De eerste profwedstrijd in Nederland werd op 14 augustus 1954 gespeeld op het Gemeentelijk Sportpark van Alkmaar. De clubs speelden onder de vlag van de NBVB een pas opgerichte voetbalorganisatie ook wel “wilde bond” genoemd. Het vriendschappelijke duel tussen Alkmaar en Venlo was met een 3-0 winst voor de thuisploeg een voorproefje voor een competitie van tien clubs. Het Alkmaar elftal bestond uit:
Eerste doelpunt in het betaald voetbal.
Het Gemeentelijk Sportpark (de drafbaan) in Alkmaar zat met 13.000 toeschouwers bomvol. De bezoekers betaalden twee gulden voor een tribunekaartje en wie tweede rang zat, hoefde maar een gulden neer te leggen. De supporters waren afgekomen op dat wat in de ons omringende landen al heel gewoon was namelijk betaaldvoetbal. De wedstrijd zelf was een matte vertoning, in tegenstelling tot het feest erna. De stad Alkmaar bestond 700 jaar en kreeg deze wedstrijd in de schoot geworpen. De teams van Alkmaar en Venlo begonnen om zes uur ’s avonds. Henk van der Sluis, midvoor van Alkmaar, bracht de bal aan het rollen door een zijwaarts tikje op linksbinnen Klaas Smit. Hij maakte kort na rust het eerste doelpunt bij de profs.
Klaas Smit werd dank zij die goal beroemd en zijn treffer staat voor eeuwig in de boeken als de allereerste in het betaald voetbal. Grote man in deze wedstrijd was Alkmaar-doelman Gerard Snabilie. Een ranke, atletische in het zwart geklede keeper die gelijkenis vertoonde aan Frans de Munck . Gerard ‘de Zwarte Panter’ kwam pas laat en puur toevallig in het voetbal terecht gekomen. Hij dreef in Amsterdam een aantal textielwinkels toen het profvoetbal voorbij kwam. De overige doelpunten werden gemaakt door Henk v/d Sluis en wederom Klaas Smit. In feestend Alkmaar bleef het nog lang onrustig waar de Venlo-selectie pas de volgende ochtend in de trein stapte, terug naar Limburg.
1954: Start van de eerste Nederlandse profcompetitie.
Op 11 september 1954 speelt Alkmaar haar eerste prof-competitiewedstrijd uit tegen Den Haag en wint deze met 2-3. De NBVB was de initiatiefnemer en de tegenpool van de KNVB, die niets van betaald voetbal wilde weten. Zeist probeerde uit alle macht het professionalisme tegen te houden. Zo heeft de KNVB spelers en clubs gedreigd met uitsluiting en ook zouden de profspelers niet meer voor het Nederlands elftal mogen uitkomen. ‘De geest was echter uit de fles’. De toeschouwers kwamen massaal kijken en in het algemeen was men op de hand van het nieuwe geluid. Er waren al zoveel goeie spelers voor het geld, naar het buitenland vertrokken en nu was er de hoop dat zij terug zouden keren.
De tien clubs ontstonden spontaan gesteund door gefortuneerde geldschieters. Om mee te kunnen doen aan de competitie was veel geld nodig. Amateurclubs zagen met grote vrees dat haar beste spelers werden weg geronseld. In achterkamertjes of gewoon op straat werd gewapperd met geld en contracten. Alkmaar speelde aanvankelijk op het Gemeentelijk Sportcomplex. De NBVB startte de competitie om na 10 wedstrijddagen deze weer af te breken. Er waren inmiddels pogingen om de twee rivaliserende bonden aan tafel te krijgen.
28 november 1954: De KNVB en de NBVB sluiten vrede.
De KNVB, bang om haar monopolie positie op het voetbal te verliezen, kwam in het najaar van 1954 tot overeenstemming met de NBVB. Op 28 november 1954 ging de nieuwe competitie van start onder de vlag van de KNVB. De kranten waren kritisch en verweten de Zeister bond opportunistisch gedrag. Uitstaande schorsingen werden ongedaan gemaakt en de in het buitenland spelende Nederlandse profs waren weer welkom.
Het ontstaan van Alkmaar ’54
Veelal is het zo dat een amateurvereniging de basis is van waaruit er een betaald voetbalclub kan ontstaan. Bij Alkmaar ’54 was dat niet zo. Er was eerst de stichting Alkmaar met een eigen vermogen. Vervolgens werd er gezocht naar samenwerking met amateurs. Dit was de reden waarom Alcmaria Victrix en Alkmaarsche Boys een uitnodiging ontvingen om aan de tafel te komen zitten. Standpunten werden uitgewisseld waarbij besprekingen spoedig zouden worden voortgezet. Dit overleg kwam er echter niet want de Stichting Alkmaar liet niets meer van zich horen en liet de amateurclubs in verbijstering achter.
Toen ook bekend werd dat de Stichting Alkmaar intussen spelers ronselden zette dit zoveel kwaadbloed dat er geen grond meer was voor verder overleg. De beide clubs voelden zich gepasseerd en misbruikt. De eerste contracten werden in het diepste geheim gesloten en dit gebeurde niet zonder gevaar. Zo werd de betrapte onderhandelaar Ben Kabel agressief naar fotograaf Wil v.d. Leygraaf en hield een stoeptegel als dreigement boven het hoofd. De stichting Alkmaar ging echter onverdroten verder. Talentvolle spelers uit de omgeving werden met aantrekkelijke bonussen overgehaald.
Doelman Gerard Snabilie: ” We hadden één dag voor de eerste wedstrijd nog maar tien spelers en in paniek is toen een of andere bejaarde uit Oostenrijk gehaald om het elftal te completeren. Die speler was Franz Fuchs, een 39-jarige voormalige Oostenrijkse international die later nog trainer van Feyenoord zou worden “. Er werd door de Stichting aandelen uitgegeven om aan het benodigde kapitaal te komen. De gemeente Alkmaar voorzag de Stichting van voetbalvelden en een lichtinstallatie en een aantal gemeenteraadsleden namen plaats om toezicht te kunnen houden op de voorzieningen. Op 13 april 1954 was de oprichting van Alkmaar een feit en de naam veranderd in Alkmaar’54.
Het voetbalavontuur kan beginnen.
Tachtig clubs konden eind 1954 onder de vleugel van de KNVB aan het profavontuur beginnen. De spelers van Alkmaar ’54 verdienden 40 gulden per overwinning en eindigden het seizoen 1954/1955 op een vijfde plaats op gepaste afstand van kampioen PSV. Dit was voldoende voor promotie naar de hoofdklasse. In die hoofdklasse kwam Alkmaar in het seizoen 1955/1956 terecht in het rechter rijtje. Het kwam vier punten tekort om te promoveren naar de nieuw te vormen eredivisie. Een jaar later 1956/1957 finisht Alkmaar op een prachtige 2e plaats achter kampioen ADO. Veel meer dan positieve woorden en aandacht leverde deze fraaie plek niet op. Topscorer werd Piet Kaas met 27 doelpunten. Het seizoen 1957-1958 was middelmatig en eigenlijk vallen de resultaten vanaf de start tegen. Teleurstelling lag op vele clubgezichten te lezen maar er gloorde intussen hoop op betere tijden.
Een topseizoen voor Alkmaar ’54.
De competitie 1959/1960 zal tot en met het laatste speelweekend spannend blijven. De Alkmaarders moesten op de laatste wedstrijddag op bezoek bij directe concurrent DFC. Bij winst was het eerste kampioenschap in het bestaan binnen maar bij een gelijkspel was men afhankelijk van de derde gegadigde VSV. Op maandag 23 mei kopte Het Vrije Volk:
De kampioentitel in de 1e divisie is een feit en Alkmaar gaat voor de eerste keer spelen tegen de top van het vaderlandse voetbal in de eredivisie. Er werd afscheid genomen van succestrainer Karl Ludwig Veg die na twee seizoenen zijn carrière vervolgt bij de Scheveningen Holland Sport. Zijn opvolger wordt Piet de Wolf.
Is de Alkmaar ’54 selectie sterk genoeg voor de landelijke top ?
Een jaar later, seizoen 1960/1961, was de competitie zeer spannend tot de laatste weekend. Nu echter moest Alkmaar spelen voor lijfsbehoud in de eredivisie. Directe concurrenten waren, met nog vier wedstrijden te spelen, Fortuna ’54, Rapid JC en Elinkwijk. Voor NOAD was degradatie al een zekerheid. Het onderlinge verschil was slechts één enkele punt. In het pinksterweekend behaalde de ploeg in een dubbele speelronde goeie resultaten. Met nog twee duels te gaan stond de selectie boven de rode streep. In de voorlaatste speeldag ging het thuis echter mis.
Het elftal heeft het nu niet meer in eigen hand. In de laatste wedstrijd uit tegen Sparta moet Alkmaar winnen en Fortuna ’54 moet van DWS A verliezen. Op papier is de situatie ongunstig omdat Sparta ook nog speelt voor een Europese ticket en DWS ontspannen, alleen voor de winstpremie hoeft te spelen.
Uiteindelijk hebben de Alkmaarders verdienstelijk gedebuteerd op het aller hoogste niveau. Helaas zijn er teveel gelijke spelen geweest en zou er met ietsje meer geluk uit de twaalf remises een paar puntjes meer gehaald zijn. Het navolgende seizoen wordt nu opnieuw de 1e divisie.
Alkmaar ’54 zakt nog verder weg.
Dat het nog beroerder kon bleek een jaar later in het seizoen 1961/1962 . Dit was voor een belangrijk deel te wijten aan de herindeling van het betaaldvoetbal. Alkmaar ’54 eindigde op een twaalfde plaats in de 1e divisie net onder de middenmoot. Diepte punt dat seizoen was de thuis nederlaag van 1-5 tegen het Apeldoornse AGOVV. De verenigingen met een eindklassering tussen de acht en zeventiende plek werden terug verwezen naar de 2e divisie. Met herwonnen energie werd Alkmaar in het seizoen 1963/1964 kampioen in de 2e divisie A. Dit mede door de inbreng van de ex-AGOVV midvoor Sietze de Vries en stopper Barry Hughes van Blauw Wit.
Clubicoon Henk Peggeman: Zo snel als een hinde.
Henk ‘Bas’ Peggeman is geboren op 29 december 1931. Peggeman werd losgeweekt bij de voetbalclub ‘De Kennemers’ uit Beverwijk te samen met v/d Sluis. Bas speelde voor Alkmaar ’54 sinds de oprichting en bleef negen jaar in dienst van de ploeg. Met 268 wedstrijden in het Alkmaarse rood-wit is hij één van de trouwste spelers uit de clubhistorie. Mede daarom is in het Victorie Stadion onder de hoofdtribune de kantine naar hem vernoemd. Bas was verdediger en werd ooit omschreven als: Zo wit als een berkenboom, lenig als een tijger, snel als een hinde en berekenend als een boekhouder.’ In principe kregen de spelers hetzelfde uitbetaald. Een uitzondering werd gemaakt voor topspeler Bas Peggeman, die in 1957 een ‘blijf-premie’ kreeg toegekend van 1500 gulden onder de voorwaarde dat hij drie seizoenen voor Alkmaar zou blijven spelen.
De promotie naar de eredivisie in 1960 was voor Peggeman het hoogtepunt uit zijn carrière, zei hij in 2011 in een interview op AZ.nl. ”Ik heb een leuke tijd gehad en zat op zeker moment tegen het Nederlands elftal aan. Dat is net niet gelukt. Weet u, ik ben er natuurlijk niet rijk van geworden en had gewoon een baan bij personeelszaken bij een metaalbedrijf. Als je ziet hoeveel geld er nu in het voetbal om gaat, dat is ongelooflijk. Wij kregen 40 gulden voor een overwinning, twintig voor een gelijkspel en een tientje voor een verliespartij. Het voetbal is sowieso veranderd. Wie blijft er vandaag de dag nog negen jaar bij dezelfde club ? ”
Peggeman kwam na zijn actieve loopbaan nauwelijks meer in het stadion, maar volgt de verrichtingen van AZ nog wel. ”Ik merk dat ik het lastig vind om me twee keer drie kwartier te focussen op het spel. Toch blijft het mijn cluppie en ik spiek op wedstrijddagen altijd even op Teletekst.” Henk ‘Bas’ Peggeman is vrijdag 14 augustus 2015 op 83-jarige leeftijd in zijn woonplaats Heemskerk overleden.
Clubicoon Klaas Smit: De man van het iconische doelpunt.
Klaas Smit werd op 11 november 1930 te Volendam geboren en was de jongste van vier voetballende broers. Hij was de meest extraverte stond linksbinnen en kon geweldig hard koppen. Wat een ander met z’n benen kon, dat kon Klaas Smit met z’n hoofd. Niemand kon zo hard koppen als hij. Hij schiet met z’n hoofd, zeiden ze op de tribune. De vier broers Smit speelden in het eerste van Volendam en Klaas had de meeste voetbaltalent. Eind jaren veertig had hij al in het Nederlands Jeugdelftal gespeeld. Hij had een bijnaam, zoals zovele Volendammers. Hij heette ’de kip’. Met voetbal had dat niets te maken; zo werd z’n vader ook al genoemd. Een bijnaam kan in Volendam zomaar naar de volgende generatie overspringen.
In 1954 kregen de broers Klaas en Evert een contract aangeboden door Alkmaar. Voordat ze ja hadden kúnnen zeggen, trof hen een straf. Klaas en Evert Smit moesten bij Volendam-voorzitter Mühren komen. Die royeerde hen voor het leven, omdat ze met een profclub gesproken hadden. Ze hadden dus weinig keus en tekenden in juni dat jaar. Naast de gage kregen ze een brommer om naar Alkmaar te reizen. Ze bleven bij bakkerij Tol in Volendam werken want van één inkomen konden ze niet leven. De stap van de broers Smit werd gevoeld als ’verraad aan het dorp’. Volendam is katholiek en niet zo’n beetje ook. “In Alkmaar zijn het protestantse ketters” zo kon je horen. In Volendam hadden ze een fikse aversie tegen Alkmaar.
Bij de eerste betaaldvoetbal wedstrijd op Nederlandse bodem, tussen Alkmaar en de profclub Venlo maakte Klaas twee doelpunten. Hij maakte kort na rust een historische doelpunt. Later zei hij: „M’n broer Evert, de linkshalf, speelt de bal naar me toe. Ik sta een meter of 17, 18 van het doel en geef de bal een peer met mijn verkeerde been. Het leer belandt in de verste driehoek. Omdat het met mijn verkeerde been was, wist ik niet waar die bal heen zou gaan maar de keeper gelukkig ook niet.
Na Alkmaar ging Klaas Smit in het seizoen 1957 bij BVC Amsterdam spelen, bijgenaamd de ’zwarte schapen’. Daarmee was hij ook de eerste profvoetballer die door een andere club werd gekocht. In 1961 keert Klaas via DWS, terug bij het gepromoveerde Volendam. Het gememoreerde ‘verraad’ van 1954 werd hem vergeven.
Spijtig genoeg kwam hij echter slechts vijf keer uit voor de “wijdbroeken”. In een thuiswedstrijd tegen Blauw-Wit kwam hij in botsing met tegenstander Barry Hughes en scheurde de kruisbanden van beide knieën. Hij werd per brancard weggedragen en keerde nooit meer, als actief speler, terug op het voetbalveld. Hij speelde 210 prof-wedstrijden, waarin hij 57 keer scoorde. Op 20 februari 2008 overleed Klaas Smit te Edam. Bron: Volkskrant.
Clubicoon Piet Buis: De jongste semiprof.
Piet Buis is geboren in Egmond aan Zee op 5 november 1937. Hij is overgekomen van Egmondia uit Egmond en tekende op zestienjarige leeftijd een profcontract. Hij is daarmee de jongste prof in het betaald voetbal. Nu zestig jaar later zit Piet nog op de tribune in Alkmaar. In een interview blikt hij terug ” Verraders waren wij, de mannen die zich wilden laten betalen om tegen een balletje te trappen. Zo werd er tegen ons aangekeken.” Negen clubs sloten zich bij de ” Wilde” bond, de NBVB, aan waaronder Alkmaar. Kwam je uit voor een van die clubs, dan dreigde een levenslang royement. De onderhandelingen om spelers over te halen voor een bestaan als semiprof gingen in het geniep achter gesloten deuren, herinnert Buis zich.
“Ik kom uit Egmond aan Zee en hing samen met wat vrienden buitenrond. Ineens kwam er een Volkswagen aanrijden. ‘Piet, die is voor jou’, riepen mijn vrienden. Ik stapte in en kreeg de vraag of ik voor Alkmaar wilde voetballen. Mijn moeder had al eens gezegd dat ik nog rijk zou worden van het voetbal en nu kreeg ik de kans om geld te verdienen als voetballer. Dat wilde ik wel.” En voor de twee trainingen in de week kregen ze ook nog eens twintig gulden. “Ik was elektricien en verdiende 12,50 gulden per week”, vertelt Buis. “Ik bleef werken, maar dit was natuurlijk een mooi extraatje. Ook heb ik nog voor het Nederlands jeugdelftal gespeeld. Het leverde in het begin wel wat afgunst op.” Toch werd betaald voetbal direct populair in Nederland. Op de eerste wedstrijd kwamen 13.000 man af. De spelers krijgen een officiële brief van de KNVB: U wordt uitgesloten voor het beoefenen van de voetbalsport. “Gelukkig ging de KNVB al snel om, anders had ik nooit meer kunnen spelen” Piet Buis vind het in ieder geval geweldig, zo veel voetbalhistorie. “Ik word hier best emotioneel van ja. Ik heb twaalf jaar bij Alkmaar ’54 gevoetbald en kom uit de regio. Alles komt weer boven nu ik hier sta”. De oude tribune, de geschiedenis en dan nu een Piet Buis tribune.
De invloed van de broers Molenaar.
Zestien jaar lang is er in de Zaanstreek betaald voetbal gespeeld. KFC uit Koog aan de Zaan en ZFC uit Zaandam waren te klein om afzonderlijk te overleven, maar onderlinge wrijving, stonden een fusie in de weg. Met Jan Wit ‘sportjournalist voor o.a. Telesport’ banen we ons een weg door de Noord-Hollandse voetbal historie. Hij is zeer op de hoogte van de geschiedenis van het betaald voetbal in de Zaanstreek en omstreken. “Al bij het begin van het profvoetbal in Nederland, in 1955, was er sprake van een fusie tussen KFC uit Koog aan de Zaan en ZFC uit Zaandam. Dat is er niet van gekomen. De clubs gingen onafhankelijk van elkaar het betaald-voetbalavontuur aan maar erg succesvol waren ze niet. ZFC en KFC speelden afwisselend in de tweede en de eerste divisie. Het dichtst bij promotie naar de eredivisie was KFC in het seizoen 1960/1961, maar De Volewijckers uit Amsterdam-Noord bleef de Koogse club één puntje voor.
In 1960 is er voor het eerst over een fusie gesproken, maar de ledenvergadering van KFC was tegen. In 1964 werd een nieuwe poging ondernomen om tot één Zaanse profclub te komen. Dat was op initiatief van Klaas en Cees Molenaar, beiden verdienstelijke KFC-voetballers en lid van de directie van het Zaanse witgoedbedrijf Wastora. In gesprekken leek het nu de goede kant op te gaan. Zowel KFC als ZFC benoemde met instemming van de ledenvergaderingen een commissie. Beide commissies brachten een positief advies uit maar toch trok ZFC de stekker er alsnog uit. Dat betekende het einde van betaald voetbal in de Zaanstreek.
FC Zaanstreek
De broers Molenaar trokken daarna hun eigen plan. Ze namen voor 120.000 gulden de proflicentie van KFC en werd weer een amateurvereniging. Met de licentie maakten Klaas en Cees Molenaar een doorstart met een profclub die ze FC Zaanstreek noemden. Zij trokken een aantal bekende voetballers aan. Onder hen verschillende spelers van Ajax, die hun carrière wel wilden beëindigen bij de nieuwe Zaanse club, zoals Piet Ouderland, Hennie Schipper, Cees Smit, Jan van Veen en Cees Groot.
FC Zaanstreek begon het seizoen 1964-1965 in de tweede divisie A onder leiding van trainer Piet de Wolf. Dat de Molenaars zich met veel binnen de club betrokken voelden is duidelijk maar dat men zelfs de opstelling wilden aansturen is opvallend. Voor Piet de Wolf ging dit te ver en nam begin 1965 ontslag uit onvrede over de bemoeienis van de geldschieters. Klaas Molenaar wilde o.a. dat zijn broer Cees werd opgesteld. Op zondag 7 februari werd de wedstrijd FC Zaanstreek-Cambuur 0-0 gespeeld. Niet opzienbarend qua uitslag maar de unieke videobeelden wel. In het tweede jaar 1965/1966 promoveerde de selectie naar de eerste divisie. Vervolgens eindigde het in het seizoen 1966/1967 op de negende plaats.
Door geldnood gestimuleerd zochten de bestuursleden van Alkmaar en FC Zaanstreek elkaar op. De besprekingen waren kort en bondig. Alkmaar en FC Zaanstreek fuseerden tot Alkmaar/Zaanstreek. De club AZ ’67 is geboren en kreeg Alkmaar als basis. In een reportage van Fox Sport blikt clubarchivaris Jan Visser terug in het ontstaan van de provincieclub AZ.
Grote ambities
In het eerste seizoen 1967/1968 eindigt AZ op de 2e plaats in de 1e divisie en promoveert naar de eredivisie. In de drie volgende jaren blijkt de eredivisie een harde les. Na een 15e, 12e en een 17e plaats degradeert de club naar de 1e divisie. Er moest iets gebeuren en de broers Molenaar zijn ambitieus en willen naar de top. De financiële injecties van de Molenaars werden de aanzet tot een succesvolle periode, die eind jaren zeventig definitief gestalte kreeg. Opnieuw promoveert AZ met een 2e plek naar de eredivisie en zet vanaf 1972 de opmars voort.
Het actuele voetbal in de Zaanstreek.
ZFC bleef als enige profclub over. In 1971 werd de club, wegens het ontbreken van levensvatbaarheid, weggesaneerd uit het betaaldvoetbal. Door ingreep van de KNVB daalde er een reeks van clubs af naar de amateurs. Jaren later is de naam ZFC helemaal verdwenen van het grasveld. Nu na twee fusies is de naam veranderd in FC Zaandam. De vereniging KFC is een bloeiende amateurvereniging en speelt op 2e klasse niveau. Het betaaldvoetbal avontuur in de Zaan heeft al met al zestien jaar geduurd: van 1955 tot 1971. Deze verenigingen en vele andere voormalige semiprofclubs hebben de bouwstenen geleverd voor het Nederlandse betaald voetbal zoals het nu is.