtofferd en opzij gezet op een niet zo chique manier. De afzegging ging niet per briefje maar moest Gerard lezen in de krant. De Limburger zei er weinig over want hij was een bescheiden, zwijgzaam persoon. Hij werkte naast het voetballen nog gewoon bij zijn vader in de kolenhandel waar hij zware zakken moest sjouwen. Dit is wellicht een verklaring voor het feit dat Gruisen zich niet verder als speler ontwikkelde. Het bleef bij drie Oranje wedstrijden, waarin hij nooit faalde, maar nooit uitblonk. Tot diep in de jaren zestig speelde Geert nog wel zijn wedstrijden in de eredivisie.
Semi-professionals met een gewone baan.
Het klinkt natuurlijk prachtig als je van je hobby je beroep kunt maken maar het inkomen als betaald voetballer was mager en geen vetpot. In het buitenland waren de spelers full prof en de verdienste vele malen beter. In Nederland was er sprake van een semiprof bestaan. Om rond te komen diende de speler een bijbaan te hebben en was het voetballen na een werkdag niet eenvoudig. Hieronder een zestal spelers van Sittardia met een bijbaan zoals dat voor de meeste voetballers tot 1970 gold.
Clubicoon Willy Dullens: Een droom aan duigen.
Willy Dullens geboren op 29 januari 1945 en opgegroeid in Broeksittard . Hij was gedurende zijn loopbaan nogal verknocht aan de Limburgse levensstijl. De voetballer begon zijn prille carrière in de jeugd van Sittardia, en maakte in het seizoen 1963/1964 op 18 jarige leeftijd zijn debuut in het eerste elftal van de club. Hij was weliswaar nog piepjong, maar de keus om hem al op te stellen was uitermate succesvol. Met achttien doelpunten had hij meteen een heel groot aandeel in de promotie van Sittardia. Het jaar daarop viel de club ver terug maar binnen een seizoen promoveerden de Limburgers opnieuw mede dankzij Dullens. Hij had zich ontwikkeld tot een cruciale, talentvolle speler in het zuiden van Nederland. In 1966 werd hij, als speler uit de eerste divisie, uitgeroepen tot voetballer van het jaar. De uitreiking werd omlijst door magische woorden van Johan Cruijff, die beweerde dat ‘Dullens technisch misschien nog wel beter was dan hijzelf’.
De aanvallende middenvelder, die drie interlands speelde met Cruijff bracht zijn totaal op vier interlands. Bitter weinig voor een talent van zijn kaliber maar dat had een pijnlijke oorzaak. Dullens raakte in augustus 1966 in een vriendschappelijke wedstrijd tegen Vitesse na een duel met Bart van Ingen geblesseerd. Dullens beweerde dat hij een enorme schop kreeg, de speler van de Arnhemmers meende dat ze in botsing kwamen na een mislukte schijnbeweging van de Limburger. De zware blessure aan zijn kniebanden had tot gevolg dat hij moest revalideren, maar hij herstelde niet genoeg en specialist Bronswijk beval complete rust. Dullens was aanvankelijk positief en speelde in het najaar toch nog zijn wedstrijden ondanks de pijn, maar rondom de kerst werd hij aan de meniscus geopereerd. Het bericht begin 1967 dat de operatie was gelukt maar dat het herstel toch wel maanden zou duren was ijdele hoop. In de eerste maanden van 1969 wordt het Willy Dullens langzaam duidelijk dat hij moet stoppen. Hij de mogelijk beste (toekomstige) Nederlandse voetballer aller tijden ziet zijn loopbaan beeindigd.
In augustus 1969 werd er een benefietduel voor de Limburger gespeeld, tussen Ajax en Alemannia Aachen, die bijna 150.000 gulden opleverde, en door 60.000 man in het Olympisch Stadion werd bekeken. Met de opbrengst kon Dullens jaren later in Sittard een kapperszaak beginnen. Het plotse einde viel hem echter zwaar. Willy had last van zware depressies en was onder behandeling. Begin 2000 keerde hij terug in de voetballerij bij Fortuna Sittard, waar hij technisch adviseur werd. Hij werd afgekeurd als kapper vanwege een gescheurde schouderpees. Negen jaar later stapte hij over naar VVV-Venlo, waar hij dezelfde functie zou vervullen. Willy Dullens is zondag 16 juni 2024 op 79 jarige leeftijd overleden.
1964: RKVV Sittardia schrijft geschiedenis.
Het seizoen 1963/1964 is één van de hoogtepunten in de historie van de vereniging want de selectie was sterk genoeg om de 1e divisie te verlaten en de stap naar de eredivisie voor de tweede keer te maken. Frans Guns en Willy Dullens werden de doelpunten makers van de selectie met ieder 18 goals.
De Sittardia-voetbalschool
Halverwege de jaren 60 ging het hard met nieuwe voetbalscholen. Op 2 september 1964 trok Sittard nationale belangstelling toen daar een professionele sportschool werd geopend. “Het instituut tot opleiding voor voetballers of kortweg de „Sittardia-voetbalschool” genoemd”, schreef Het Limburgsch Dagblad op 30 april 1966, “krijgt in haar vooruitstrevend en baanbrekend werk navolging. De v.v. Eindhoven heeft de opzet van het Sittardse initiatief bestudeerd en is met een grote delegatie de staf van docenten en de jeugdige voetballers komen bekijken. Men was enthousiast over de Sittardse werkwijze en eigenlijk volgt men hierin België. België had eerder een voetbalschool dan Nederland. Het nationale Belgische elftal had in 1927 een reeks pijnlijke nederlagen geleden tegen Tsjechoslowakije, Oostenrijk en Engeland, waarna nog in hetzelfde jaar bij Antwerp F.C. een voetbalschool werd opgericht. Bron: Sportgeschiedenis.nl
1964/1965: Een leerzame periode.
Sittardia debuteert enkele maanden later in de eredivisie. Er wordt gespeeld in stadion De Baandert. Cineast Jan van Kempen was aanwezig bij de trainingen van oefenmeester Frans Debruyn en maakte beelden van het eerste thuisduel tegen landskampioen DWS Amsterdam. In deze film zien we de kampioensploeg Sittardia haar debuut maken in de Eredivisie met uitblinker de 18 jarige Willy Dullens. Het stadion was op die 23e augustus met 25.000 toeschouwers uitverkocht. Sittardia – DWS 1-1. Het publiek bejubelt zijn favorieten zoals o.a. Sjeer Gruiser, Joep Beckers, Piet Quix, Jo Plum en Math Schmeitz. Tussen door zien we de kampioenen van de 1e divisie een triomftocht maken door Sittard. We zien flitsen van supporters en bekenden uit de regio. Een hoofdrol is er voor Leo Horn, oud- Sittardenaar en scheidsrechter van dit eredivisieduel. Tenslotte zijn er nog enkele korte flitsen te zien van het duel MVV – Sittardia 2-3 in het Maastrichtse Geuseltstadion.
De op 15 november 1964 gemaakte Filmbeelden uit het eredivisiearchief is helaas zonder commentaar en heeft een lengte van 7.53 min. RKSV Sittardia verloor in de Kuip nipt met 2-1 van de latere kampioen Feyenoord. Gerard Bergholtz (bijnaam Pummie) en Piet Kruiver scoorden voor Feyenoord en Dieter Gresens voor RKSV Sittardia. Historische fragmenten van PSV – RKSV Sittardia uit het Polygoon journaal. Op zondag 28 maart 1965 won Sittardia in Eindhoven met 1-3 van PSV. Doelpuntenmakers waren Frans Guns, Jan Wolfs en Willy Dullens voor Sittardia en Miel Pijs namens PSV. Ondanks de soms mooie resultaten is de Eredivisie een klasse te hoog en met een 15e plaats degradeert de club.
Nieuwe trainer nieuwe tactiek.
Sittardia’s trainer Frans Debruijn werd in het voorjaar van 1965 opgevolgd door Jung Schlangen. De oud-voetballer van Juliana Bleijerheide kwam, zag en werd succesvol. Sittardia was uit de eredivisie gedegradeerd, maar de voormalig trainer van Roda JC en Fortuna ’54 zag in dat het fundament van de selectie gezond was. Wel werd aanvullend de topscorer van het betaald voetbal aangetrokken. Hij heet Leo van der Linden was goed voor 27 goals in 26 wedstrijden en komt van Helmondia ’55 en is pas 21 jaar. De opdracht die Schlangen van het bestuur kreeg was helder: onmiddellijk terug naar de eredivisie. “Ik geef de jongens opdracht risico’s te nemen”, zei de trainer bij het ondertekenen van het contract. “Offensief voetbal en niet met vier man consequent achter blijven.” De club zou aan de vooravond van een memorabele periode staan. In het seizoen 1965/1966 werd Sittardia kampioen van de 1e divisie. Mede vanwege terugkerend blessureleed bleef het doelpuntentotaal van Van der Linden in het kampioensjaar beperkt tot 13 goals. Het acteren van de jonge spelbepaler Willy Dullens bleek het hele seizoen een openbaring. Niet alleen de eigen supporters genoten van het 21-jarige talent, overal in het land gingen toeschouwers rechtstaan zo gauw als Dullens aan de bal was. Willy Dullens werd dan ook terecht uitgeroepen tot speler van het jaar.
Oprichting van Fortuna Sittard Combinatie (FSC)
Het jaar na deze laatste promotie werd een zevende plek in de Eredivisie behaald. In het seizoen 1967/1968 degradeerden zowel RKSV Sittardia als Fortuna ’54 uit Geleen. Het zou ook de laatste keer zijn dat zij een streekduel uitvochten. Op 11 juni 1968 besluiten de bestuurders van beide clubs noodgedwongen tot een fusie en op 1 juli 1968 wordt de Fortuna Sittardia Combinatie (FSC) opgericht.
Ondanks de fusie niet eredivisiewaardig.
De club speelt de eerste twee seizoen om en om in Sittard en in Geleen. Daarna wordt stadion “De Baandert” de vaste thuishaven van FSC. In de periode 1968/1969 speelt FSC voor het laatst in de eredivisie. Opvallend detail zijn de drie broers Willy, Zef en Louis Dullens op de bovenstaande elftalfoto. De club degradeert na 34 wedstrijden en drie maal winst met een schamele puntentotaal van achttien. Fortuna Sittard zou vervolgens vanaf 1969 tot aan 1982 liefst dertien seizoenen in de 1e divisie uitkomen