De vereniging KFC werd op 20 oktober 1910 in Koog aan de Zaan opgericht. De voorlopers waren de buurtclubjes S.D.O. en E.D.O. die zich verenigende onder de naam E.D.O. In 1911 traden zij toe tot de Noordhollandsche Voetbalbond, waarna de naam werd omgedoopt in KFC. De Koogers speelden aanvankelijk aan het eind van de Bosjesstraat, later aan de Museumlaan en de Sportstraat.
Eenduidigheid in voetbalkleding was er nog niet. Zo zien we op de meeste verenigingsafbeeldingen in het land de spelers er ongeorganiseerd en armoedig uit. Toch werd er bij KFC al een voorkeur uitgesproken. De clubkeuze wordt een blauwe werkkiel met een rode bef. In 1913 werd het eerste kampioenschap behaald met promotie naar de 2e klasse van de NHVB. In 1915 eindigde KFC op de tweede plaats en werd bij keuze tot de 1e klasse toegelaten.
De lokale krant maak zich zorgen om de goede zeden.
Na een paar jaar in de 1e klasse gespeeld te hebben, werd KFC in het seizoen 1917/1918 opnieuw kampioen. De club promoveert van de regiobond naar de NVB en speelt in 1918/1919 in de 3e klasse. In dit debuut seizoen eindigt KFC in de middenmoot. Langzaam aan na een periode van gewenning schuift de selectie richting het linker rijtje in de periode 1920/1921. In het bioscoopjournaal van mei 1921 werden naast wedstrijdbeelden tussen KFC en EVC ook de waterrijke omgeving gefilmd.
De Kooger vereniging timmert aan de weg.
Op 29 juli 1928 is er een feestelijke opening van de overdekte tribune op het sportpark aan de Breestraat. Het veld ligt midden in het dorp met gaandeweg steeds meer bebouwing. Het veld van KFC is berucht vanwege de ligging op drassige veengrond. Vlak langs het veld loopt een greppel, waar menig speler na een sliding een nat pak haalt. Het eerste kampioenschap in de NVB competitie wordt in het seizoen 1924/1925 behaald. In een tweeluik tegen QSC en Helder wordt er gespeeld om een plaats in de 2e klasse en KFC trekt aan het langste eind.
Een proeve van bekwaamheid op hoogste landelijke niveau.
In navolging van streekgenoot en rivaal ZFC klimt KFC naar de landelijke top. De Zaanstreek is het centrum van voetballend Nederland. In de 1e klasse 1930/1931 zijn het met tegenstanders als Feijenoord, ADO en Sparta wedstrijden van top niveau. Je zou kunnen zeggen dat KFC als een groentje in de grote voetbalwereld werd gegooid. Terug naar de debuutwedstrijd in de 1e klasse wanneer het vooraanstaande RCH in eigen huis wordt verslagen. Een fantastisch begin met perspectief. Naar mate het seizoen vordert volgen er soms grote nederlagen. Niet vreemd want ontgroening hoort erbij als je grenzen verlegt maar over het algemeen is het eindresultaat zeer bemoedigend.
De Kooger Football club gaat voor de 1e klasse titel.
KFC kende zijn glorietijd tot aan de 2e wereldoorlog waarin het steeds in de eerste klasse speelt en niet voor spek en bonen. Het hoogtepunt werd het seizoen 1933/1934. De start van KFC op 17 september 1933 was bedroevend tot dat de Schotse trainer Jimmy Marshall besloot een anders systeem toe te passen. Hij introduceerde: de W-formatie, een defensief concept met teruggetrokken binnenspelers en een snelle, op de counter gerichte drieman ’s voorhoede. Het systeem, de basis voor het latere stopperspilsysteem, was een schot in de roos en KFC speelt zich naar de kop. Op zondag 25 februari 1934 wordt de club kampioen van de 1e Klasse West met een voorname rol voor spits Jaap Mol die 23 doelpunten scoort van de 53.
De kansen stijgen voor de landstitel
KFC ging nu meedoen aan de Nederlandse kampioenscompetitie.
Nooit eerder was de club zo dicht bij een landstitel als in 1934. Met de regiotitel op zak nam KFC het op tegen Ajax, Heracles, Velocitas en Willem II. De eerste vier wedstrijden verliepen uitstekend met 1-4 winst in Almelo tegen Heracles en een 1-1 gelijkspel uit tegen Ajax. In de return legde KFC, Ajax met 2-0 over de knie. De twee duels tegen Velocitas werden overtuigend gewonnen. Met deze riante positie werd er een korte pauze ingelast in de kampioenscompetitie. De onderbreking deed KFC geen goed. De wedstrijd tegen Heracles werd in eigen huis met 0-1 verloren. Toch was na een moeizaam gelijkspel (1-1) in Tilburg tegen Willem II, de vereniging nog steeds de kandidaat voor de landstitel.
Zondag 15 juli 1934 zou een historische dag kunnen worden. Het kampioenschap ligt voor het grijpen. Een gelijkspel thuis tegen Willem II zou voldoende. Het werd een drama. Willem II won totaal onverwacht met 2-3 en zo eindigen KFC, Ajax en Willem II gelijk met tien punten uit acht gespeelde matches.
Er wordt nu in een halve competitie gespeeld. KFC, Ajax en Willem II moesten op herhaling in het Olympisch Stadion te Amsterdam. De data is 24 juli, 25 juli en 26 juli. Op dinsdagavond openden Ajax en Willem II het driedaagse voetbalgebeuren. Ajax won overtuigend met 4-1. De volgende avond won KFC, krap met 2-1 van Willem II door twee goals van wie anders dan Jaap Mol.
88e minuut: …….en er zeilt een bal hoog boven het doelgebied.
De wedstrijd tussen KFC en Ajax in een uitverkocht Olympisch stadion op donderdag 26 juli 1934 zou de beslissing brengen. Het 1e en 2e doelpunt is voor Van ’t Kaar na gepruts in de Ajax defensie en na twintig minuten staat het 2-0 en leek KFC het landskampioenschap in de zak te hebben. Voor 20.000 toeschouwers speelde KFC sterk maar de druk werd groter en verdiend kwam Ajax middels Mulders in minuut 70 op 2-1. Een heftig Amsterdams offensief drukt de Koogers ver terug en ondanks het bekende kunst en vliegwerk ruiken de spelers de titel. Maar dan twee minuten voor tijd zeilt een Ajax voorzet van 40 meter boven het doelgebied. Ten Have sprint van ver, springt hoog op en kopt het leder boven doelman Jan Veen in het net 2-2. Groot is het verschil tussen vreugde en verdriet. Ajax werd Nederlands kampioen door een beter doelgemiddelde. Na een lang 1933/1934 seizoen en hoe teleurstellend ook eindigt het speeljaar in een prachtige finale. KFC kwam net te kort maar kan terug kijken op een hoogtepunt in haar geschiedenis.
1936: Landelijk KNVB bekersucces
Twee jaar later in het seizoen 1935/1936 reikte K.F.C. tot de finale van de KNVB beker, maar verloor het van RFC Roermond met 4-2 . Met Pierre Massy veroverde Roermond, op 21 juni 1936 in De Vliert te Den Bosch als eerste Limburgse club de KNVB-beker. Pierre is de bekendste speler van RFC en uitkwam voor het Nederlands elftal. In de jaren twintig was Pierre zelfs zo populair in Roermond dat er speciale Pierre Massy dassen, broeken en jassen werden verkocht.
Clubicoon Jaap Mol: Van Oranje international naar Paria.
Jacob (Jaap) Mol geboren in Koog aan de Zaan op 3 februari 1912 kwam als aanvaller uit voor KFC, en op zijn zestiende verjaardag, in het eerste elftal debuteerde. In 1930 werd hij met KFC kampioen van de 2e klasse waarna promotie volgde naar de 1e klasse. In 1934 werd KFC kampioen van de eerste klasse west II. In de daarop volgende kampioenscompetitie werd KFC op een haar na landskampioen. Jaap Mol maakte dat seizoen 30 doelpunten. Vervolgens switchte Jaap van de ene club naar de andere en was daarin net zo onnavolgbaar als zijn voetbalspel. In de zomer van 1936 vroeg hij overschrijving aan naar DWS. Hier speelde hij slechts een seizoen. In 1937/38 was hij nog wel lid van DWS maar kwam niet meer voor deze vereniging uit. Mol speelde dat jaar in Katholiek verband bij R.K.A.V. In 1938 maakte hij de overstap naar tweedeklasser ZFC. In de Katholieke pers werden vraagtekens gesteld bij de overgang van Mol. Zo werd hij “de voetbal-avonturier” genoemd en was hij zijn “sportieve” zwerftochten blijkbaar nog niet moe.
Op 16 oktober 1938 maakte hij zijn debuut voor ZFC in de vierde wedstrijd van het seizoen uit tegen FC Hilversum. Een Gooi en Eemlander verslag.: In 1941 werd Jaap aan de vooravond van de promotiecompetitie voor een plek in de 1e klasse door het bestuur van ZFC geschorst wegens handelen in strijd met de amateurbepalingen. Het Nieuws van den Dag meldt op 26 mei 1941: Mol zou een brief aan het bestuur van ZFC hebben geschreven waarin hij een garantie van fl 250,- eiste voor het geval hem iets mocht overkomen in de komende wedstrijd tegen zijn oude vereniging KFC.
Het Nieuwsblad van het Zuiden bericht op 30 mei 1941: De eerste wedstrijd tegen KFC na zijn overgang naar DWS was op 18 oktober 1936 uitgelopen op een schoppartij waarbij Mol gekneusd van het veld stapte. Het bestuur van ZFC verwees naar de verzekering die voor iedere eerste elftalspeler gold. Mol bleef aandringen en weigerde en zou anders uit komen waarop het ZFC bestuur hem schorste en de brief in handen stelde van de voetbalbond. De KNVB schorste Mol vervolgens na onderzoek voor vijf jaar, tot en met 4 augustus 1946, hetgeen effectief een einde aan zijn voetbalcarrière maakte.
Jaap Mol speelde tussen 1931 en 1934 vijf wedstrijden voor het Nederlands voetbalelftal waarbij hij één doelpunt maakt. Die goal scoorde hij in 1931 toen Oranje in een uitwedstrijd Frankrijk versloeg. Binnen twéé minuten scoorde Nederland toen drie goals. Hij maakte deel uit van de selectie voor het wereldkampioenschap voetbal 1934. In het Nederlands Elftal was Jaap Mol een getapte jongen. Wanneer Oranje op stap ging, had hij zijn accordeon bij zich. Zijn lievelingsnummer was ‘Nina, lach mir einmal zu’. Er werd beweerd dat Mol eigenlijk beter accordeon kon spelen dan voetballen. Als jongen van negentien jaar werd hij uitverkoren voor Oranje, maar in het KNVB-blad De Sportkroniek kreeg hij nooit lof van zijn critici.
Na de 3-4 zege op Frankrijk kreeg hij opnieuw veel kritiek “Een openbaring was Mol beslist niet. Hij is een goede kracht, maar geen uitblinker. ” Ook na de 1-4 zege op België: “Mol komt tempo te kort.” Na de 2-1 zege op België: “De reactiesnelheid van Mol is onvoldoende.” Na de 0-2 nederlaag tegen Ierland: “Mol, nu al enige wedstrijden het zwakke punt, was weer onvoldoende.” Na de 4-5 nederlaag tegen Frankrijk: “Mol was te langzaam en zette slecht voor.” Jaap vond het verder heel gezellig bij Oranje, maar hij baalde ervan dat hij vier keer linksbinnen was en de laatste keer zelfs linksbuiten. Jaap Mol is overleden te Amsterdam op 9 december 1972
Na de 2e Wereldoorlog
Iconen Klaas en Cees Molenaar: Meer dan voetballers.
KFC in de volksmond ook wel De Groote Koogsche genoemd speelde in begin jaren vijftig afwisselend in 1e en 2e klasse, totdat de vereniging na de periode 1954 -1955 overging naar het betaaldvoetbal. Hieronder het kampioenselftal van 1954 met o.a. de gebroeders Cees en Klaas Molenaar. Zij richten in 1953 de succesvolle firma Wastora op. Begaan met het voetbal in Noord-Holland sponseren zij zowel KFC als het latere AZ’67.
In het eerste profseizoen 1955/1956 behaald KFC het kampioenschap van de 1e klasse C. In de eerste wedstrijd uit tegen Oosterparkers leed de selectie nog een 3-1 nederlaag. Vervolgens werden er van de 30 duels er nog maar twee verloren. In de voorlaatste wedstrijd werd er uit tegen DHC gelijkgespeeld en was de club officieus kampioen. Het feest moest echter uitgesteld worden i.v.m. een nog lopend protest van Helmondia maar op 31 mei publiceerde De Nieuwe Tilburgsche courant het verlossende bericht. In de nacompetitie voor twee plaatsen in de eredivisie greep KFC naast de promotie.
Clubicoon Piet Kruiver : De blonde doorzetter.
Piet Kruiver geboren op 5 Januari 1938 ging op 8-jarige leeftijd voetballen bij de club van zijn vader Jo Kruiver. In 1955 werd hij met KFC-kampioen van de 1e klasse C. Piet had in zijn eerste seizoen een vaste plek in de aanval veroverd, en onderscheidde zich met twee hattricks en was volgens het regionale dagblad ‘uit het goede voetbalhout gesneden’. De pagina waarop het kampioenschap breed uitgemeten stond, werd opgesierd met een advertentie: ‘Ook Kruivers manufacturenhandel kampioen’. Die handel was van vader Kruiver. Het betaald voetbal leek uitgevonden voor Piet. In een tijd waarin voetballers nog clubliefde kenden, wilde Piet Kruiver al geen dief zijn van zijn portemonnee. Hij verkaste in 1956 van Koog aan de Zaan naar Eindhoven voor een transfersom van tien mille van KFC naar PSV waar hij 4 jaar bleef, 90 competitiewedstrijden speelde en 36 keer scoorde.
Oud KFC-doelman Dick Schouten: “De verdienste stelde niets voor in die tijd. Je kreeg presentiegeld voor trainingen en wedstrijdpremies. Dat was het. Een overwinning was goed voor veertig gulden, bij verlies moest je het doen met zeven gulden vijftig.” Met zijn club PSV voetbalde Kruiver in de Noord-Italiaanse stad Vicenza een vriendschappelijke wedstrijd tegen de plaatselijke club die toen nog door het leven ging als Lanerossi. Erg vriendschappelijk was die wedstrijd niet. Kruiver werd na een uur uit het veld gestuurd. Hij was met de keeper op de vuist gegaan. Tot zijn stomme verbazing kwam het bestuur van Lanerossi na afloop van het duel naar hem toe. Of Piet geen zin had het seizoen daarop in de Italiaanse competitie te voetballen. De onvervaarde aanpak van Kruiver, door de kranten in die dagen met zijn geboortestreek in verband gebracht, strekte tot aanbeveling.
Voor een bedrag van 275 duizend gulden tekende Piet de Doorzetter bijgenaamd ‘ Il biondo’ op 1juli 1961 een contract. ‘Alsof je het over bruine bonen hebt in plaats van guldens’, schreef een krant destijds. Het voetbal bood weinig afleiding. ‘Tien man in de verdediging en één man in de aanval. Dat was ik dus. Vreselijk onbevredigend.’ Als Piet de Doordouwer het op z’n Zaans probeerde, kreeg hij met gelijke munt terugbetaald. ‘Ik liep eens stevig op een keeper in. Mooi dat ik meteen een kwartier gestrekt lag. Dat heb ik dus nooit meer gedaan.’ Kruiver hield het uiteindelijk maar een jaar uit in Italië, maar de belevenissen waren genoeg voor een mensenleven. Toen al werd er volgens hem geslikt en gespoten. ‘Je liep anderhalf uur als een gek, maar als de wedstrijd een dag had geduurd, liep je nog.’ Elke week kreeg Kruiver bovendien vitaminen geïnjecteerd omdat het voedsel in de trainingskampen tekortschoot. ‘Steeds weer een miezerig stukje vlees met sla en een beetje soep. ’s Nachts sloop ik vaak naar de keuken van het hotel om een stuk droog brood te stelen. Echt, ik leefde gewoon als een dief , zei hij negen jaar geleden in Voetbal International.
Ondanks het driejarig contract kon hij na één seizoen vertrekken naar Feyenoord. Ondanks alle ontberingen, nam hij met pijn in zijn hart afscheid. “Die menselijkheid bij het vertrek deed me iets. Als je in Nederland bij een club wegging, kon je een schop na krijgen.” Aan zijn vier seizoenen bij Feyenoord bewaard Piet Kruiver achteraf gezien zijn beste herinneringen. Vooral met Coen Moulijn verliep de samenwerking perfect. ‘Ik heb er erg veel doelpunten gemaakt maar zonder Coen zou het misschien de helft zijn geweest.’ Toch heette hij in zijn eerste Feyenoord-seizoen Piet Miskoop, ook wel Piet Vuurpijl vanwege de schoten die hoog over het vijandelijke doel gingen.
Piet was een spits, zoals je ze nu eigenlijk niet meer ziet. Hij was een echte spitsspeler, niet zo technisch maar wel handig en had een neus voor doelpunten en in de duels met de verdedigers kon hij van zijn kracht gebruik maken. Het werd ook wel Zaans fanatisme genoemd en dat had Piet van geen vreemde. Dick Schouten: “Jo Kruiver, de vader van Piet Kruiver, had als bijnaam De Diesel en was altijd met Piet in de weer op het voetbalveld. Voor zijn zoon deed Jo, zelf jarenlang 1e elftalspeler van KFC, alles. ” Ook het sarcasme deelden de Kruivers. Als het fanatisme niet het gewenste resultaat had gehad, dan kon het commentaar bijtend zijn. Schouten: ” Tegenwoordig moeten aanvallers meevoetballen. Piet was gehaald om te scoren. En met die instelling ging hij ook het veld op. Als-ie niet gescoord had, dan was het geen goede wedstrijd geweest.” In 96 competitiewedstrijden scoorde Kruiver 75 keer.
Het winnende doelpunt in de thuiswedstrijd tegen Real Madrid beschouwde Kruiver zelf als zijn mooiste. NTS Studio Sport beelden. ‘Het was een paar minuten voor tijd. Ik ging in de clinch met de keeper. Hij sloeg mis en via de lat kwam de bal in het net. ” Het Europacupduel leeft echter vooral voort in onze herinnering door de live beelden van Studio Sport bij Feyenoord-Real Madrid in 1965. Daar waarin Coen Moulijn ongenadig onderuit getrapt wordt en commentator Bob Spaak roept verontrust: “Hé Coen, behéérs je. Alsjeblieft.” Uiteindelijk wordt aanslagpleger Miera in een wilde achtervolging neergesabeld met Piet Kruiver op z’n Zaans voor op en met hem alle spelers in een klopjacht naar Miera. Met zijn ervaringen in Italië ervoer Kruiver het Nederlandse voetbal als te netjes. Schouten: “Piet ging ervoor, maar het was geen gemene voetballer. Zijn overtredingen waren altijd erg opzichtig.”
In 1966 ging Piet Kruiver naar DWS op 1 juli 1966 voor de transfersom van fl. 250.000 en besloot daar zijn carrière. Sportief een achteruitgang, maar voor Kruiver was dat van secundair belang. “Je gaat meer geld verdienen en dat is het belangrijkste “, zei Piet, in het Parool en liet naast het interview een advertentie plaatsen. ‘Wegens vertrek naar Amsterdam prachtige bungalow in Papendrecht te koop. Direct te aanvaarden.’ Slechts één seizoen was hij een ‘Door Wilskracht Sterk’speler. Zijn zwakke rug begon Kruiver steeds meer parten te spelen en al op dertigjarige leeftijd werd hij afgekeurd voor betaaldvoetbal. Zevenhonderd doelpunten staan op zijn rekening, waarvan twaalf voor volk en vaderland. Hij was van beroep textielhandelaar. Na zijn actieve voetballoopbaan dreef Piet een textielkraam op de Albert Cuypmarkt te Amsterdam, later Het Broekenpaleis een eigen zaak in Krommenie en Zaandam. Piet Kruiver speelde 22 interlands en scoorde 12 keer. Naast Piet waren er nog twee andere Koogers die ook in het Nederlands elftal hebben gespeeld zoals Jaap Mol en Piet de Boer. De vitaal ogende Piet Kruiver overleed na een ernstige ziekte op 18 maart 1989 te Amsterdam op 51 jarige leeftijd.
Semiprofessioneel voetbal in de Zaanstreek
Al bij het begin van het profvoetbal in Nederland in 1955, was er sprake van dat ZFC en KFC samen één betaalde club zouden beginnen onder een nieuwe naam. De beide clubs zouden dan verder gaan als amateurs.” Dat is er toen niet van gekomen.
De clubs gingen onafhankelijk van elkaar het betaald-voetbalavontuur aan. Een prominente rol speelden zij uiteindelijk niet. ZFC en KFC speelden afwisselend in de tweede en de eerste divisie. Het dichtst bij promotie naar de eredivisie was KFC in 1960/1961, maar De Volewijckers uit Amsterdam-Noord bleef de Koogse club één punt voor in de 1e divisie A. Zo kon het niet langer vonden de bestuurders en in 1960 werd er voor het eerst over een fusie gesproken. De leden van KFC waren echter tegen. In 1964 werd een nieuwe poging ondernomen om tot één Zaanse profclub te komen. Dat was op initiatief van Klaas Molenaar die 18 jaar gevoetbald heeft in KFC en zijn broer Cees Molenaar.
Zowel KFC als ZFC benoemde met instemming van de ledenvergaderingen een commissie en brachten een positief advies uit maar uiteindelijk trok ZFC de stekker er alsnog uit. Dat betekende het begin van het einde van het betaald voetbal in de Zaanstreek. Je zou op enige afstand kunnen denken dat er toch wel plaats moest zijn voor één ‘gesponsorde’ profclub gezien de grote Zaanse bedrijven als Cacao de Zaan, Honig, Albert Heijn, Verkade of Wessanen. De gebroeders Molenaar ondernamen het initiatief en nemen voor 120.000 gulden de proflicentie van KFC over en de vereniging daalde af naar de amateurs.
Fusieclub FC Zaanstreek
FC Zaanstreek werd de naam van de nieuwe profclub en zij trokken een aantal bekende voetballers aan. Kort privé filmpje uit 7 februari 1965 van FC Zaanstreek – Cambuur: 0-0. Onder hen verschillende spelers die eigenlijk een beetje aan het eind van hun carrière zijn. Zoals de Ajaxieden Piet Ouderland, Hennie Schipper, Cees Smit, Jan van Veen en Cees Groot. FC Zaanstreek begon het seizoen 1964-1965 in de tweede divisie A, waar ook ZFC speelde. In het tweede jaar 1965/1966 van haar bestaan promoveerde Zaanstreek naar de 1e divisie en eindigde in het nieuwe seizoen, op de negende plaats. Wat er daarna gebeurde, is verrassend.
Bestuursleden van Alkmaar ’54 kwamen bij FC Zaanstreek op bezoek. Ze wilden de Zaanse aanvaller Wim de Jager overnemen, in ruil voor vier Alkmaar-spelers. In plaats daarvan vroeg Klaas Molenaar 100.000 gulden voor hem. Dat geld had Alkmaar’54 niet want het verkeerde net als FC Zaanstreek in geldnood. De besprekingen kregen daarna een ander verloop: Alkmaar en FC Zaanstreek fuseerden. Klaas Molenaar zag economische kansen om Wastora uit te breiden met een tweede zaak nu in Alkmaar. Een fusie van FC Zaanstreek met Alkmaar’54 paste goed in dat plan.
Einde aan semiprofessioneel voetbal in de Zaanstreek
Het opvallende is dat Alkmaar uiteindelijk dus alle spelers van FC Zaanstreek voor niks heeft gekregen. Een zakelijke handigheid van Klaas ? Alkmaar/Zaanstreek, voor het gemak AZ genoemd, is een feit. De club ging spelen in Alkmaar. ZFC bleef als enige betaalde club over, tot het in 1971 werd weggesaneerd door de KNVB en naar de amateurs afdaalt.
Zestien jaar lang is in de Zaanstreek betaald voetbal gespeeld. KFC uit Koog aan de Zaan en ZFC uit Zaandam waren te klein om afzonderlijk te overleven, maar kinnesinne en achterdocht stond een fusie tussen de clubs in de weg. Zaans filmer en cameraman Jaap van Willigen heeft ter ere van het honderdjarig bestaan in 2010 een indrukwekkende documentaire gemaakt over de voetbalclub. Een fragment uit de jubileum documentaire: 100 jaar Kooger Football Club