USV Elinkwijk is ontstaan op de werkvloer.
Op 20 juni 1919 werd in het schaftlokaal van Werkspoor de Athletiek- en Voetbalvereniging Elinckwijk opgericht. Bijna alle leden woonden in het buurtschap Elinckwijk, gemeente Zuilen onder de rook van Utrecht. Dit buurtschap is volgens historici vernoemd naar de grondeigenaar Mr. W.A. Elinck Schuurman.
De woonwijk werd rond 1927 gebouwd ten behoeve van het hogere personeel van de Staalgieterij Demka en Werkspoor. De vanuit Wagon- en Bruggenfabriek Werkspoor ontstane v.v. Elinkwijk kon het gebied voor een gunstige prijs overnemen van Mr. W.H.A. Elinck Schuurman.
Vanuit de regionale bond naar de landelijke competitie.
In 1930 maakt vv Elinckwijk de overstap van de Utrechtse bond de UPVB naar de landelijke NVB en heeft het direct succes. In het seizoen 1930/1931 wordt Elinkwijk kampioen van de 4e klasse West. Het sluit zich in de 3e klasse aan bij een aantal Utrechtse verenigingen waaronder: UVV, Holland en DOS.
Verlost van de bijnaam: De Eeuwige Tweede.
Nadat de club tot driemaal de titel aan resp. Vriendenschaar uit Culemborg, SV Baarn en HVC uit Amersfoort moest laten was het in het seizoen 1938/1939 eindelijk raak. Het kampioenschap van de 3e klasse werd uitbundig gevierd in het Vechtse dorp Zuilen waar de naam Elinckwijk inmiddels veranderd was in Elinkwijk.
1940/1945: Voetballen tijdens de 2e wereldoorlog.
Ook in de tweede wereldoorlog werd er gevoetbald in Nederland. Weliswaar in een aangepaste vorm maar voldoende om te zorgen voor enige ontspanning. De KNVB had daarin geen vrije keuze maar werd door de Duitse bezetter verplicht de competitie ook voor de onderbonden ,religieus of niet, te organiseren. Het leven moest zo ‘normaal’ mogelijk zijn. Het voetbal was tijdens de bezetting zelfs populairder dan ooit in Nederland, gelet op het aantal toeschouwers. De behoefte aan ontspanning en om elkaar te ontmoeten ligt als reden voor de hand.
In het eerste oorlogsjaar seizoen 1940/1941 werd Elinkwijk, met ruime voorsprong op het Utrechtse HMS, kampioen van de 3e klasse. In een promotie duel tegen het Amsterdamse De Volewijckers wist de selectie niet nog een keer te pieken en miste het de kers op de taart. Langzaam maar wel overwogen werd de Duitse wreedheid zichtbaar.
Joden moesten ook geweerd worden uit bestuurlijke functies. NSB’ers drongen zich op binnen de verenigingen om toe te zien op naleving van de Duitse verordening. In 1942 werden de regels verder aangescherpt door het in het openbaar verplicht dragen van de Jodenster. Het voetbal werd verder getroffen wanneer jongemannen naar Duitsland werden gestuurd voor de Arbeidseinsatz. Velen doken onder maar sommigen werden door razzia’s rondom het stadion aangehouden. Een aantal wedstrijden gingen niet door, omdat clubs een spelerstekort hadden of omdat de toegewezen scheidsrechter joods was.
Het voetbalsucces zet door.
In de periode 1941/1942 werd de Zuilense formatie opnieuw kampioen. De kansen in de nacompetitie voor de selectie werden in de Utrechtse courant van 9 mei gewikt en gewogen.
Het was een juiste inschatting want op zondag 21 juni werd de beslissingswedstrijd gespeeld tussen TOG en Elinkwijk in Amsterdam. De Zuilense ploeg speelt extra defensief want het heeft aan een gelijk spel genoeg om te promoveren. Na tien minuten wist Blom in een tegenaanval Loggen te bereiken 0-1. Nog voor de rust werd het 0-2 na een voorzet van Jansen op Vonk. Nadat TOG in een alles of niets via Karssemeijer op 1-2 kwam werden de zenuwen op de proef gesteld. Met veel opruimwerk in de weg is weg motto haalde Elinkwijk de finish en de 2e klasse.
Twee jaar lang wist de club zich makkelijk in de bovenste helft te handhaven. In het laatste oorlogsjaar werd, begrijpelijker wijs, geen competitie gespeeld. Deels door de toegenomen oorlogsspanning, er werden veel razzia’s gehouden, maar ook door de beruchte hongerwinter. Vele landgenoten zijn slachtoffer geworden van Duitse wreedheden. Vele verenigingen verliezen joodse clubgenoten met name in Amsterdam waar verhoudingsgewijs de meeste joodse families wonen. Bijvoorbeeld bij de Amsterdamse vereniging WV-AEDW waar bij elkaar 236 omgekomen voetballers worden genoemd. Sporthistoricus Jurryt van Vooren doet onderzoek naar oorlogsslachtoffers bij voetbalverenigingen. Op de website Voetbalmonument.nl zijn de persoonsnamen te herleiden naar o.a. Elinkwijk.
Elinkwijk behoort tot de vaderlandse top.
De eerste mijlpaal is op 14 mei 1951 op de tweede pinksterdag. Het is het slotstuk en de apotheose van het seizoen 1950/1951. Voor 17.000 toeschouwers gaat HVC met 3-2 voor de bijl waardoor Elinkwijk 1e klasser wordt. Elinkwijk behoort nu tot de Nederlandse top. In 1952 verhuist de club naar het Theo Thijssenplein en neemt de overdekte tribune over van AGOVV uit Apeldoorn. Het is ook het jaar dat de 16 jarige Reinier Kreijermaat zich bij de selectie voegt.
1954: Nederland heeft twee betaaldvoetbal organisaties.
Op het bondsbureau in Zeist rommelt het. In Frankrijk, Spanje, Italië en Engeland worden voetballers allang betaald in tegenstelling tot de behoudende opvatting van de KNVB. Op straffe van schorsing werden elders spelende profvoetballers bestraft. Maar de druk werd groter en groter. In 1953 wordt de NBVB opgericht. Zij starten een zogenoemde ‘wilde’ competitie waarbij spelers als semiprof werden betaald. Het was een weinig overzichtelijke situatie want naast de NBVB met 10 spontaan opgerichte profclubs begon ook de KNVB, hals over kop, met een betaalde competitie. De conservatieve KNVB, die het betalen van spelers jaren tegen heeft gehouden moest in overleg met de ‘wilde’ bond om greep te houden op het voetbal in Nederland.
Een oriënterend gesprek tussen vertegenwoordigers van beide bonden leidde tot onderhandelingen. Op 7 november 1954 werd er een akkoord bereikt die door de leden van de NBVB en de KNVB werden bekrachtigd. De overeenkomst werd op 25 november 1954 ondertekend en de beide competities werden stilgelegd. In november 1954 nam Elinkwijk na overleg met de kortstondige profclub Utrecht haar proflicentie over. Utrecht NV opgericht in 1953 was in een opwelling ontstaan.
1954: Start eerste officiële semi-profcompetitie.
Op 28 november 1954 werd onder de KNVB paraplu de eerste profcompetitie gestart. Alle 56 verenigingen met een proflicentie werden willekeurig verdeeld over vier 1e klassen. Elinkwijk startte in het seizoen 1954/1955 in de 1e klasse B en eindigde in de middenmoot. De eerste wedstrijd is uit in Tilburg tegen Willem II. De tricolores waren voor rust veruit de betere en verdienden de 3-0 voorsprong. Na de pauze veerde Elinkwijk op en ontstond er een gelijkwaardige wedstrijd. Elinkwijk speelden met tien spelers uit de Utrecht NV boedel en alleen Vonk uit de eigen selectie. Het werd 3-1 door Vonk en via een penalty van Peperzak, na een handsbal, 3-2. Een open strijd werd het met over en weer kansen. Uiteindelijk waren het toch de Tilburgers die verdiend de punten namen.
Eerste betaaldvoetbal kampioenschap is een feit.
In het seizoen 1955/1956 werd de vereniging kampioen in één van de vier afdelingen de Hoofdklasse B. In de allerlaatste wedstrijd op zondag 10 juni moest het Dordtse DFC worden bestreden. Elinkwijk moest winnen om de titel te kunnen binnenhalen en DFC om behoud van de Hoofdklasse. Zij pasten een dubbele stopper-taktiek toe maar daar was kennelijk onvoldoende op getraind want na 15 minuten stond Elinkwijk met 2-0 voor. Een combinatie van De Jongh en Huntink werd besloten met een machtig schot van laatst genoemde. Na een solo van De Jongh langs meerdere verdedigers is het voor Westers eenvoudig het laatste tikje te geven. DFC liet nu haar taktiek los en het was Schaap die na de pauze 2-1 scoorde na een van richting veranderd schot. Het werd nog even spannend maar vijf minuten voor het einde maakte De Jongh na opnieuw een combinatie met Huntink de bevrijdende 3-1. De blauw witte vlag kon in top en het feest kan beginnen voor de vele supporters.
Nacompetitie om het Nederlands kampioenschap
In de nacompetitie om het algeheel Nederlands kampioenschap met Sparta, Rapid JC en NAC eindigde Elinkwijk als derde. Achteraf is de voorlaatste wedstrijd in de kampioenscompetitie heel belangrijk geweest. Het is zondag 4 juli 1956 als de Blauw-Witten op bezoek gaan in Breda bij NAC. Elinkwijk wist dat het moeilijk zou worden want in de thuiswedstrijd was er met 2-3 verloren.
Icoon Piet Kraak: Doelman, caféhouder en politieagent
Naast Humprey Mijnals is de van Stormvogels uit IJmuiden overgekomen doelman Piet Kraak de enige die uitkomend voor Elinkwijk het Nederlands elftal haalden. Dat gebeurde in de november 1959 thuis tegen Noorwegen die met 7-1 werd gewonnen. Piet was 38 jaar waarin hij tevens zijn laatste interland keepte. Kraak was hiermee lange tijd de oudste speler ooit in Oranje. Hij keepte van 1954 tot 1959 voor de Zuilense formatie. In 1956 besloot hij te stoppen om zich als hotelhouder te vestigen in Zierikzee. In oktober een half jaar later keerde Kraak echter weer terug tussen de palen bij Elinkwijk. Na zijn voetbalcarrière was hij actief als trainer in Denemarken en in Nederland bij onder andere Velox. Hij overleed op 28 april 1964 op 63-jarige leeftijd in Kopenhagen, nadat hij na een hersenbloeding ruim twee jaar in coma had gelegen.
De verdediging is zo lek als een mandje
Op grond van het kampioenschap werd Elinkwijk voor het seizoen 1956/1957 ingedeeld in de nieuw gevormde eredivisie. Daar vielen de prestaties behoorlijk tegen en met een zestiende plek wist Elinkwijk nipt degradatie te voorkomen. Vooral de enorme thuisnederlagen tegen DOS, SC Enschede, GVAV en PSV hakten er behoorlijk in. Met 87 doelpunten tegen is het duidelijk waar het lek zit. Buitengewoon triest is het overlijden tijdens een wedstrijd van de vader van speler Onink.
Niet naar boven maar naar beneden kijken.
Vanaf het kampioenschap van 1956 is het kommer en kwel. De Zuilense selectie blijkt niet die kwaliteit te hebben om een rol te kunnen spelen. Jaar naar jaar hangt het team in de touwen maar de knock-out blijft uit. Op 1 mei 1960, zie de historische voetbal beelden, verliest USV Elinkwijk thuis van Fortuna ’54 met 2-4. Scoreverloop: Jacques Westphaal (1-0), Peter Benen (1-1), Evert-Jan Vonk (2-1, strafschop), Anton Kohn (2-2), Henk Angenent (2-3), Anton Kohn (2-4).
Het ging dat seizoen 1959/1960 nog slechter dan beroerd. Daardoor moet de Zuilense vereniging op Hemelvaartsdag 27 mei 1960 een degradatiewedstrijd spelen tegen Blauw-Wit. De volgende dag stond in het Haarlemsdagblad het volgende verslag.
Na vijf jaar weer terug in de eredivisie.
Elinkwijk kon het degradatiespook een jaar in de ijskast stoppen maar in het seizoen 1960/61, gaat het dan toch mis, alle ervaring ten spijt. eredivisionist Elinkwijk en 1e divisionist Volewijckers gaan op voor twee promotie/degradatiewedstrijden. In het Olympisch Stadion, voor 35.000 toeschouwers winnen de Amsterdammers met 4-3. In de return komt de Zuilense selectie met 4-1 voor te staan maar een dramatische slotfase volgt. Het wordt 4-4 en het lot is bezegeld, Elinkwijk degradeert.
Drie jaar later is er de wederopstanding een feest waard in Zuilen. Elinkwijk werd in 1964/1965 kampioen van de 1e divisie en promoveert naar de eredivisie. Het seizoen 1965/1966 was opnieuw een martelgang en alles leek erop dat de poort naar de 1e divisie weer open stond. Het was echter Ajax wat een stevige hand toestak en de Elinkwijkers aan een belangrijk punt hielp. “We spreken over een verdachte situatie” aldus spits Hennie van Egmond vele jaren later. Ajax inmiddels al kampioen stond met 0-3 voor. Maar Ajax ziet liever MVV en Heracles degraderen i.v.m. de afstand. “Tonnie Pronk zette zijn benen wijd uit elkaar zodat je er haast doorheen kon kruipen. Piet Keizer tikte mij op de schouder. Of ik nog van plan was om te scoren anders zou hij zelf in actie komen. Doelman Gert Bals heeft ons zeker geholpen door over de makkelijkste ballen te duikelen.” Eindstand 3-3 en Elinkwijk is gematst. In dat seizoen stond cineast Cees Berkelaar achter het doel van Elinkwijk. Het is de wedstrijd in het Olympisch Stadion te Amsterdam DWS – Elinkwijk eindstand 2-0. De vermoedelijke doelman is Nico de Bree die twee minuten in beeld is. Na nog een seizoen 1966/1967 in de eredivisie werd het in 1967/1968 dan toch weer een stapje lager en zo bleef het een komen en gaan.
DOS, Elinkwijk, Velox en de fusieperikelen.
Sinds de invoering van het betaaldvoetbal in Nederland waren er drie profclubs in Utrecht actief: DOS, Elinkwijk en Velox. DOS speelde continue op het hoogste niveau en werd landskampioen in 1958. Elinkwijk wisselde seizoenen in de kelder van de Eredivisie af met seizoenen in de top van de 1e divisie en Velox speelde lager. Vanwege de beroerde financiële situatie, van de clubs DOS en Elinkwijk, zijn er in 1964 plannen voor een fusie die uiteindelijk niet doorgaat. Tijdens de ledenvergaderingen werd het voorstel bij Elinkwijk en Velox met grote meerderheid van stemmen verworpen.
Café Elinkwijk : De verhalen leven voort
In café Elinkwijk aan de Amsterdamsestraatweg mijmeren de bezoekers en oud-spelers aan de bar over de gloriejaren van hun club. Daar waar ooit het biljartlaken blauw was en de muren waren opgesierd met foto’s, vaantjes en shirts waait nu een andere wind maar leven de verhalen voort.
Uit een reportage van het AD: Café Elinkwijk ademde voetbal. Maar sinds Anita Geerdink (58) acht jaar geleden de zaak overnam, is de bezem er doorheen gehaald. ,,Ik heb gewoon niet zoveel met voetbal. Dus de meeste souvenirs heb ik weggehaald. Nu hangt er nog één shirt.” Dat betekent niet dat het blauw-witte Elinkwijkgevoel uit het café is verdwenen. ,,O nee, zeker niet”, zegt Geerdink. ,,Aan de bar wordt nog steeds over Elinkwijk gesproken. Het verbindt de mensen nog steeds. Iedereen heeft een mening over de club.” Over de roemruchte prestaties uit het verleden wordt in het café steeds minder gepraat. ,,De laatste jaren zijn veel oude stamgasten overleden. Daar komt gelukkig wel een nieuwe generatie voor terug, maar die heeft een andere blik. Ze zijn nog steeds trots op Elinkwijk, maar leven veel meer in het heden.” Een videoreportage van het Algemeen dagblad uit 2019
Clubicoon Beertje Kreijermaat: Debuut op 15 jarige leeftijd.
Reinier Kreijermaat is op 25 april 1935 geboren in de Huetlaan in Zuilen, in de wijk Elinkwijk. Hij vertelt: “Iedereen die iets met voetballen had ging naar de voetbalclub Elinkwijk aan de Amsterdamsestraatweg. Het kleine, deels historische Zuilen ligt geklemd tussen de Vecht en het Amsterdam-Rijn kanaal en valt sinds de 20e eeuw binnen de Utrechtse stadsgrens.
” Na schooltijd kregen we van terreinknecht Piet Smit een oud leren vijfje om, mee te goal kicken op een bijveld. Ik viel kennelijk op. Je mocht officieel pas lid worden op je 12e,, maar ik mocht al op 11 jarige leeftijd wedstrijden spelen bij de aspiranten. Ik vocht al duels uit met Tonny van de Linden die toen bij Voorwaarts speelde.” Elinkwijk was in 1948 gepromoveerd naar de hoogste landelijke klasse. Markante spelers van het eerste team als Gerard Hol en Jan Vonk letten sterk op de ontwikkeling van jeugdspelers. Kreijermaat is pas 15 jaar als hij zijn eerste competitiewedstrijd speelt. In een uitwedstrijd tegen landskampioen Heerenveen van Abe Lenstra scoorde debutant Kreijermaat als midvoor twee doelpunten.
Het nietige Elinkwijk wint met 0-3. Krantenkoppen uit die tijd spreken van een sensatie. “Elinkwijk was een echte buurtclub. Bij belangrijke wedstrijden als de derby tegen DOS en tegen Feyenoord en Ajax werd er een houten tribune bijgebouwd zodat er 17.000 toeschouwers konden komen. Spelers moesten zich omkleden in een tochtige houten kleedkamer zonder warm water. We waren eigenlijk amateur en moesten alle voetbalspullen zelf kopen. Op mijn 18e kreeg ik voor het eerst nieuwe voetbalschoenen. Mijn vader vond dat ik het eerst moest waarmaken.” Kreijermaat speelde op allerlei plaatsen in het team. “Ik moest tegen Ajax uit zelfs als keeper invallen toen onze doelman Piet Kraak met een blessure uitviel. We stonden 0-0 toen we een penalty kregen.
“Ik nam hem als ingevallen keeper tegen de Ajax international Eddie Pieters Graafland en scoorde 0-1. Lang kon ik vervolgens een bombardement van Ajax aanvallen pareren tot ik vlak voor tijd uitgleed en Ajax gelijk maakte. Ik had zoveel indruk gemaakt dat ik nog vier wedstrijden in het doel stond. Elinkwijk was een hechte vriendenploeg en speler Jan Vonk, die ook jeugdtrainer was, was erg belangrijk voor mij. Hij wilde dat ik voor elke wedstrijd op zondagochtend om negen uur bij hem thuis kwam om me op de wedstrijd voor te bereiden. Daarvoor moest ik nog wel van mijn moeder naar de kerk.” Kreijermaat is altijd semiprof geweest. Werkte overdag fulltime als automonteur bij de PUEM. Kreeg soms een paar uur eerder vrij van zijn chef Van Doorn als er een belangrijke wedstrijd gespeeld moest worden. Met wedstrijdpremies kon hij zo’n 7000 gulden per jaar bijverdienen.
Elinkwijk had een talentvol team dat in 1956 gewestelijk kampioen werd en play-offs moest spelen om het landskampioenschap. Dat jaar werd Roda JC landskampioen. Voetbalverslaggever Bert Corporaal gaf hem vanwege zijn gedrongen stevige postuur gecombineerd met zijn stugge hoekige wijze van voetballen de bijnaam ‘Beertje’ na een met 3-0 gewonnen wedstrijd tegen PSV. Ook zijn karakteristieke blok tackel maakte grote indruk. Kreijermaat ‘speelde als een beer’ was de krantenkop.
Sportjournalist Jean Nelissen raadt Kreijermaat in 1959 aan naar een topclub te gaan om zich verder te ontwikkelen. Het wordt Feyenoord dat een zeer technisch team had met Moulijn, Schouten e.d. Een harde werker op het middenveld ontbrak. 2 maal speelt Reinier in het Oranje. Bij Feyenoord werd ook voor de Europacup gespeeld. Legendarisch is de halve finale in 1963 tegen Benfica in Lissabon met grote namen als Eusebio, Coluna, Simoes en doelman Costa Pereira. Een beenbreuk’ in de wedstrijd Feijenoord – Sittardia 2-1 ‘maakt in 1964 een einde aan zijn loopbaan als topvoetballer. Na drie jaar inspannende revalidatie, met een bijkomende infectie, wordt hij in 1967 weer in het eerste team opgesteld. Twee minuten voor de wedstrijd wordt hij echter door de dokter naar de kant gehaald omdat de wond niet genezen zou zijn. Dit is een enorme emotionele knak.
Hij voetbalt daarna nog wel als amateur en werkt tot zijn pensioen bij het RET als chef dagelijkse indeling van bus en trampersoneel. Ook haalt hij op zijn 50e jaar nog het diploma Oefenmeester 1 en is vele jaren trainer van een jeugdelftal. Kreijermaat: “Met dankbaarheid denk ik nog steeds terug op mijn leerschool bij Elinkwijk en gelukkig heb ik nog steeds veel contact met oud spelers”. Bron: De Oud- Utrechter van 28 december 2010. Reinier Kreijermaat is op 22 januari 2018 te Barendrecht overleden. Een korte terugblik op zijn carrière is in Feijenoord beelden gevangen.
Clubicoon Humphrey Mijnals: Een elegante verdediger.
Humphrey Mijnals is geboren op 21 december 1930 in het bauxietstadje Moengo in het Marowijne district Moengo in Suriname. Aanvankelijk voetbalde hij bij SV Robin Hood waarmee hij van 1953 tot 1956 kampioen werd van zijn geboorte land. Na een uitstapje in Brazilië waagde Humphrey in het najaar van 1956 de oversteek naar Nederland. Een zekere dominee Graafland trad op als tussenpersoon tussen Elinkwijk en diens Surinaamse club Robin Hood. Inmiddels had hij er al meer dan veertig interlands opzitten voor Suriname, waar hij als de grootste voetballer uit de geschiedenis van zijn land word beschouwd.
Volgens het boek “Het Surinaamse legioen” van Studio Sportpresentator Humberto Tan kreeg Mijnals voor zijn overkomst 15.000 gulden “tekengeld”, terwijl zijn club een transfersom van 3000 gulden ontving. Mijnals speelde nog een afscheidswedstrijd en kwam daarna met de boot naar Nederland na een reis van zestien dagen. Zijn in Leiden wonende zus haalde hem af, en Elinkwijk bezorgde hem een kosthuis. De trainer van de Utrechtse club dacht dat Mijnals een aanvaller was en zette hem in de eerste competitiewedstrijd, op 25 november 1956 tegen Sparta, in de voorhoede. Dat leverde weinig resultaat op (Elinkwijk verloor met 3-0), en Mijnals werd direct geconfronteerd met de ware aard van het Nederlandse voetbal uit de vijftiger jaren. Sparta-middenvelder Hans de Koning schopte hem uit de wedstrijd. Op de brancard hoorde Mijnals een supporter roepen: “Plak hem een postzegel van 15 cent op zijn kont en stuur hem terug.”
Thuis op Zuilen spelen Elinkwijk en Blauw-Wit op 9 november 1958 in aanwezigheid van de Surinaamse minister president dhr Emanuels een competitiewedstrijd. Deze match eindigt in een 3-0 overwinning voor Elinkwijk. De historische Polygoon beelden werden vertoont in het bioscoopjournaal met commentaar van Philip Bloemendaal. In latere jaren kreeg Mijnals ook met racistische taal te maken, uit de mond van Nederlands meest legendarische voetballer, Abe Lenstra. “Vuile vieze zwarte, ga terug naar je land,” riep de Fries een keer gefrustreerd naar Mijnals.
Maar over het algemeen klaagt gentlemen Mijnals er niet over. Hij voelde zich bij Elinkwijk steeds beter op zijn gemak, vooral omdat een aantal Surinaamse voetbalvrienden de Utrechtse club kwam versterken. Mijnals’ broer Frank bijvoorbeeld, en de grillige, razendsnelle spits Michel Kruin, die Mijnals’ boezemvriend was. Verder nam Elinkwijk ook nog Charlie Marbach onder contract en later Erwin Sparendam, die tot één van de beste Nederlandse verdedigers uitgroeide. Zij allen werden ook wel klavertje vijf genoemd. Mijnals zelf manifesteerde zich als Elinkwijk’s wekelijkse uitblinker. De club had een vaste plaats in de onderste regionen van de eredivisie en juist daardoor kreeg Mijnals volop de kans als verdediger uit te blinken. Volgens de geldende regels kwam hij vooralsnog niet in aanmerking voor een plaats in het Nederlands elftal: omdat hij voor Suriname was uitgekomen, moest er drie jaar verstrijken voor hij het Oranjeshirt mocht dragen.
In de lente van 1960 stond niet iedereen achter de beslissing van bondscoach Elek Schwartz om de toen al dertigjarige Mijnals als stopperspil tegen Bulgarije op te stellen. Schwartz was van mening dat de vorm van aanvoerder Cor van der Hart te wensen over liet. De gezaghebbende hoofdredacteur Kick Geudeker van het maandagochtendblad Sport & Sportwereld had zelfs scherpe kritiek op de keuze voor Mijnals, die wel als een zeer atletische en acrobatische spil te boek stond, maar aan wiens rust- en leidinggevende kwaliteiten in het hart van de verdediging werd getwijfeld. Het was ook de eerste keer dat het tot dan toe altijd ‘ witte Oranje’ een tintje kreeg door de inbreng van Mijnals. Hij verdiende zijn uitverkiezing door bij Elinkwijk, met Thim van der Laan als coach, wekelijks tot de uitblinkers te horen.
In het voorjaar van 1960 was het zover, en de interland tegen Bulgarije verliep voorspoedig. De wedstrijd was uitverkocht, en een groot deel van de Surinaams gemeenschap in Nederland bevolkte de tribunes. De supportersvereniging van Elinkwijk zette 32 bussen in om de aanhangers naar het Olympisch Stadion te brengen.
Toen Nederland met 4-2 had gewonnen werd Mijnals door zijn supporters van het veld gedragen, alsof hij persoonlijk de wereldbeker had gewonnen. De symboliek van die beelden, waarvoor voetballiefhebbers destijds massaal naar de bioscoop gingen, is overduidelijk: met de toegevoegde waarde van de Zuid-Amerikaanse artisticiteit, die later het Nederlands voetbal in de buurt van de wereldtop zou brengen, bleek die 3e april 1960 voor het eerst. Op die lentedag ging achteraf alle aandacht uit naar dat ene spectaculaire moment van Mijnals, toen hij vriend en vijand versteld deed staan met een acrobatische, achterwaarts omhaal in zijn eigen strafschopgebied.
Ook doelman Frans de Munck, destijds al 37 jaar oud, wist niet wat hij zag gebeuren. Het leverde dat jaar één van de meest iconische sportfoto’s op. Begin jaren zestig werden interlands van Oranje nog niet rechtstreeks op de tv uitgezonden. De fans moesten zich behelpen met enkele flitsen in het bioscoopjournaal, die veel later te zien waren. ‘Journalist Ad van Liempt’ was destijds zeventien jaar oud en luisterde thuis naar de radio waarop het verslag van minuut tot minuut te horen was, met in de pauze een gezongen terugblik door Jan de Cler. De huisarts en cabaretier maakte voor die gelegenheid steevast een liedje, met ‘Hup Holland Hup’ als refrein, waarbij de hoogtepunten van beide speelhelften werden bezongen”.
Hoe anders was het bij zijn debuut in de strenge winter van 1957 toen hij bij de Zuilense club voor het eerst speelde in de thuiswedstrijd tegen Sparta. Humphrey had een lange onderbroek aan, was gewapend met ferme handschoenen en droeg een petje zoals schaatser Kees Verkerk die destijds droeg. Dat allemaal om zich te wapenen tegen de snijdende kou die Mijnals in Suriname nooit had meegemaakt. Bovendien was het veld bevroren en de tegenstander speelde grimmig. Het begon dus weinig bemoedigend voor de Surinamer maar na dat mislukte debuut bij Elinkwijk kwam er steeds meer bewondering voor de atletische verdediger die af en toe zelfs Braziliaanse trekjes in zijn spel durfde te leggen.
Wim de Jongh (89) herinnert zich de eerste trainingen met Humphrey Mijnals nog al te goed. “Ik was destijds nogal snel en maakte gemakkelijk goals. Hij probeerde vaak op een atletische manier om de bal af te pakken maar dat lukte hem niet altijd. We hebben hem toen duidelijk gemaakt dat mooi voetbal niet altijd kan en dat hij met iets soberder verdedigen beter uit de verf zou komen. Nou, dat heeft geholpen. Humphrey heeft het niet voor niets tot het Nederlands elftal gebracht.’ De Jongh was blij met de Surinaamse inbreng van destijds. ‘Humphrey en broer Frank Mijnals, Michel Kruin en later Erwin Sparendam bracht een extra soort voetbal op Zuilen waardoor er een enorme belangstelling voor onze thuiswedstrijden ontstond. Zelf heb ik er ook de mooiste tijd van mijn voetballoopbaan beleefd.’ Humphrey Mijnals speelde tot 1962 voor Elinkwijk. Hij bouwde zijn loopbaan af met een aantal jaren bij DOS, HVV ’t Gooi en SC Gooiland.
Na bericht: Op 27 juli 2019 is Humphrey Mijnals overleden. Minna zoals zijn bijnaam luidde is bekend van een spectaculaire omhaal in een wedstrijd van Oranje waardoor hij een doelpunt wist te voorkomen. Na zijn voetballoopbaan werd hij trainer van Faja Lobi/KDS en had Mijnals een eigen tabakswinkel en ook vervulde hij een administratieve functie bij de voormalige uitkeringsinstantie Detam. Zijn vrouw Marianne verteld ” Je kon niet om hem heen, hij was flamboyant en erg aanwezig”. Zijn dochter Carmelita, één van de zes kinderen uit zijn eerste huwelijk , noemt hem een strenge vader. “Maar hij was heel trots op ons en op wat hij had bereikt als voetballer “. Minna is 88 jaar geworden.
De hobbelige weg naar de samenvoeging.
Eind 60e jaren was DOS drie jaar op rij aan degradatie ontsnapt en bijna failliet. Een cynische opmerking uit die tijd was: “De club kan niks, zelfs niet degraderen.” Ook Elinkwijk en Velox ging het financieel niet voor de wind en de gemeente haalde de oude fusieplannen weer van stal. Zo dacht de gemeente profvoetbal op hoog niveau in Utrecht te kunnen blijven garanderen. DOS was voorstander van de fusie, want een faillissement zou zo voorkomen kunnen worden. Bij Velox en Elinkwijk werden de fusieplannen minder positief ervaren. Bij Elinkwijk leefde onder meer het sentiment, dat de vereniging uit het zelfstandige dorpse gemeente Zuilen afkomstig is en niet uit het stadse Utrecht.
Op 15 juni 1970 worden de voorzitters van de clubs het met elkaar eens en op 18 juni gaat de gemeenteraad akkoord en de fusie is een feit en FC Utrecht is geboren. Elinkwijk droeg aan het einde van 1969/1970 haar proflicentie over. Op zondag 31 mei wordt de laatste wedstrijd in de competitie gespeeld. Uit in Rotterdam is de affiche Excelsior– Elinkwijk 3-1. Laatste profdoelpunt voor Elinkwijk is van de voet van Dick Teunissen.